BRUSSELSE RING: REGIONALISERING LOST NIETS OP, INTEGENDEEL
Op 25 oktober ll. werd bekend dat de “Vlaamse” regering beslist had dat de Brusselse ring op verschillende plaatsen extra rijstroken zou krijgen. Dit bericht geeft de indruk als zou deze overheid tenminste een poging gedaan hebben om het mobiliteitsprobleem van de hele Brusselse ring op te lossen. Niets is echter minder waar.
Ook al zou ze dat willen, dan nog kan de “Vlaamse” regering geen mobiliteitsplan ontwerpen voor de hele Brusselse ring. Sedert de “staatshervorming” van 1988 zijn de drie regionale overheden die ons land “rijk” is immers voor de aanleg van wegen bevoegd. De ring rond Brussel omspant echter zowel het grondgebied van het “Waals gewest, het “Vlaams” gewest als het Brussels gewest. Het beheer van sommige wegen is zelfs verdeeld tussen het “Vlaams” en het Brussels gewest, wat natuurlijk de meest absurde situaties tot gevolg heeft.
De B.U.B. verwerpt dit federalistisch model. Wij willen een nationaal verkeersbeleid en een Belgisch openbaar vervoer met provinciale decentralisatie. De voordelen hiervan zijn aanzienlijk, niet in het minst voor de provincie Brabant, die op een illegale wijze gesplitst werd en herenigd moet worden. Allereerst kan het treinverkeer, het wegverkeer en het openbaar vervoer zo in heel Brabant beter op elkaar afgestemd worden. De drie openbare vervoersmaatschappijen zijn overigens een zuivere geldverspilling. Bovendien zal de wegenbouw dan nog maar de bevoegdheid zijn van één enkele overheid, daar waar nu drie regio’s hun eigenbelang nastreven en hoogstens vrijblijvend samenwerken. In een overgangsfase dient de Brusselse Metropolitane Gemeenschap – die de provincie Brabant omvat – onmiddellijk in werk gesteld worden. Die moet bevoegd worden voor wegenbouw (openbare werken) en openbaar vervoer in Brabant, waarbij de nationale staat steeds de eindbeslissing heeft. De situatie vandaag toont eens te meer de catastrofe die de federalisering veroorzaakt heeft aan.
Het “Vlaams” gewest heeft nu immers beslist om in het (noord-)westelijke deel van de Brusselse ring, m.n. in de zones Zaventem, Noord en Groot-Bijgaarden vier rijstroken aan te leggen, net als fietsstroken en tramverbindingen. De tramlijnen zullen een verbinding vormen met Leuven, de hoofdstad van het zogenaamde “Vlaams”-Brabant (alsof Brabant Vlaams is, quod certe non). In het geregionaliseerde België werd de (nutteloze) “minister-president” van het (overbodige) Brussels gewest niet eens vooraf op de hoogte gesteld van deze beslissing, ondanks de impact ervan op het verkeer rond Brussel. Hij kon enkel maar aankondigen een (nutteloze) “task force” op te richten.
De “oplossing” die nu voorligt is om meerdere redenen een ramp. Allereerst zal de vervuiling toenemen. Ten tweede is een verbreding nutteloos: hoe meer men wegen vergroot, des te meer mensen de auto nemen. Bovendien zal het vernieuwde deel van de ring pas binnen vijf tot tien jaar operationeel zijn. Tegen dan is het verkeer op de weg sowieso al toegenomen. De verbreding is ten derde slechts zeer partieel en houdt enkel rekening met de (vermeende) belangen van een deel van de Noord-belgische pendelaars.
Overigens is het onbegrijpelijk waarom de zogenaamde “Vlaamse” regering tegelijk (nutteloze) projecten als “Neo” en de bouw van een nieuw nationaal voetbalstadium te Grimbergen steunt (zie onze teksten) die méér verkeer zullen aantrekken rondom Brussel en anderzijds voorhoudt het mobiliteitsprobleem te willen oplossen.
Maar het probleem is fundamenteler. Chef-politiek van De Morgen Steven Samyn legt ongetwijfeld de vinger op de wonde wanneer hij stelde: “Met geïsoleerde ‘Vlaamse’, Brusselse en ‘Waalse’ mobiliteitsplannen zal het niet lukken” (DM, 26.10.13). In dezelfde lijn merkt redacteur Michel De Muelenaere in Le Soir op dat de logica van de regionalisering een ieder-voor-zich beleid tot gevolg heeft (Le Soir, 26 oktober 2013).
Of nog, een geregionaliseerd verkeers- en mobiliteitsbeleid, dat door de 6de ‘staatshervorming’ nog uitgediept wordt (zie onze teksten), maakt een gecoördineerde nationale politiek onmogelijk. Wat overblijft zijn rivaliserende overheden die elkaar met deelbevoegdheden bekampen. Dat is een terugkeer naar de feodaliteit die alleen de belangen van de wereldvreemde en onbekwame particratie dient.
In een opiniebijdrage in Le Soir van 21 november 1988 vroeg de toenmalige Senator van Agalev, Ludo Dierickx, die als vader van de moderne Belgische beweging beschouwd kan worden, op een ironische wijze aan de toenmalige premier Martens: “Over wat kan u opscheppen in het buitenland? […] Over zelfs de autostrades gefederaliseerd te hebben?”. Die vraag is voor alle taalfederalisten en confederalisten van vandaag even actueel als voor hen die een kwarteeuw geleden België federaliseerden.
