SCHIJNDEMOCRATIE
Op uitnodiging van de dagbladen De Tijd en De Standaard hielden de partijvoorzitters Bart De Wever (N-VA) en Paul Magnette (PS) een fel gemediatiseerd debat. Volgens de (“openbare”) media waren beide heren het over nagenoeg niets eens. Sta ons toe dat te betwijfelen en enkele kritische kanttekeningen bij deze mediagebeurtenis te plaatsen.
1) Op het Brussels gewest en de 6 faciliteitengemeenten in de rand na leggen de PS en de N-VA geen lijsten in dezelfde kieskring neer. Wat is dan het nut van een debat tussen beide partijen? Dit zijn geen reële, maar virtuele tegenstanders. Dit pseudo-debat is dan ook kiezersbedrog.
2) Dit debat was helemaal niet bedoeld om kiezers van de andere partij af te nemen. Het was zelfs geen debat tussen ideeën. Nationalisten willen geen andere partijen overtuigen, ze willen enkel andere partijen en het land afbreken en zoveel mogelijk voordelen voor hun eigen regio, desnoods ten koste van een ander gebied of bevolkingsgroep. De N-VA en de PS willen geen meertalige democratische ruimte in België aangezien ze zich tegen een federale kieskring en nationale partijen verzetten en steeds meer bevoegdheden opsplitsen door zogenaamde ‘staatshervormingen’.
3) Beide partijen zijn taalnationalistisch en hebben dan ook – op het sociaal-economische luik na – ongeveer hetzelfde programma: België volledig splitsen of tot een lege doos herleiden. Geen enkele partij (buiten de SP.A) realiseerde zoveel splitsingen van Belgische bevoegdheden als de PS (1970, 1980, 1988, 1993, 2001, 2011). Nochtans werpt geen enkele journalist deze zeer pertinente kwestie op. De subsidies aan de pers komen dan ook van de taalracistische gemeenschappen en daar wordt nationalisme niet bekritiseerd.
Het is hoe dan ook van geen enkel belang hoeveel procent de PS of de N-VA haalt: samen vertegenwoordigen ze vandaag nog geen 30% van de Belgische stemgerechtigden, een ridicuul lage score.
4) Beide partijen zijn ook hypocriet. Bart De Wever voelde zich aangevallen toen Magnette hem een nationalist noemde. De PS doet zich dan weer valselijk voor als de partij van de goede Belgen. Maar uitgerekend Magnette hield in zijn boek, getiteld “Heil en onheil van het nationalistische gedachtegoed” (2011) een pleidooi voor een progressief (sic!) nationalisme. Daar schrijft hij in: “De vooruitgang staat nu aan de kant van de regio’s van voor de opkomst van de moderne naties. Zij worden gezien als een schuilplaats tegen de dominantie van de centraliserende staten […]”. Dat is precies de boodschap van de N-VA.
5) De verkiezingen in België worden blijkbaar niet alleen meer herleid tot een duel tussen een paar partijen aan elke kant van de taalgrens. Ze zijn nu in de eerste plaats voor de media enkel nog een strijd tussen het “PS-model” en het “N-VA-model”, tussen het zogenaamde “Vlaanderen” en het zogenaamde “Wallonië”, dus tussen twee fictieve entiteiten die de kiezer niet eens kan bestraffen tenzij door voor de B.U.B. te stemmen. Met democratie heeft dit niets meer te maken. In België worden geen eerlijke en vrije verkiezingen meer gehouden.
De Belgen zouden dagelijks op straat moeten komen tegen de schijndemocratie van de particratie en haar schandalig taalfederalisme.
DEMOCRATIE DE FACADE
Suite à l’invitation des journaux De Tijd et De Standaard, les présidents de parti Bart De Wever (N-VA) et Paul Magnette (PS) ont mené un débat fortement médiatisé. Selon les médias (“publics”), les deux hommes étaient en désaccord sur presque tout. Permettez-nous d’en douter et de mettre une série de bémols sur cet événement médiatique.
1) A part dans la région de Bruxelles-Capitale et les six communes à facilités en périphérie, le PS et la N-VA ne déposent nulle part des listes dans la même circonscription. Quel est alors le sens d’un débat entre les deux partis ? Ce ne sont pas des adversaires réels mais virtuels. Ce pseudo-débat est par conséquent trompeur.
2) Ce débat ne visait pas à attirer des électeurs d’un parti vers l’autre. Il ne s’agissait même pas d’une confrontation d’idées. Les nationalistes ne veulent d’ailleurs pas convaincre les autres partis, ils ne souhaitent que détruire le pays et maximiser les avantages pour leur propre région, même au détriment d’une autre région ou d’un groupe de la population. La N-VA et le PS ne souhaitent pas d’espace démocratique multilingue en Belgique, vu qu’ils s’opposent à des partis nationaux, à une circonscription électorale fédérale et qu’ils scindent de plus en plus de compétences par des soi-disant « réformes de l’Etat».
3) Il s’agit de deux partis qui défendent le nationalisme linguistique. Ils ont donc – à part l’aspect socio-économique – le même programme : la scission totale de la Belgique ou la réduction de l’Etat à une coquille vide. Aucun parti (en dehors du SP.A) n’a d’ailleurs réalisé autant de scissions de compétences belges que le PS (1970, 1980, 1988, 1993, 2001, 2011). Cependant, aucun journaliste ne soulève cette question très pertinente. Et pour cause car les subventions à la presse ressortent des compétences communautaires. Et à ce niveau-là, racisme linguistique oblige, le nationalisme n’est pas critiqué.
Quoiqu’il en soit, il importe peu de savoir quel pourcentage le PS ou la N-VA obtient : ensemble, ils ne représentent aujourd’hui qu’à peine 30% des électeurs belges, un score ridiculement bas.
4) Les deux partis sont également hypocrites. En effet, Bart De Wever s’est offusqu du fait que Magnette l’ait décrit comme un nationaliste. D’autre part, le PS se présente sournoisement comme le parti des bons Belges. Mais c’est précisément Magnette qui plaide dans son livre intitulé « Grandeur et misère de l’idée nationale » (2011) pour un nationalisme progressiste (sic !) . Ainsi, il écrivit: « Le progrès est maintenant aux régions d’avant l’avènement des nations modernes. Elles sont considérées comme une protection contre la domination des Etats centralisateurs […]”. Or, c’est exactement ce que dit la N-VA.
5) Apparemment, les élections en Belgique ne sont pas seulement réduites à un duel entre quelques partis de chaque côté de la frontière linguistique, mais elles sont en outre, aux yeux des média, réduites à une lutte entre le « modèle du PS » et le « modèle de la N-VA », entre la soi-disant « Flandre » et la soi-disant “Wallonie “, c’est-à-dire deux entités fictives que l’électeur ne peut même pas sanctionner à moins qu’il ne vote B.U.B. Tout cela n’a plus rien à voir avec la démocratie. En Belgique, il n’y a plus d’élections honnêtes et libres.
Les Belges devraient quotidiennement sortir dans la rue pour manifester contre la démocratie de façade de la particratie et son scandaleux fédéralisme linguistique.
