In De Standaard van 22 februari jl. verscheen alweer een schrijfsel van de Vlaams-nationalistische Gravensteengroep. Misschien heeft hun leider, Prof. Vermeersch, zelfverklaard “moraalfilosoof” (maar van welke moraal?) wel onlangs onze website geconsulteerd, waar een artikel te lezen staat over de onafwendbare teloorgang van zijn club. Hoe dood en begraven het verhaal wel is, blijkt trouwens uit het aantal ondertekenaars. Ondanks een opiniebladzijde in een groot dagblad raakt men nog stééds niet over de 9900 ondertekenaars. (klik hier). En dat na jaren agitatie. De geschreven pers is in België gelukkig nog steeds wat vrijer dan de “openbare” media, en het dagblad nam dan ook enkele reacties op (infra), waarvan die van Lieven De Cauter de beste is. De grappigste is evenwel die van dinosaurus Frans Crols die Vermeersch niet extremistisch genoeg vindt en meent dat “de Vlamingen” geen staatshervorming willen, maar een onafhankelijk Vlaanderen.
De Gravensteentekst zelf getuigt van zoveel intellectueel onvermogen, dat we niet eens meer de moeite doen om erop te reageren. Het is een mengsel van zogenaamd “links” denken (tot aan de taalgrens”) en het rechtse nationalisme, genre N-VA en VB, waar “identiteit” – de “Vlaamse” welteverstaan – centraal staan. We geven u een voorbeeld van het niveau van deze tekst. “Links legitimeert de eigen inertie door te stellen dat het (neo)liberalisme de enig overblijvende ideologie is waartegen het, ook op Europees vlak, bitter weinig vermag. Het bewijst lippendienst aan een slecht omschreven ‘solidariteit’, maar staat sprakeloos tegenover het onbeperkte streven naar winstmaximalisatie.“. Tot daar aan toe. Verder lezen we echter: “Een systeem wordt pas solidair wanneer het efficiënten met politieke verantwoordelijkheid wordt georganiseerd, wanneer het dus anders verloopt dan in België het geval is. Dit veronderstelt een duidelijke reorganisatie van de solidariteit tussen regio’s, zonder de federale overheid als mistgordijn.” Met andere woorden: Vermeersch en co. willen het Europese “neoliberalisme” bestrijden door een verzwakking en zelfs de vernietiging van een staatje van 30.000 vierkante kilometer met 10 miljoen inwoners? Ja, daar zal men bij Opel of General Motors beslist onder de indruk van zijn. Ongetwijfeld liggen de grote bedrijven en multinationals die zich over alle lands- en taalgrenzen structureren wakker van een “Vlaamse” marionettenstaat. Het toppunt is wel dat deze tekst stelt dat de economische markt (…) steeds meer een Europese of zelfs globale integratie kent. Inderdaad, en dus ook een Belgische. Waarmee meteen de onzin van Vla-Wallo-Bru bewezen is.
Driemaal links is ook rechts
Het vijfde Gravensteenmanifest
Solidariteit in België lijkt steeds meer op liefdadigheid.
Politiek links in Vlaanderen smelt weg. Klopt het hart van de Vlamingen inderdaad rechts, zoals de recente publicatie, ‘Rechts Vlaanderen’ van Henk de Smaele, beweert? Of is het eerder zo dat de kiezers zich niet meer herkennen in wat ‘linkse partijen’ hen te bieden hebben? De GRAVENSTEENGROEP neigt naar het tweede antwoord.
Ten eerste stelt links geen structurele hervormingen meer voor, maar beperkt het zich tot een sociaal beleid. Links voert geen economische strijd meer. Ten tweede kiest links na de sterke opkomst van rechts in Vlaanderen voor de moraliserende reactie. Het morele oordeel vervangt analyse en onderzoek. Links hypothekeert hiermee zelf de mogelijkheid tot efficiënte politieke acties. Ten derde: ter compensatie van zijn slinkende kracht in Vlaanderen, teert links op de macht van de linkse partijen in Franstalig België.
