DE PARADOX VAN LISSABON
Op 11 juni 2008 stemden de Ieren tegen het nieuwe Europese verdrag van Lissabon dat het Verdrag van Rome van 1957 en het Verdrag van Maastricht van 1992 aanpast en de mislukking van de Europese grondwet in 2005 moest opvangen. De Belgische premier, Yves Leterme, heeft gereageerd op deze afkeuring door te zeggen dat de goedkeuring van dit verdrag essentieel is “om de efficiëntie, de cohesie, de transparantie en de democratie in de Europese Unie te versterken.” Wanneer Belgische traditionele politici over de Europese eenmaking spreken, valt de mond van de unitaristen open. Waarom zou het hen wél lukken met 20 taalgroepen, wat hen niet eens lukt met 2 ? Waarom doen de separatisten en confederalisten zich voor als goede Europeanen? Het lijkt ons een contradictio in terminis, een paradox. De argumenten die deze politici gebruiken om het Verdrag van Lissabon goed te laten keuren door onze 9 (!) parlementen en commissies, namelijk de efficiëntie, de cohesie, de transparantie en de democratie, zijn exact een deel van de principes waar de Belgische staatsstructuur, die zich kenmerkt door haar inefficiëntie, uitgesproken tweedracht, extreme complexiteit en gebrek aan democratisch gehalte, haaks op staat ! Yves Leterme, die aan het hoofd van een land staat dat al een jaar politiek verlamd is door politiek-communautaire spelletjes, zei verder nog in een reactie op vrijdag: “In geen geval mag de Unie [door het Ierse nee] verlamd worden”. En hij voegde eraan toe dat de Europese Unie zich met de echte problemen van de burger moet bezighouden. Hij is goed geplaatst om het te weten. Van de tien Belgische stemmingen, zijn er nog vier te gaan. Nog een geluk dat niemand weet waarover het gaat en wij hier, in periode van inflatie, allemaal bezig zijn met de échte problemen, zoals de staatshervorming en BHV… |
LE PARADOXE DE LISBONNE
Le 11 juin 2008, les Irlandais votaient contre le nouveau traité européen de Lisbonne devant adapter le Traité de Rome de 1957 et le Traité de Maastricht de 1992 et qui est destiné à compenser l’échec de la Constitution européenne de 2005. Le Premier Ministre belge, Yves Leterme, a réagi à ce rejet populaire en affirmant que l’approbation de ce traité était essentielle « pour renforcer l’efficacité, la cohésion, la transparence et la démocratie au sein de l’Union européenne. »
Lorsque les politiciens traditionnels belges parlent de l’unification européenne, les unitaristes ont de bonnes raisons pour s’étonner. Pourquoi réussiraient-ils à réaliser entre 20 groupes linguistiques, ce qui leur semble impossible à 2? Pourquoi les séparatistes et confédéralistes se font-ils passer pour de bons Européens ? Cela nous semble une contradiction in terminis, un paradoxe. Les arguments employés par ces politiciens pour faire approuver le Traité de Lisbonne par nos 9 (!) parlements et commissions, c’est-à-dire l’efficacité, la cohésion, la transparence et la démocratie, sont exactement ces principes qui sont en contradiction flagrante avec la structure étatique belge, caractérisée par son inefficacité, sa bipolarité exacerbée, sa complexité extrême et son manque de démocratie.
Yves Leterme, qui est à la tête d’un pays politiquement paralysé depuis un an par des jeux politico-communautaires, déclara aussi vendredi:
“En aucun cas, l’Union ne peut être paralysée [par le non irlandais]”. Et il y ajouta que l’Union européenne doit s’occuper des vrais problèmes du citoyen. Il est bien placé pour le savoir. Des dix votes belges, il en reste encore 4 à faire. Heureusement que personne ne sait de quoi il s’agit et que nous, en période d’inflation, on s’occupe des vrais problèmes, comme la réforme de l’Etat et BHV…