Voor de B.U.B. kan er maar één logisch besluit zijn: particratie, herfederaliseer het hele verkeesrsbeleid als u nog een beetje geeft om de belangen van de Belgische burgers !
LE RING DE BRUXELLES: LA REGIONALISATION NE RESOUT RIEN, AU CONTRAIRE
Le 25 octobre dernier, il a été annoncé que le ‘gouvernement’ “flamand” avait décidé que le ring de Bruxelles obtiendrait à différents endroits une bande de circulation supplémentaire. Cette annonce donne l’impression que ce ‘gouvernement’ a au moins fait une tentative pour résoudre les problèmes de mobilité de l’ensemble ring de Bruxelles. Pourtant, rien n’est moins vrai.
Même s’il le voulait, le ‘gouvernement’ “flamand” ne peut aborder la mobilité pour l’ensemble du ring de Bruxelles. Depuis la “réforme” de l’Etat de 1988, les trois ‘gouvernements’ régionaux dont notre pays est affublé, sont en effet responsables de la construction des routes. Toutefois, le ring de Bruxelles s’étend à la fois sur le territoire de la région “wallonne”, la région “flamande” et la Région “bruxelloise” . La gestion de certaines routes est même partagée entre la régions “Flamande” et bruxelleoise, ce qui conduit à des situations les plus absurdes.
Le B.U.B. rejette ce modèle fédéraliste. Nous désirons une politique nationale de circulation et un transport public belge avec décentralisation provinciale. Les avantages sont considérables , en particulier pour la province du Brabant, qui a été scindée de manière illégale et qui doit être réunifiée. Tout d’abord, une meilleure coordination dans l’ensemble du Brabant pourra être réalisée pour les réseaux ferroviaires, routiers et transports en commun. Les trois sociétés de transport en commun sont d’ailleurs un pur gaspillage d’argent. En outre, la construction des routes serait de la compétence d’un seul gouvernement, alors qu’actuellement, il y a trois régions qui prônent d’abord leur propre intérêt ce qui rend leur coopération plus contraignante. Dans une phase de transition, la Communauté métropolitaine de Bruxelles – qui recouvre la province de Brabant – devrait être mise en place immédiatement. Elle serait responsable de la construction des routes (travaux publics ) et des transports publics brabançonnes, tandis que l’Etat national détiendrait toujours la décision finale. La situation actuelle montre une fois de plus la catastrophe qui a été causée par la fédéralisation.
La région “flamande” a maintenant clairement décidée de construire quatre voies dans la partie (nord) ouest du ring, tout comme des pistes cyclables et des tramway, en particulier dans les régions de Zaventem, du Nord et du Grand-Bigard. Les lignes de tram vont relier Louvain, la capitale du soi-disant Brabant “flamand ” (comme si le Brabant était flamand, quod certe non). Dans la Belgique régionalisée, l'(inutile) ministre-président de la région de Bruxelles n’a même pas été informé de cette décision, en dépit de son impact sur le trafic autour de Bruxelles. Il a seulement pu annoncer une (inutile) “task force” pour en discuter.
La «solution» qui se présente désormais est une catastrophe pour plusieurs raisons. Tout d’abord, la pollution augmentera. En outre, un élargissement s’avère inutile: plus on élargit les routes, plus les gens prennent leur voiture. De plus, la nouvelle partie du ring devra être opérationnelle endéans les cinq à dix ans. D’ici là, le trafic sur la route aura quand même augmenté. L’élargissement est en troisième lieu très partiel et ne prend en compte les intérêts (présumés) que d’une part des navetteurs belges du nord du pays.
Par ailleurs, il est difficile de comprendre pourquoi d’une part, le ‘gouvernement’ “flamand” soutient des projets (inutiles) tel que «Neo» et la construction d’un nouveau stade national de football à Grimbergen (voir nos textes) qui vont amplifier le trafic autour de Bruxelles et qi’il essaie résoudre d’autre part vouloir résoudre les problèmes de mobilité.
Cependant, le problème est plus fondamental. Le spécialiste politique en chef de De Morgen, Steven Samyn, met sans doute le doigt sur le problème lorsqu’il déclare: «Avec des politiques isolées de mobilité ‘flamande’, bruxelloise et ‘wallonne’, ça ne marchera pas» (DM 26/10/13). Dans la même ligne éditoriale, Michel De Muelenaere dans Le Soir note que la logique de régionalisation se traduit par des politiques du chacun pour soi (Le Soir, 26 octobre 2013).
Ou encore, une politique de régionalisation de la circulation et de la mobilité, qui sera approfondie par la 6ème « réforme » de l’Etat (voir nos textes), rend une politique nationale et coordonnée impossible. Il ne subsiste que des gouvernements rivaux qui s’affrontent avec des compétences partielles. C’est un retour à la féodalité qui ne sert que les intérêts immondes et ineptes de la particratie.
Dans une opinion parue dans Le Soir du 21 Novembre 1988, le sénateur Agalev Ludo Dierickx, qui peut être considéré comme le père du mouvement belge moderne, a demandé d’une manière ironique au premier ministre Martens: “De quoi pouvez-vous vous vanter à l’étranger? » […] ” d’avoir fédéralisé même les autoroutes ” Cette question reste pour tous les fédéralistes linguistiques et les confédéralistes d’aujourd’hui tout autant actuelle que pour ceux qui, il y a un quart de siècle fédéralisèrent la Belgique.
Pour B.U.B. il ne peut y avoir qu’une seule conclusion : particratie, refédéralisez l’ensemble de la gestion de la circulation si vous accordez encore un peu d’importance aux intérêts des citoyens belges!
