De klacht lezen – Lire la plainte
LE B.U.B. DEPOSE PLAINTE CONTRE LA FRAUDE ELECTORALE
Le jeudi 20 novembre 2014, dix petits partis belges, à l’initiative du B.U.B., ont déposé plainte contre les déficiences électorales et la fraude électorale devant le juge d’instruction à Bruxelles. Ainsi, ils entendent dénoncer les vices électroniques qui se sont manifestés lors des élections fédérales, régionales, communautaires et européennes.
Les partis B.U.B. (Union belge), Vivant Ostbelgien, Roel, VCP, GENOEG, MAMA, Parti des Pensionnés, Vox Populi Belgica, Egalitaires et PVGW critiquent les faux résultats électoraux du 25 mai 2014. Dans une plainte de 25 pages contre inconnus (« X »), ces partis démocratiques décrivent surtout les vices qui ont été constatés par les experts désignés par les parlements et qui ont été documentées dans un rapport étoffé du 19 juin 2014.
Surtout la destruction de 2.250 cartes d’électeurs ainsi que la communication défaillante et incorrecte du ministère de l’intérieur et/ou de la firme informatique Stésud, qui furent responsables de l’organisation des élections électroniques, sont dénoncées.
Vu le fait que le code source du programme informatique n’a pas été divulgué juste après les élections, comme il est de coutume, mais seulement trois jours plus tard, on ne peut être sûr de l’absence dans les logiciels d’autres erreurs, les soi-disant « bugs ». De plus, Stésud choisit et paye elle-même la firme qui octroie la licence nécessaire à son logiciel ; il s’agit de PricewaterhouseCoopers. Ici également, il existe in conflit d’intérêts.
Il est en tout cas inacceptable qu’au moins 2.250 électeurs aient perdu leur droit de vote, bien qu’ils aient respecté leur devoir de voter. Comment peut-on le concilier avec le droit de vote, d’autant plus qu’il existe une obligation de vote en Belgique ?
Selon le Ministère de l’Intérieur (l’IBZ) et Stésud les erreurs électroniques se sont produites lorsque l’électeur voulait retourner vers l’écran précédent lors de l’opération de vote. Mais le B.U.B. démontre à l’aide de photos prises dans un isoloir bruxellois que cette possibilité de retour n’y existait pas. Par conséquent, les partis soupçonnent que les erreurs aient eu un impact bien plus important que l’on prétend.
Aussi a-t-il été précisé dans le rapport des experts qu’à Bruxelles au moins deux petits partis ont été victime de modifications délibérées des résultats électoraux, sans mentionner de quels partis il s’agit.
Le parti Vivant Ostbelgien, qui a deux représentants au parlement de la communauté germanophone, met l’accent sur le fait que par la destruction de 20 cartes d’électeur dans les cantons de l’est, il n’est pas exclu qu’il ait perdu un troisième siège parlementaire puisqu’il ne lui manquait que 14 voix pour l’obtenir. Toutefois, sa plainte déposée auprès du parlement a été rejetée, tout comme toutes les autres plaintes des petits partis dans les six parlements belges. Ceci n’est pas surprenant puisqu’en Belgique, il n’existe pas d’instance indépendante qui est compétente pour contrôler les élections fédérales, régionales, communautaires et européennes. C’est une violation de la Convention européenne des Droits de l’Homme (arrêt Grosaru de la Cour européenne de Strasbourg (2010)).
Par le dépôt de cette plainte contre X, les partis participants espèrent que la justice belge mènera une enquête permettant d’éclairer les événements du jour des élections et des semaines d’après pour qu’on sache ce qui s’est réellement passé et qui est responsable pour les vices. Le but principal est d’éviter que ces problèmes ne se reproduisent à l’avenir, que des résultats électoraux corrects soient garantis pour les prochaines élections et que des possibilités de contrôle indépendantes soient mises en place. L’on ne peut tolérer dans un Etat de droit démocratique, dans lequel existe en outre une obligation de vote, que des voix soient détruites ou que des résultats fautifs soient validés. De plus, la situation aberrante selon laquelle le parlement peut décider lui-même si les élections sont valides ou non, comme c’est le cas en Belgique, doit être supprimée.
Pour le B.U.B., il s’agit d’une nouvelle étape à l’encontre des vices électoraux. D’autres étapes suivront.
DE B.U.B. DIENT KLACHT IN TEGEN KIESFRAUDE
Op donderdag 20 november 2014 legden tien kleine Belgische partijen, op initiatief van de B.U.B., een klacht tegen de kiesgebreken en de kiesfraude voor de onderzoeksrechter te Brussel neer. Daarmee willen ze de elektronische problemen die zich op 25 mei 2014 bij de federale, gewestelijke, gemeenschaps- en Europese verkiezingen voorgedaan hebben, aan de kaak stellen.
