DE NATIONALISTISCHE PARTICRATIE VREEST VOOR HAAR MACHT
De politieke partijen aan beide zijden van de taalgrens willen de macht van de Koning tot nul herleiden met als doel hun eigen greep op het land te versterken, de aandacht van de burgers af te leiden van de echte problemen zoals werkloosheid, onveiligheid, verloedering van de openbare diensten (bijv. de spoorwegen) en natuurlijk het onbegrijpelijke, inefficiënte, absurde, schadelijke en onbetaalbare taalfederalisme. Bovendien wensen ze België verder te verzwakken.
Op 19 maart 2010 verscheen in de krant Le Soir een lijst van namen uit de vertrouwenskring van kroonprins Filip. De lijst bestaat hoofdzakelijk uit bedrijfsleiders, economisten, professoren, diplomaten en militairen. De leiding zou in handen zijn van Frans van Daele. Daarnaast zien we de ex-K.U.L.-rector André Oosterlinck en economist Geert Noels. Wat opviel, is dat er maar één politicus bij was, Francis Delpérée, en dat was aan de basis dan nog een professor staatsrecht van de UCL, die door wijlen Koning Boudewijn was uitverkoren om hem het aartsmoeilijke federale systeem uit te leggen, dat de politici België hadden opgedrongen met als doel het land te verzwakken en hun macht te versterken. Pas veel later is deze professor in de politiek gestapt door mee te doen aan de regionale verkiezingen van 2004 voor de CDH. In de uitzending “Mise au Point” van 21 maart 2010 vroeg hij zich terecht af waarvoor een protocollaire monarchie nog zou dienen tenzij om foto’s af te leveren aan Paris-Match of andere roddelbladen.
Le Soir blokletterde eveneens terecht: “Le monde politique redoute Philippe Ier”. Het is logisch dat de politieke wereld schrik heeft van Prins Filip omdat zijn groep vertrouwelingen genoeg kwaliteit in huis heeft om direct alle zes regeringen naar huis te sturen en de uitvoerende macht van de 60 ministers over te nemen. Net daarom prijst de nationalistische particratie de (te) volgzame Koning Albert II en wordt de zogezegd te ambitieuze toekomstige Koning Filip kost wat kost afgebroken en als incompetent afgeschilderd.
Slechter dan de huidige particratie zou de regering van Koning Filip I het echter onmogelijk kunnen doen. Als zijn ploeg zich dan ook nog actief zou inzetten om het federalisme voorgoed af te schaffen en het unitaire België te herstellen, zou ze het land ook een stuk democratischer maken aangezien de Belgen dit taalfederalisme nooit gewild hebben, minstens nooit naar hun mening werd gevraagd.
De particratie heeft dan ook terecht schrik van de ploeg van de kroonprins. Zij vreest immers haar macht te verliezen door het herstel van het unitarisme en de democratie. Maar de particratie kennende, zal ze haar macht niet snel prijs geven. Vandaar dit pseudo-democratisch debat over een ceremoniële en protocollaire functie voor de vorst waarbij met plezier oude koeien uit de gracht worden gehaald, namelijk de weigering van Koning Boudewijn in 1990 om de abortuswet te ondertekenen. De huidige polemiek is echter niet meer dan een schaamlapje dat de quasi-dictatoriale en nationalistische greep van de particratie op België en zijn 11 miljoen inwoners moet verhullen.
Het koningshuis moet in zijn huidige vorm behouden worden als een unitaristische tegenmacht en dit zeker zolang de anti-Belgische nationalisten aan de macht zijn. Het eerste debat moet dan ook gaan over de macht van de nationalisten en het taalfederalisme, niet over een instelling die vooral in politieke crisistijd haar nut tot op vandaag bewijst. In elk geval kunnen politici niet alleen over het lot van de monarchie beslissen. Daar moet een referendum uitsluitsel over brengen. Of zijn referenda alleen bedoeld voor de bouw van bruggen?
