JOHAN VANDE LANOTTE EN BART DE WEVER: WAAROM ZIJN ZIJ DIKKE VRIENDEN?


JOHAN VANDE LANOTTE EN BART DE WEVER: WAAROM ZIJN ZIJ DIKKE VRIENDEN
?

Eind 2010 was Minister van Staat, Johan Vande Lanotte (sp.a), koninklijk bemiddelaar. Hij vervulde die functie gedurende 99 dagen. Aanleiding daartoe was het unisono afschieten van de “compromis”-nota van Bart De Wever door alle Franstalige partijen op 18 oktober 2010. Nochtans bestond zijn opdracht erin te “verduidelijken”, niet om een “minimumbod” te doen.

Zoals ondertussen genoegzaam bekend is, was de nota De Wever een zuiver separatistisch werkstuk, gericht op het hart van de Belgische staat. De gewesten en – vooral – de gemeenschappen zouden semi-onafhankelijke regiostaten worden binnen een ceremoniële monarchie België, elk met een eigen grondwet en betaalde feestdag, bevoegd voor het innen van een zeer substantieel deel van de belastingen, met een eigen justitie-apparaat, Rekenhof en veiligheidsdiensten. Daarenboven zouden hun bevoegdheden uiteraard substantieel worden uitgebreid in zowat alle domeinen (op defensie na).

Van een verantwoordelijk Belgisch staatsman zou men verwachten dat hij niét doorwerkt op zo’n nota of op zijn minst het geheel tot 50% reduceert, zodat de finale onderhandelingen de “schade” beperken om uiteindelijk de staatshervorming op de lange baan te schuiven.

Johan Vande Lanotte deed echter het tegendeel: niet alleen behield hij de nota-De Wever als basis – een nota die hij overigens vaak letterlijk overschreef – maar hij gooide er nog nieuwe hele en halve splitsingen bij: de dienstencheques, de centra voor ambulante revalidatie, de wet op het mariene milieu, de forensische centra, de hele penitentiaire infrastructuur, de prijzencontrole, het “ervaringsfonds”, de Nationale Raad voor kwaliteitsbewaking van het RIZIV, de arbeidskaarten voor migranten enz.

Door zo slaafs nationalistisch te handelen verlegde Vande Lanotte de “ondergrens” van wat voor de “traditionele partijen” qua staatshervorming mogelijk was enorm. Het communautair akkoord volgt immers voor 1/3de de nota-De Wever, schrapt 1/3de volledig en zwakt de rest af (of verbindt het met samenwerkingsakkoorden). De nota Vande Lanotte daarentegen schrapte slechts 15% compleet en zwakte 1/3de (meestal licht) af, maar voegde er ongeveer evenveel aan toe. De partijen die erna onderhandelden hebben dus, voor zover ze nog een Belgische reflex hadden, moeten onderhandelen op basis van een nota-De Wever “plus”. Men kan zich dan ook terecht afvragen waarom N-VA deze voor haar zeer gunstige nota heeft afgeschoten…

Hoe dan ook, op 5 januari 2011 werd de nota-Vande Lanotte platgebrand door CD&V en vervolgens door de N-VA. Naar aanleiding van die turbulente periode, schreef de “socialist” (of moeten we zeggen “nationaal-socialist”) een nieuw boek – Dagboek van een Crisis getiteld.  Enkele dagen geleden nodigde VRT-radio naast de auteur ook (de onvermijdelijke) Bart De Wever uit. Die had immers het voorwoord van het boek geschreven. Beide heren waarderen elkaar zeer, zo zeggen ze zelf.

Volgens Vande Lanotte was het afschieten van de nota door de Franstalige partijen onterecht, want het was een “goede” en “consistente” nota, die hijzelf als basis zou gebruiken. Toen de “socialist” zijn opdracht aanvaardde beloofde hij Bart De Wever hetzelfde pakket binnen te halen. Zijn redenering was dat de Franstalige partijen hem wel zouden gunnen, wat ze De Wever niet gunden.

Zou u zich kunnen voorstellen dat Nicolas Sarkozy en Marine Le Pen van het radicaal-rechtse FN elkaar “waarderen” en dat aan de wereld komen verkondigen …? Voor Vande Lanotte kan het blijkbaar wel. “Bart De Wever is mijn vriend”; zijn uitspraak siert de eerste bladzijde van een recente editie van Humo (december 2011). Onvoorstelbaar dat iemand die heult met radicaal-rechts in een West-Europese democratie minister kan worden en zelfs als “Belgischgezind” kan doorgaan…

De nationalistische particratie die het Koninkrijk België teistert zal de Belgische problemen niet oplossen. Ze IS het probleem.