Precies de weerstand van de Franstalige partijen tegen een democratische staatshervorming verhindert echter de efficiënte organisatie van een sociaal beleid. Dit beleid omvat de belangrijkste hefbomen voor een herverdeling van de welvaart, zoals fiscaliteit, sociale zekerheid en arbeidsmarktbeleid. ‘Solidariteit’ in België lijkt steeds meer op liefdadigheid, omdat de federale overheid geld verdeelt zonder structurele aansporing tot economische aanpassingen of tot politieke verantwoordelijkheid (onder meer door de Bijzondere Financieringswet van 1989). Vlaams links biedt geen verzet, want het denkt in termen van de Belgische machtsstructuren. Zo gaat het echter voorbij aan de culturele en sociale strijd van zijn eigen verleden. De Rode Leeuwen zijn tricolore muizen geworden.
De linkse leegte
Linkse politici hebben de opmars van de (neo)liberale politiek niet tegengehouden, integendeel: sinds het einde van de jaren 1980 hebben ze mee overheidsbedrijven geprivatiseerd, de pensioenen naar de beurs verplaatst, regelgeving en controle op de financiële markten afgebouwd (Schröder in Duitsland, Jospin in Frankrijk, het duo Blair-Brown in Groot-Brittannië, Clinton in de VS). In België tolereert links een onrechtvaardige fiscale politiek.
In deze context vormt ‘solidariteit’ niet langer de inzet voor een politiek-economische strijd ter verdediging van de zwakkeren. Die solidariteit garandeert zelfs geen billijke herverdeling meer. Links legitimeert de eigen inertie door te stellen dat het (neo)liberalisme de enig overblijvende ideologie is waartegen het, ook op Europees vlak, bitter weinig vermag. Het bewijst lippendienst aan een slecht omschreven ‘solidariteit’, maar staat sprakeloos tegenover het onbeperkte streven naar winstmaximalisatie.
Links spitst zich intussen toe op het sociaal beleid. Daardoor verschuift zijn doelpubliek van de werknemers naar de sociaal hulpbehoevenden. Als deze laatste groep vandaag een linkse stem uitbrengt, dan doet ze dat om iets te behouden, niet om iets te veranderen. Tegenwoordig is er dan ook geen strijdend electoraat meer dat zich in een politieke partij verenigt. Er zijn slechts politieke partijen op zoek naar een electoraat.
Elke linkse beweging heeft een verankering in de bevolking nodig. Maar een eigen volksbeweging klinkt wel meteen verdacht voor links in Vlaanderen. Met het kiezersvolk dat naar populistische partijen overloopt wil dit links niets te maken hebben. Wie van links identificeert zich immers nog met de arbeidsklasse? Niemand die in politieke zin macht heeft. Maar links denkt wel te kunnen overleven dankzij België. Zo draait de spiraal neerwaarts. Het klassieke electoraat van links kiest nu voor rechts. Wie overblijft op links kijkt naar België voor steun. België, schijnbaar de enige garantie dat rechts niet het hele politieke spectrum overneemt.
In werkelijkheid is het precies de Belgische constructie die haaks staat op een progressief project. Ondertussen lijkt Vlaams links enkel nog betekenisvol voor wie meegaat in de illusie dat België een soort non-identiteit biedt waarbinnen een louter sentimenteel voorgestelde ‘solidariteit’ mogelijk is. De rechtse partijen in Vlaanderen worden groter, want met zijn elitaire opstelling heeft dit links zichzelf de pas afgesneden om een volwaardige beweging te kunnen worden.
De linkse politieke actie wordt dan vervangen door het morele (voor)oordeel. Zo’n houding laat niet langer toe dat er nog kritische vragen worden gesteld bij de organisatie van de (federale) staat. Zelfs niet als die staat minder democratisch wordt en de ontwikkeling van de solidariteit steeds meer beperkt.