De partijen B.U.B. (Belgische Unie), Vivant Ostbelgien, Roel, VCP, GENOEG, MAMA, Parti des Pensionnés, Vox Populi Belgica, Egalitaires en PVGW bekritiseren de valse verkiezingsuitslag van 25 mei 2014. In een klacht van 25 bladzijden tegen onbekenden („X“) beschrijven deze democratische partijen voornamelijk de fouten die door de door de parlementen aangeduide deskundigen vastgesteld werden en in een uitvoerig verslag van 19 juni 2014 gedocumenteerd werden.
Vooral de vernietiging van 2.250 stemkaarten alsmede de gebrekkige en onjuiste communicatie van het ministerie van binnenlandse zaken en/of de computerfirma Stesud, die voor de organisatie van de elektronische verkiezingen verantwoordelijk waren, wordt hier aangeklaagd.
Wegens het feit dat de broncode van het computerprogramma, tegen de gangbare praktijk in, niet meteen na de verkiezingen, maar pas drie dagen later bekend gemaakt werd, kan niet met zekerheid gesteld worden, dat er niet nog andere fouten, zogenaamde bugs, in de software aanwezig waren. Daarbij komt dat Stesud zelf de firma uitkiest en betaalt die haar programma de nodige vergunning geeft; het gaat om PricewaterhouseCoopers. Hier bestaat ook een belangenconflict.
Het is in elk geval onaanvaardbaar dat minstens 2.250 kiezers hun stemrecht verloren hebben, hoewel ze hebben gestemd. Hoe is dit met het stemrecht, of meer nog de stemplicht zoals die in België bestaat, te verzoenen?
Volgens het Ministerie van Binnenlandse Zaken (IBZ) en Stésud vonden de elektronische fouten plaats wanneer de kiezer tijdens de stemprocedure naar het voorgaande computerscherm terugkeerde. Maar de B.U.B. bewijst met foto’s die in een Brussels stemlokaal genomen werden, dat die terugkeermogelijkheid daar niet bestond. De partijen vermoeden dan ook dat de fouten een veel grotere impact op het stemresultaat gehad hebben dan men beweert.
Ook werd in het rapport van de experten gepreciseerd dat minstens twee kleine partijen in Brussel het slachtoffer werden van bewuste wijzigingen aan de verkiezingsresultaten, zonder te vermelden om welke partijen het gaat.
De partij Vivant Ostbelgien, die twee afgevaardigden in het parlement van de Duitstalige gemeenschap heeft, benadrukt dat door de illegale vernietiging van 20 stemkaarten in de Oostkantons, de mogelijkheid niet kan worden uitgesloten dat ze door deze maatregel een derde zetel in het parlement verloren heeft aangezien ze hiervoor slechts 14 stemmen nodig had. Haar klacht voor het parlement werd echter afgewezen, net als alle andere klachten van de kleine partijen in de zes Belgische parlementen. Dit is niet verwonderlijk aangezien er in België geen onafhankelijke instantie bestaat die bevoegd is om de federale, gewest-, gemeenschaps- en Europese verkiezingen te controleren. Dit is een overtreding van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (Grosaru-arrest van het Europees Hof te Straatsburg (2010)).
Met de indiening van deze klacht tegen X hopen de deelnemende partijen dat het Belgische gerecht een onderzoek zal voeren, dat meer licht zal werpen op de gebeurtenissen die zich tijdens en in de weken na de verkiezingen voordeden, zodat we weten wat er werkelijk gebeurd is en wie voor de gebreken verantwoordelijk is. Het belangrijkste is dat deze problemen zich in de toekomst niet meer kunnen herhalen alsook dat voor de volgende verkiezingen correcte verkiezingsuitslagen gegarandeerd worden en onafhankelijke controlemogelijkheden ingevoerd worden. Men kan in een democratische rechtsstaat, waarin er bovendien stemplicht bestaat, niet dulden dat stemmen vernietigd worden of foutieve resultaten gevalideerd worden. Bovendien moet in België de wantoestand waarbij het parlement zelf kan beslissen of de verkiezingen al dan niet geldig zijn afgeschaft worden.
Voor de B.U.B. is dit een nieuwe stap om de kiesgebreken aan te pakken. Verdere stappen zullen volgen.
DIE B.U.B. REICHT EINE KLAGE GEGEN DEN WAHLBETRUG EIN
Am Donnerstag den 20 November 2014 haben zehn kleine Belgische Parteien, auf Initiative der B.U.B., eine Klage gegen die Wahlfehler und den Wahlbetrug vor dem Untersuchungsrichter in Brüssel eingereicht. Damit wollen sie gegen die elektronischen Probleme, die sich am 25. Mai 2014 bei den Föderal-, Regional-, Gemeinschafts- und Europäische Wahlen ereignet haben, klagen.
