CD&V LAAT IEDEREEN MEEBESLISSEN (BUITEN DE BURGER)
Volgens CD&V-voorzitter Jo Vandeurzen “smeken de bedrijven om meer efficiëntie met een overheveling (lees: splitsing) van meer sociaal-economische hefbomen (…)”Iedereen“, zo vervolgt hij “moet eindelijk eens gaan begrijpen dat de staatshervorming belangrijk is voor mensen en bedrijven.” (HBVL, 24.06.06) Volgens Jo Vandeurzen zijn er dus twee belangrijke vaststellingen:
1) De bedrijven zouden meer Vlaanderen en minder België willen. Waar de CD&V-voorzitter zich daarvoor op baseert is evenwel niet duidelijk. Mogen we eraan herinneren dat in 2001 80% van de Belgische bedrijven tegen een splitsing van Buitenlandse Handel was? De economie verlangt net meer globalisering en laat zich niet door staatsgrenzen, laat staan door taalgrenzen binden. De politiek moet dus streven naar grotere gehelen, zoals België en de EU.
2) De mensen “moeten” het maar eens begrijpen. Van een debat (of referendum) over de toekomst van België is dus geen sprake, het volk heeft niets te zeggen, ze moeten het maar begrijpen. En, zoniet, komen er ook staatshervormingen, net zoals in 1970, 1980, 1988, 1993, 2001 en 2003.
3) De mensen en bedrijven waarover de heer Vandeurzen spreekt zijn bovendien alleen de “eigen” mensen en bedrijven. Eigen volk eerst is aan het begin van de 21ste eeuw nog steeds de slogan van alle flaminganten, ongeacht hun partijkleur.
Volgens CD&V, en volgens alle Vlaams-nationalisten, moeten we de beslissing over toekomst van België dus maar overlaten aan de politici en aan enkele grote multinationals. Een versnipperd België zal dan ook door deze twee groepen gedomineerd worden. Enkel een eengemaakt België (en Europa), waar de bevolking beslist, is gewapend tegen deze uitdaging. Het zou dus goed zijn mocht de burger weten wat de werkelijke bedoelingen van de gevestigde partijen zijn.
LE CD&V LAISSE DECIDER TOUT LE MONDE (SAUF LE CITOYEN)
Selon le président du CD&V Jo Vandeurzen “les entreprises aspirent à plus d’efficacité par un transfert (lire : une scission) de nouvelles compétences socio-économiques (…)”. “Tout le monde“, poursuit-il, “doit finalement comprendre que la réforme de l’Etat est importante pour les gens et pour les entreprises” (HBVL, 24.06.06). Selon Jo Vandeurzen, il y a donc deux constats importants :
1) Les entreprises voudraient plus de Flandre et moins de Belgique. Il n’est toutefois pas clair sur quoi le président du CD&V se base pour tenir de tels propos. Pouvons-nous rappeler qu’en 2001, 80% des entreprises belges se sont prononcées contre la scission du commerce extérieur? L’économie désire en effet plus de globalisation et ne se limite donc pas aux frontières d’Etat ni aux frontières linguistiques. La politique doit par conséquent rechercher des ensembles plus vastes, comme la Belgique et l’Union Européenne.
2) Le CD&V estime que les gens “doivent” finalement comprendreque de nouvelles scissions s’imposent. Pas question donc d’un débat (ou d’un référendum) sur l’avenir de la Belgique. La population n’a rien à dire et ne doit que ” comprendre “. Et même si elle ne le comprend pas, tant pis, les réformes d’Etat continueront, tout comme en 1970, 1980,1988, 1993, 2001 et 2003.
3) En outre, les gens et les entreprises, dont monsieur Vandeurzen parle, sont uniquement les ceux et celles du Nord du pays. Le slogan ” Eigen volk eerst ” est au début du 21ième siècle toujours celui de tous les nationalistes flamands, quel que soit leur appartenance politique.
Selon le CD&V et selon tous les nationalistes flamands, on doit laisser la décision au sujet de l’avenir de la Belgique aux politiciens et à quelques grandes multinationales. Une Belgique éparpillée sera donc dominée par ces deux groupes d’intérêt. Il est clair que seule une Belgique (et une Europe) unie, où la population décide, est à même de relever le défi de la globalisation. Il serait donc bien que le citoyen sache les vraies intentions des partis traditionnels.