Solidariteit op lange termijn verzekeren veronderstelt ingrijpende veranderingen aan de huidige status-quo. Een systeem wordt pas solidair wanneer het efficiënten met politieke verantwoordelijkheid wordt georganiseerd, wanneer het dus anders verloopt dan in België het geval is. Dit veronderstelt een duidelijke reorganisatie van de solidariteit tussen regio’s, zonder de federale overheid als mistgordijn.
Geeft men met deze positie toe aan rechts in Vlaanderen? Neen, want een staatshervorming dient niet om de solidariteit af te schaffen, maar om haar mogelijk te maken als iets dat de liefdadigheid overstijgt. Een open pleidooi voor meer autonomie zou de linkse partijen in Vlaanderen juist kunnen versterken.
Egoïstisch
Zal een hervorming van de solidariteit de verarming van de bevolking in het zuiden van het land met zich meebrengen? Niet noodzakelijk. De duidelijkste verliezer van een structurele hervorming is de huidige Franstalige politieke elite, die aan invloed verliest naarmate ze verantwoordelijk wordt gesteld voor het door haar gevoerde beleid. Hoe kan dat een slechte zaak zijn voor de gewone burger?
De Belgische natiestaat verliest in elk geval op twee niveaus aan belang. Het politieke zwaartepunt verschuift naar de regio’s en de economische markt kent steeds meer een Europese of zelfs globale integratie. Links heeft er dus alle belang bij de organisatie van deze veranderingen goed te begeleiden en op de evolutie te anticiperen. Indien links elk streven naar een staatshervorming, ook uit progressieve hoek, probeert te herleiden tot een voorbijgestreefd en ‘egoïstisch’ romantisch nationalisme, vervreemdt het verder van zijn bestaande en potentiële kiezersvolk, dat zich terecht vragen stelt bij de Belgische constructie. Belgisch links slaagt er niet in om het sociale en fiscale beleid transparant, efficiënt en met politieke verantwoordelijkheid te organiseren. Ondertussen strijdt links evenmin tegen het systeem dat de economische crisis veroorzaakte. De ‘solidariteit’ wordt gegijzeld door het partijpolitieke machtsspel. Ze leidt niet tot gelijkwaardigheid. Vlaams links implodeert dan ook door zijn voorkeur voor de oude Belgische machtsstructuren. Wie zich in Vlaanderen links voelt, blijft verweesd achter.
De volledige versie van het manifest en de lijst van ondertekenaars vindt u op het web.
www.gravensteengroep.org
ETIENNE VERMEERSCH Wie? Emeritus hoogleraar moraalfilosofie (UGent). Hij schreef deze tekst samen met de andere leden van de Gravensteengroep. Wat? Links lijkt enkel nog betekenisvol voor wie meegaat in de Belgische non-identiteit. Waarom? Solidariteit lijkt in België steeds meer op liefdadigheid.
TE WEINIG, TE LAAT
De denkgroep RES PUBLICA formuleert enkele ‘republikeinse bedenkingen bij het zoveelste Gravensteenmanifest’.
Gisteren verscheen in De Standaard de verkorte versie van een nieuw ‘Gravensteenmanifest’ van de hand van Etienne Vermeersch. Het vijfde al, zo tellen we. Sinds Johan Sanctorum deze groep in 2008 verliet, omdat de groep zich liet domineren door de reformistische strekking van professor Vermeersch (voor het behoud van een hervormd België, en dus eigenlijk het status-quo) is de autonomistische punch er blijkbaar helemaal uit. Gisteren werd ons vooral een nostalgische jammerklacht gepresenteerd over de teloorgang van links in Vlaanderen, eerder dan een zelfbewust onafhankelijkheidsdiscours.
