DE MAN DIE TEVEEL WIST
De Belgische zakenman, Luc Vansteenkiste, bestuurder van Recticel NV, werd op 22 september 2009 gearresteerd wegens misbruik van voorkennis en in de gevangenis van Vorst opgesloten. Hij zou als “insider” begin oktober 2008 een groot aantal Fortis-aandelen hebben verkocht omdat hij op dat moment, samen met enkele andere personen, op de hoogte zou geweest zijn van de nakende ontmanteling van de Fortis-groep. Deze aanhouding in het kader van de wet op de voorlopige hechtenis gebeurde wegens een vermeende schending van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten. Deze wet lijkt ons door haar vaag en onduidelijk karakter echter in strijd met de mensenrechten.
Misbruik van voorkennis bestaat uit het misbruiken van informatie tussen het moment waarop belangrijke informatie met betrekking tot (aanverwante) financiële instrumenten slechts bij enkele personen bekend is en het moment van verspreiding onder het publiek.
Er bestaan drie soorten verboden handelingen:
– het verkrijgen of vervreemden van (aanverwante) financiële intrumenten;
– het meedelen van voorkennis;
– het aanbevelen financiële instrumenten te verkrijgen of te vervreemden.
Voorkennis moet aan 4 kenmerken voldoen:
1) ze moet nauwkeurig zijn;
2) ze moet rechtstreeks of onrechtstreeks slaan op één of meer (emittenten van) financiële instrumenten;
3) de informatie mag niet openbaar gemaakt zijn;
4) de voorkennis moet potentieel koersbeïnvloedend zijn.
Het verbod tot misbruik van voorkennis geldt voor :
– primaire insiders, d.w.z. bestuurders, werknemers (waaronder kuispersoneel en taxi-chauffeurs !) en aandeelhouders ;
– secundaire insiders, d.w.z. mensen die informatie bekomen van primaire insiders, zelfs via andere secundaire insiders, zoals boekhouders, notarissen, architecten, advocaten, ministers en hun echtgenoten of vrienden !
Zonder de volledige wet juridisch uiteen te zetten, merkt men al onmiddellijk op ze complex en breed toepasselijk is.
Onze zorg gaat uit naar het volgende punt :
deze wet is in strijd met de mensenrechten en meer bepaald artikel 1 van het Eerste Aanvullende Protocol bij het Europees Verdrag voor de Bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM) omdat ze door haar vaagheid niet in de uitzondering van deze bepaling kadert.
Dit artikel bepaalt:
“Alle natuurlijke of rechtspersonen hebben recht op het ongestoord genot van hun eigendom.”
Hier volgt o.a. uit dat mensen niet kunnen vervolgd worden omdat ze aandelen op een bepaald moment verkopen.
Dit artikel voorziet wel de volgende uitzondering:
“De voorgaande bepalingen zullen echter op geen enkele wijze het recht aantasten dat een Staat heeft om die wetten toe te passen welke hij noodzakelijk oordeelt om toezicht uit te oefenen op het gebruik van eigendom in overeenstemming met het algemeen belang […].”
De wet in kwestie moet dan wel het algemeen belang dienen.
Het is echter zeer de vraag hoe het algemeen belang kan gediend worden door een vage en onduidelijke wet, die verschillende interpretaties toelaat.
Hoe kan men immers verdedigen dat bijv. een minister die op het moment dat hij onderhandelt over de verkoop van een grote Belgische bank aan een buitenlandse bank aan zijn vrouw de opdracht geeft om maar snel haar aandelen van die grote Belgische bank te verkopen vóór het aandeel keldert zonder dat men een zakenman verdedigt die op hetzelfde moment op basis van bepaalde, al dan niet openbare informatie, zijn aandelen verkoopt.
Zonder exhaustief te willen zijn, halen we nog de volgende punten aan:
– de wet geldt niet voor “geruchten”. Wat is het verschil tussen een gerucht en precieze informatie? Waar ligt de grens?
– informatie is niet bevoorrecht wanneer ze louter slaat op de kennis van de algemene economische, financiële of politieke toestand. Kan men die niet altijd inroepen?
– bevoorrechte informatie wordt openbaar en kan dus geen aanleiding geven tot vervolging van personen wanneer ze nationaal wordt verspreid. Dit kan door publicatie in een nationale krant. Buiten het feit dat in België niet echt nationale kranten bestaan, is deze verspreiding geen garantie op werkelijke kennisoverdracht. Dan nog zal slechts een select aantal mensen, die toevallig die krant lezen, op de hoogte worden gesteld. Wat met publicatie op een internetsite? Of op een weblog?
– Ook informatie meegedeeld aan bijvoorbeeld onderhoudspersoneel van het bedrijf van de aandelen wordt geviseerd. Wat als de kuisvrouw zich schuldig maakt aan het verspreiden van die vertrouwelijke informatie?
– De keten van secundaire insiders die de informatie aan elkaar doorgeven kan in principe oneindig worden uitgebreid, maar het openbaar ministerie moet wel kunnen bewijzen dat de bron van de informatie een primaire insider is…
– Het is zeer uitzonderlijk dat iemand wegens beweerde schending van deze wet in voorhechtenis wordt genomen. Er zijn nauwelijks vervolgingen in het kader van deze wet omdat de meeste zaken bij gebrek aan bewijs zonder gevolg geklasseerd worden. En als het dan toch tot een rechtszaak komt, worden de beklaagden meestal vrijgesproken, al dan niet in hoger beroep.
Als fervente verdedigers van de vrijheid van denken en handelen alsook van transparante wetgeving (zie onze kritiek op het taalfederalisme) kunnen wij deze wet van internationale (Amerikaanse) oorsprong niet goedkeuren. Men kan geen mensen sanctioneren omdat ze op een bepaald moment beslissen zich van hun legale eigendom te ontdoen. Deze wetgeving komt gevaarlijk dicht bij de gedachtepolitie en kan nooit consequent en zonder discriminatie worden toegepast. Deze wet is een onaanvaardbare loterij waarmee mensenlevens voor niets kunnen worden kapotgemaakt terwijl ze het algemeen belang niet of nauwelijks dient. De Belgische en Europese rechtsordes dienen deze slechte wet dan ook onmiddellijk af te schaffen.
Misschien is dit eens een serieuze opdracht voor onze horde nationalistische particraten die zo graag bezig zijn met niemandallen als hoofddoeken en kieskringen en die zo graag hun communautaire spierballetjes laten zien.
L’HOMME QUI EN SAVAIT TROP
L’homme d’affaires belge, Luc Vansteenkiste, administrateur de la SA Recticel, a été arrêté le 22 septembre 2009 pour délit d’initié et a été écroué à la prison de Forest. Début octobre 2008, il aurait vendu un grand nombre d’actions Fortis en tant qu’initié puisque, à ce moment-là, il aurait été au courant avec quelques autres initiés du démantèlement imminent du groupe Fortis. Cette arrestation, effectuée dans le cadre de la loi sur la prévention détentive, est fondée sur une prétendue violation de la loi du 2 août 2002 relative à la surveillance du secteur financier et des services financiers. Néanmoins, cette loi nous semble contraire aux droits de l’Homme en raison de son caractère vague et imprécis.
[La suite du texte est en néerlandais]