Die Parteien B.U.B. (Belgische Union), Vivant Ostbelgien, Roel, VCP, GENOEG, MAMA, Parti des Pensionnés, Vox Populi Belgica, Egalitaires und PVGW bemängeln den fehlerhaften Wahlgang vom 25. Mai 2014. In einer fünfundzwanzigseitigen Klage gegen Unbekannt („X“) beschreiben diese demokratischen Parteien hauptsächlich die Fehler, die von den durch die Parlamente bezeichneten Sachverständigen festgestellt wurden und in einem ausführlichen Bericht vom 19. Juni 2014 dokumentiert wurden.
Vor allem die Vernichtung von 2.250 Stimmkarten sowie die mangelhafte und unaufrichtige Kommunikation des Innenministeriums und/oder der Computerfirma Stesud, die für die Organisation der elektronischen Wahlen verantwortlich waren, wird hier beanstandet.
Aufgrund der Tatsache, dass der Quellcode des Computerprogramms entgegen der gängigen Praxis nicht direkt nach der Wahl, sondern erst 3 Tage später veröffentlicht wurde, kann nicht mit Sicherheit gesagt werden, dass es nicht noch andere Fehler, so genannte Bugs, in der Software gegeben hat. Hinzu kommt, das Stesud selbst die Firma auswählt und bezahlt welches ihrem Programm die entsprechende Zulassung gibt, es handelt sich um PricewaterhouseCoopers. Hier besteht also ein Interessenkonflikt.
Es ist in jedem Fall inakzeptabel, dass mindestens 2.250 Wähler ihr Stimmrecht verloren haben, obschon sie gewählt haben. Wie ist dies mit dem Wahlrecht, besser gesagt der Wahlpflicht, wie sie in Belgien besteht, zu vereinbaren?
Dem Innenministerium IBZ und Stésud zufolge ereigneten sich die elektronischen Fehler, wenn der Wähler während des Wahlvorganges zum vorangehenden Computerschirm zurückkehrte. Die B.U.B. beweist jedoch mit Fotos, die in einer Brüsseler Wahlkabine aufgenommen wurden, dass diese Zurückkehrmöglichkeit dort nicht bestand. Daher vermuten die Parteien, dass die Fehler eine viel grössere Auswirkung hatten als man behauptet.
Auch wird in dem Bericht der Experten präzisiert, dass mindestens zwei kleine Parteien in Brüssel das Opfer von bewussten Änderungen der Wahlergebnisse wurden, aber nicht um welche Parteien es sich handelt.
Die partei Vivant Ostbelgien, der zwei Abgeordnete im Parlament der Deutschsprachigen Gemeinschaft angehören, betont, dass durch die gesetzwidrige Vernichtung von 20 Stimmkarten in den Ostkantonen die Möglichkeit nicht ausgeschlossen werden kann, dass sie durch diese Maßnahme einen dritten Sitz im Parlament verloren haben, da hierzu nur 14 Stimmen fehlten. Ihre Klage vor dem Parlament wurde aber abgelehnt, genau wie alle anderen Klagen der kleiner Parteien in den sechs Belgischen Parlamenten. Dies ist nicht erstaunlich, da es in Belgien keine unabhängige Instanz gibt, die zuständig ist die Föderal-, Regional-, Gemeinschafts- oder Europäische Wahlen zu kontrollieren. Dies verstößt gegen die Europäische Menschenrechtskonvention (Grosaru-Urteil des Europäischen Gerichtshofes in Strassburg (2010)).
Mit der Einreichung dieser Klage gegen X hoffen die Parteien, dass das Belgische Gericht Ermittlungen führen wird, die mehr Klarheit über die Vorkommnisse während der letzten Wahlen und in den Wochen danach verschaffen werden, sodass man wisst was wirklich passiert ist und wer für die Fehler verantwortlich ist. Die wichtigsten Ziele sind, dass diese Probleme sich in der Zukunft nicht mehr wiederholen können, dass für die kommenden Wahlen richtige Wahlergebnisse garantiert werden können und unabhängige Prüfungsmöglichkeiten eingeführt werden. Man kann in einem demokratischen Rechtsstaat, in dem außerdem Wahlpflicht gilt, nicht dulden, dass Stimmen vernichtet werden oder falsche Ergebnisse gewertet werden. Außerdem sollte in Belgien der Missstand aufgehoben werden, dass die Parlamente selbst entscheiden können ob die Wahlen gültig sind oder nicht.
Für die B.U.B. ist dies ein weiterer Schritt gegen die Wahlfehler vorzugehen. Weitere Schritte werden folgen.