De eerbiedwaardige nestor van de groep blijft steken in het 20ste-eeuwse begrippenkader van een linkerzijde (die voor de arbeider moet opkomen) en een rechterzijde die het patronaat vertegenwoordigt. Terecht stelt hij dat een versmallend intellectueel establishment in Vlaanderen zich blijft vastklampen aan de Belgische non-identiteit, in de hoop haar eigen vel te redden, maar dat is een open deur die al honderd keer werd ingetrapt. Zijn kritiek op de linkerzijde is ook al terecht, maar een stamp in een even grote open deur, ten nadele van de essentie: dat de Belgische constructie niet meer te redden is, tenzij Vlaanderen opnieuw inbindt. En dat we ons nu moeten concentreren op het post-Belgische republikeinse debat: welk soort Vlaanderen willen we? Hoe willen we het verschil maken met het Belgische democratisch deficit en de bestuurskundige verloedering die rechteloosheid creëert, banken aan het buitenland uitverkoopt, smurrie in de rivieren drijft en treinen op elkaar doet botsen?
Men begint te vermoeden dat de Gravensteengroep gebukt gaat onder de privéfrustratie van enkele stokoude Belgen, die het ancien régime én traditioneel links willen redden door datzelfde links (zeg maar: SP.A en Groen!) te hermobiliseren in een staatsreformistisch project.
Het appel aan klassiek links om een grote staatshervorming te steunen, komt veel te laat, en het is te weinig. In de plaats daarvan moeten we meedenken aan een pluralistisch republikeins project. De Vlaamse publieke opinie is nauwelijks nog in een staatshervorming geïnteresseerd. Ze is al op weg naar de volgende statie, het eindstation, waarin solidariteit met Wallonië zal gedefinieerd worden als Europese ontwikkelingshulp.
De volledige tekst vindt u op:
www.respublica.eu.tt
FRANS CROLS Wie? Columnist en voormalig hoofdredacteur van Trends. In naam van Res Publica, denkgroep voor Vlaamse onafhankelijkheid. Wat? Het appel van de Gravensteengroep is te zwak. Waarom? De Vlaamse publieke opinie staat al veel verder.
WE ZIJN AL ZO KLEIN
Links heeft een probleem en België moet hervormd worden, vindt ook LIEVEN DE CAUTER, maar Vlaamse autonomie is zeker niet het antwoord.
Het klopt dat links geen echt antwoord heeft op het neoliberalisme. Maar echt nieuw is dat niet te noemen: het geldt al twee decennia wereldwijd, of minstens voor heel Europa. Met Vlaanderen heeft dat dus allemaal weinig te maken.
Er is ook iets mis met de logica dat links hier een amechtig unitarisme verdedigt en daardoor niet progressief kan zijn. Dat de SP.A geen echt antwoord heeft op het neoliberalisme, komt omdat het een centrumpartij is geworden, en dus niet meer echt links is. En trouwens nauwelijks nog unitaristisch.
Academisch en activistisch links (Attac, de vredesbeweging, de andersglobalisten), heeft wel een antwoord op het neoliberalisme, alleen ontbreekt de echt brede linkse formatie die hen partijpolitiek een stem zou moeten geven. En deze kringen, waarvan de Vooruitgroep een niet onaardige bundeling vormt, hebben vele wetenschappelijke en statistische argumenten om aan te tonen dat een autonoom Vlaanderen veel minder solidair zal zijn dan een goed hervormd België.
In een volgend manifest moet de Gravensteengroep maar eens uitleggen hoe je in een door en door centrumrechts Vlaanderen solidariteit kunt waarborgen.
Ook de Warandegroep, de patronale tegenhanger van de Gravensteengroep, pleit voor een splitsing van het land, omdat ze onder andere denken dat ze zo de macht van de (unitaire) vakbonden makkelijker kunnen breken. Dat stemt toch tot nadenken.
Ook hoe de Gravensteengroep de solidariteit met Wallonië zal waarborgen, blijft wat vaag in het manifest. ‘Zal een hervorming van de solidariteit de verarming van de bevolking in het zuiden van het land met zich meebrengen? Niet noodzakelijk.’ Maar wel mogelijk. Fraai.
