LA JUSTICE TIRE LA SONNETTE D’ALARME
Le vendredi 20 mars 2015 fut organisé la journée d’alarme de la Justice. Des centaines de magistrats, d’avocats, de greffiers, d’interprètes et d’experts judiciaires ont manifesté au palais de justice de Bruxelles contre les économies imposées à la justice belge. Toutefois, ils n’avaient pas de solution. Pour le B.U.B., la cause du problème est pourtant claire : l’argent est là, mais il est gaspillé dans le système fédéral.
Comparé aux autres pays européens, la Justice belge coûte peu : 0,7 % du produit national brut contre une moyenne européenne de 2,2% et 4% dans les pays environnants (Le Vif, 20 mars 2015, p. 42), ce qui cause différents problèmes, comme un manque de juges, des greffiers surmenés, des interprètes et experts sous-payés, des procédures beaucoup trop longues, une infrastructure délabrée et des locaux vétustes etc.. En même temps, les cinq parlements et gouvernements régionaux et communautaires inutiles baignent dans le luxe. Malgré ce contraste flagrant et scandaleux, les gens de robe sont encore gentils avec le ministre de la justice, Koen Geens (CD&V), sans doute parce qu’il était lui-même avocat et bénéficie de la protection des médias. Toutefois, ils devraient savoir mieux. Comme Manuella Cadelli, présidente de l’association syndicale des magistrats (ASM), l’exprima elle-même : « Le ministre de la Justice n’est plus un interlocuteur. Il est impuissant. » (Le Vif, 20 mars 2015, p. 43).Le B.U.B. y ajoute qu’il s’agit d’un particrate qui est coresponsable de sa propre impuissance parce que la particratie a approuvé toutes les réformes de l’Etat, qui font en sorte que les compétences et les moyens de l’Etat sont tellement éparpillés que plus aucune politique nationale sérieuse est encore possible et que le niveau fédéral est constamment sous-financé (justice, prisons, police, armée, SNCB, musées etc.).
En votant les réformes de l’Etat, la particratie a démontré sa propre incapacité de gouverner la Belgique multilingue. Et finalement, ce sont les citoyens belges qui paient les pots cassés. Pour le B.U.B., cette situation est inacceptable. Chaque grande réforme ou refinancement en Belgique est voué à l’échec à cause du fédéralisme linguistique. De plus en plus de Belges commencent à le réaliser maintenant qu’on voit les effets catastrophiques de la sixième réforme de l’Etat : un blocage total entre le fédéral et les régions, une loi de financement boiteuse, une inégalité croissante entre les Belges, notamment sur le plan fiscal, et un éparpillement surréaliste de compétences.
Le jour viendra où également les gens de robe comprendront que dans ce débat, l’unitarisme est la seule issue. Les avocats pourraient montrer l’exemple en fusionnant les barreaux arrondissementaux en neuf barreaux provinciaux (comme au Luxembourg belge) ainsi que les barreaux francophones et néerlandophones un barreau national. Mais pour cela, il faut un revirement d’esprit total, qui fait table rase de la rengaine particratique et nationaliste du fédéralisme linguistique.
HET GERECHT TREKT AAN DE ALARMBEL
Op vrijdag 20 maart 2015 werd de Alarmdag Justitie georganiseerd. Honderden magistraten, advocaten, griffiers, tolken en gerechtsdeskundigen betoogden in het Brusselse justitiepaleis tegen de aan de Belgische justitie opgelegde besparingen. Ze hadden echter geen oplossing. Voor de B.U.B. is de oorzaak van het probleem nochtans duidelijk: het geld bestaat, maar het wordt verspild in het federaal systeem.
Vergeleken met de andere Europese landen kost de Belgische justitie weinig: 0,7 % van het bruto nationaal product tegen een Europees gemiddelde van 2,2% en 4 in de omringende landen (Le Vif, 20 maart 2015, p. 42), wat leidt tot verschillende problemen, zoals een gebrek aan rechters, overbelaste griffiers, onderbetaalde tolken en experten, veel te lange procedures, verouderde en gebrekkige infrastructuur en lokalen enz.. Ondertussen baden de vijf nutteloze gewest- en gemeenschapsregeringen en parlementen in weelde. Ondanks dit flagrant en schandalig contrast zijn de beroepslui in toga nog zacht voor de minister van justitie, Koen Geens (CD&V), ongetwijfeld omdat hij zelf advocaat was en door de media beschermd wordt. Ze zouden nochtans beter moeten weten. Zoals Manuella Cadelli, voorzitster van de ASM (een vakbondsgroepering van magistraten) het zelf uitdrukte: “De minister van Justitie is geen gesprekspartner meer. Hij is machteloos.” (Le Vif, 20 maart 2015, p. 43). De B.U.B. voegt eraan toe dat hij een particraat is die mee verantwoordelijk is voor zijn eigen machteloosheid omdat de particratie alle staatshervormingen heeft goedgekeurd, die ervoor gezorgd hebben dat de bevoegdheden en de middelen van de staat zodanig versnipperd zijn dat geen enkel ernstig nationaal beleid nog mogelijk is en dat het federaal niveau voortdurend ondergefinancierd is (justitie, gevangenissen, politie, leger, NMBS, musea enz.).
Door het stemmen van de staatshervormingen heeft de particratie haar onbekwaamheid om het meertalige België te besturen aangetoond. En uiteindelijk zijn het de Belgische burgers die de rekening betalen. Voor de B.U.B. is deze situatie onaanvaardbaar. Elke grote hervorming of herfinanciering in België is onmogelijk wegens het taalfederalisme. Steeds meer Belgen beginnen dit te beseffen nu men de catastrofale gevolgen van de zesde staatshervorming ziet: totale blokkering tussen het federaal niveau en de regio’s, een krakkemikkige financieringswet, een groeiende ongelijkheid tussen de Belgen, met name op fiscaal vlak, en een surrealistische versnippering van bevoegdheden.
De dag zal komen dat ook de professionelen in toga zullen begrijpen dat het unitarisme de enige oplossing is in dit debat. De advocaten zouden het voorbeeld kunnen geven door hun arrondissementele balies in negen provinciale balies te fusioneren (zoals in Belgisch Luxemburg) evenals de Franstalige en Nederlandstalige balies in één nationale balie. Maar daarvoor is een totaal omdenken nodig, dat de particratische en nationalistische onzin van het taalfederalisme voorgoed achterwege laat.