LA PARTICRATIE NATIONALISTE CRAINT DE PERDRE SON POUVOIR
Les partis politiques des deux côtés de la frontière linguistique souhaitent réduire le pouvoir du Roi à 0 dans le seul but de renforcer leur emprise sur le pays, de dévier l’attention des citoyens des vrais problèmes comme le chômage, l’insécurité, le délabrement des services publics ( p. ex. les chemins de fer) et bien sûr le fédéralisme linguistique, un système incompréhensible, inefficace, absurde, nocif et impayable. En outre, ils souhaitent affaiblir davantage la Belgique.
Le 19 mars 2010, le journal Le Soir publiait une liste de noms du cercle privé du prince-héritier Philippe. La liste consiste essentiellement en dirigeants d’entreprise, économistes, professeurs, diplomates et militaires. La direction serait aux mains de Frans van Daele. A ses côtés, on voit l’ancien recteur de la K.U.L., André Oosterlinck, et l’économiste Geert Noels. Ce qui était surprenant, c’était qu’il n’y avait qu’un seul homme politique dans le cercle, Francis Delpérée, un homme qui de plus a été choisi en tant que professeur par le Roi Baudouin Ier parce qu’il était un des seuls à pouvoir expliquer ce système ultra-complexe du fédéralisme que les politiciens avaient imposé à la Belgique dans le but d’affaiblir le pays et de renforcer leur pouvoir. Ce n’est que beaucoup plus tard que ce professeur est entré en politique en participant aux élections régionales de 2004 pour le CDH. Dans l’émission « Mise au Point » du 21 mars 2010, il se demandait d’ailleurs à juste titre à quoi pouvait bien servir une monarchie protocolaire excepté pour fournir des images à Paris-Match ou d’autres revues légères.
Le Soir, quant à lui, titrait également à juste titre : “Le monde politique redoute Philippe Ier”. Il est logique que les politiciens aient peur du Prince Philippe parce que son groupe de conseillers possède suffisamment de qualités pour renvoyer les 6 gouvernements et prendre en mains le pouvoir exécutif des 60 ministres. C’est exactement pour cette raison que la particratie nationaliste loue le Roi (trop) docile Albert II et que le futur Roi Philippe Ier, soi-disant trop ambitieux, doit être discrédité à tout prix.
Néanmoins, l’équipe du Prince héritier ne pourrait gérer le pays pire que c’est le cas actuellement. Si son équipe s’occupait en outre activement de la suppression du fédéralisme et du rétablissement de la Belgique unitaire, elle rendrait le pays bien plus démocratique parce que les Belges n’ont jamais voulu ce fédéralisme linguistique, à tout le moins leur opinion à ce sujet n’a jamais été demandée.
A juste titre, la particratie a donc peur du prince héritier. Elle craint en effet de perdre son pouvoir par le retour à l’unitarisme et à la démocratie. Toutefois, connaissant la particratie, elle n’abandonnera pas son pouvoir si vite. Voilà pourquoi, elle lance ce débat pseudo-démocratique sur la fonction protocolaire du souverain et repêche pour les besoins de la cause la vieille histoire du refus du Roi Baudouin de signer la loi sur l’avortement en 1990. La polémique actuelle sert dès lors de paratonnerre pour masquer l’emprise quasi-dictatoriale et nationaliste de la particratie sur la Belgique et ses 11 millions d’habitants.
La maison royale doit être maintenue dans sa forme actuelle comme contrepouvoir unitariste et ceci au moins aussi longtemps que les nationalistes anti-belges sont au pouvoir. Le premier débat devra donc porter sur le pouvoir des nationalistes ainsi que sur le fédéralisme linguistique et non sur une institution qui – surtout en période de crise politique – a prouvé son utilité jusqu’à aujourd’hui. De toute façon, les politiciens ne peuvent décider seuls du sort de la monarchie. Un référendum devra être organisé. On en organise même sur la construction de ponts…