We zijn al zo klein. Kosmopolitisme, een ecologische en radicaal sociale politiek, is de enige weg in het aanschijn van de uitdagingen die ons te wachten staan. Of België gewapend is om die uitdagingen aan te gaan is al een groot vraagteken. Maar een autonoom Vlaanderen werpt nog minder gewicht in de schaal als het gaat om grensoverschrijdende problemen; en er zijn in onze geglobaliseerde wereld alleen nog grensoverschrijdende problemen. Dus wat lost een autonomie eigenlijk op?
Als knuppel in het hoenderhok kan dit manifest wel tellen, zeker met het oog op de dag van het socialisme op 20 maart in Gent. Iedereen is het eens over de noodzaak van een brede, echt linkse politieke formatie in Vlaanderen. Ik hoop dat daar nu eens eindelijk werk van wordt gemaakt.
LIEVEN DE CAUTER Wie? Cultuurfilosoof. Wat? Een autonoom Vlaanderen kan nooit solidair zijn. Waarom? Vlaanderen is door en door centrumrechts.
LINKSE LEEGTE
Staat politiek links in Vlaanderen zwak omdat het te belgicistisch is? Niet volgens DIRK HOLEMANS. Links staat zwak omdat het niet links genoeg is.
De Gravensteengroep geeft links Vlaanderen er flink van langs. Los van de wat overdreven gretigheid waarmee de groep de karwats hanteert, snijdt zijn sociaaleconomische kritiek stevig hout. Rood is de voorbije decennia inderdaad verbleekt tot centrumgrijs. Het omarmde het centrumdenken, de derde weg, en zo kreeg de neoliberale politiek vrij spel.
Maar hiermee is het vijfde Gravensteenmanifest nog geen sterk manifest. Integendeel, op vlak van logica maakt het er een potje van. De teloorgang van links, die te wijten is aan zijn centrumkoers, wordt op één hoop gegooid met de stelling dat links in Vlaanderen zwak staat omdat het belgicistisch is. Door dat te poneren kom je uit waar je wilt uitkomen: links zal in Vlaanderen enkel sterker kunnen worden als het Vlaamser wordt.
Mocht deze redenering juist zijn, dan zou links in Vlaanderen betekenisvol zwakker moeten staan dan de linkse partijen in andere West-Europese landen. Onder meer de laatste Europese verkiezingen hebben juist iets anders getoond en bevestigd: links, en in het bijzonder de sociaaldemocratie, staat heel zwak in veel Europese landen. De zwakte van links in Vlaanderen maakt dus deel uit van een ‘Europese linkse leegte’ en heeft weinig van doen met de concrete Belgische situatie.
Links zal in Vlaanderen sterker worden als het weer een eigen, eigentijds toekomstverhaal heeft, dat onder meer een alternatief biedt voor de doelloze neoliberale globalisering. Dit is een opdracht die Vlaanderen én België overstijgt, het is een concrete taak voor de sociaaldemocraten en ecologisten in alle Europese landen.
En in dit breder verhaal past ook voor mij de zoektocht naar de juiste staatsstructuren. België is inderdaad geen heilige constructie, maar een huis dat voortdurend aan de nieuwe omstandigheden aangepast moet worden. Ik ben geen belgicist en subsidiariteit vormt een belangrijk beginsel in een sterker wordend Europa. Maar meer Vlaanderen is geen garantie op meer solidariteit, noch op een beleid dat afscheid neemt van het neoliberale marktdenken. Daarvoor zal links eerst de handen in elkaar moeten slaan om duidelijk te maken wat meer solidariteit in Vlaanderen concreet kan betekenen. Er is dan ook geen reden om als linkse Vlaming ‘verweesd achter te blijven’, zoals het manifest op het einde stelt, wel om de handen uit de mouwen te steken.
DIRK HOLEMANS Wie? Hoofdredacteur van de sociaalecologische denktank Oikos. Wat? Meer Vlaanderen is geen garantie op een betere solidariteit. Waarom? Links heeft in de eerste plaats een toekomstperspectief nodig.