PS EN SP.A HOUDEN ANTI-BELGISCHE KOERS AAN
Toen CD&V enkele weken geleden besliste om zonder de N-VA te onderhandelen, was de euforie in sommige kringen erg groot. Er was “weer hoop”. Maar hoop voor wie? Alvast niet voor de Belgen, laat staan voor de unitaristen – tot nader order de grootste politieke stroming in België ondanks een totale mediaboycot.
De onderhandelingsnota van Di Rupo ligt nog steeds op tafel en de basis daarvan zijn de revendicaties van de « Vlaamse » en “Waalse” nationalisten. Het gaat om meer dan 17 miljard euro aan “bevoegdheidsoverdrachten” (lees: splitsingen op taalbasis dus partieel separatisme), maar voor vice-premier Onkelinckx (PS) is dat nog niet genoeg. Daags nadat CD&V de N-VA loste, verklaarde ze op 23 juli 2011: “We zijn de Vlaamse partijen iets verschuldigd” (lees: “we moeten nog meer toegevingen doen aan de anti-Belgische nationalisten”). De separatisten zijn amper één dag weg en de “Waalse” socialiste verklaart al dat er nog méér gesplitst moet worden. Je kan het zo gek niet bedenken. De N-VA mag dan van de onderhandelingstafel verdwenen zijn, het gedachtegoed van die partij allerminst.
In een poging om de beste “Waal” of “Vlaming” te zijn, steken de zogenaamde traditionele partijen de separatisten naar de kroon. Zo verklaarde “Vlaams” minister Ingrid Lieten (sp.a) in een interview aan De Standaard op 23 juli 2011 dat, we “onze tegenstanders” (lees: de Franstalige partijen) toch niet teveel pijn mogen doen. Ze alludeerde daarbij op de aan de gang zijnde onderhandelingen over de staatshervorming. De Zuid-Belgische politici worden dus door de Noord-Belgische politici als “tegenstanders” aanzien. Is het met deze anti-Belgische gedachte dat de particratie België (en bij uitbreiding Europa) vorm gaat geven? Beschouwt president Sarkozy bondskanselier Merkel ook als tegenstander? Beschouwt België het met schulden belaste Griekenland ook als tegenstander?
De “Vlaamse” socialisten steken blijkbaar een tandje bij als het op nationalisme aankomt.
Al in september 2010 verklaarde oud-sp.a voorzitter “Steve” Stevaert op het programma De Zevende Dag (VRT) dat de socialisten om opnieuw stemmen te winnen “veel Vlaamser” moesten zijn. Nochtans heeft de Vlaamse koers die sp(.a) al veertig jaar bewandelt (goedkeuring staatshervormingen 1970, 1980, 1988, 1993 en 2001) ervoor gezorgd dat de partij verkiezing na verkiezing verliest en nog amper 13 kamerzetels overhoudt. Hoe dan ook, de voorzitters”verkiezingen” – met één man als kandidaat: Bruno Tobback – laten geen twijfel bestaan over de koers die de partij in de toekomst zal bewandelen. Bruno Tobback is immers van mening dat de nota Di Rupo niet ver genoeg gaat in de richting van de zogenaamde “Vlaamse” autonomie. Hij verklaarde immers op de VRT-radio op 29 april 2011 (klik hier: minuut 11:40) dat als de PS’ers de eisen van de flaminganten niet aanvaarden, ze beter met politiek zouden stoppen. Waar de zeer flamingante Caroline Gennez de N-VA nog vergeleek met « Nieuw-Vlaamse Arrogantie », wordt ze nu teruggefloten door Joke Quintens, “running mate” van Tobback: : “wij zijn geen belgicistische partij”. Alsof wat dat nog niet begrepen hadden. En verder in het interview: “Nieuw-Vlaamse Arrogantie, ik zou dat zo niet gezegd hebben”. (HBVL, 6.08.11). Dank u, sp.a, om eindelijk openlijk toe te geven dat u een anti-Belgische partij bent, iets wat de B.U.B. al jaren zegt! De SP.a blijft dus een typisch product van de nationalistische particratie waarvan de Belgen geen heil moeten verwachten. Of, zoals journalist Douglas De Coninck het verwoordt: “Bruno Tobback is een kwartdag bezig en yes: ook zijn eerste prioriteit bestaat erin iedereen te smeken om massaal voor N-VA te stemmen.“
Voor steun kan de partij nochtans rekenen op sommige nationalistische kameraden uit het zuiden van het land. PS-kopstuk, extreme regionalist en “Waals” “minister” van economie Jean-Claude Marcourt kantte zich niet alleen tegen samenvallende verkiezingen, maar bestempelde, sterker nog, het idee van een federale kieskring als “rommel” (Knack, 27.07.11). Noteer dat Marcourt het heeft over de (zowaar) pro-Belgische voorstellen uit de nota van zijn eigen voorzitter Di Rupo. Volgens één van die “borrelnootjes”, die dienen om te trachten de 50% Belgische unitaristen te paaien, zouden amper tien kamerleden in een Belgische kieskring verkozen worden. De “prijs” die de Belgisch-gezinden hiervoor zouden moeten betalen is echter loodzwaar: de verdwijning van de nog min of meer unitaire Senaat en zijn vervanging door een onverkozen raad van afgevaardigden uit de deelstaten, een confederale instelling dus. Maar zelfs, die symbolische maatregel van een federale kieskring voor de Kamer alsook het voorstel van tweetalige lijsten in Brussel voor de regionale verkiezingen zijn er voor de wallinganten en flaminganten teveel aan. De taalapartheid moet volgens deze separatisten ongeschonden blijven en stelselmatig verder worden uitgebouwd, wat inhoudt dat er aan de belangrijkste ideologische strekking onder de Belgen (de unitaristische) niets mag gegund worden.
We kunnen het niet genoeg herhalen: het zijn niet het Vlaams Belang, noch de N-VA die op zich een bedreiging vormen voor de eenheid en het voortbestaan van België, maar wel het nationalistisch en separatistisch gedachtegoed op basis waarvan de traditionele partijen België nu al vier decennia lang stapsgewijs ten gronde richten. In dit nationalistisch en particratisch raderwerk zijn de “socialistische” partijen maar één schakeltje, hoewel een belangrijk. Wie denkt dat er uit een zoveelste “staatshervorming” (lees: staatsafbraak) – die er gelukkig toch niet zal komen – iets goeds voor België zal voortkomen, moet zich dringend bezinnen.
LE PS ET LE SP.A PERSISTENT DANS LEUR ATTITUDE ANTI-BELGE
Lorsque le CD&V a décidé, il y a quelques semaines, de négocier sans la N-VA, l’euphorie était très grande dans certains cercles. Il y avait un « nouvel espoir ». Mais un espoir pour qui? Déjà pas pour les Belges, sans parler des unitaristes – jusqu’à nouvel ordre la plus grande force politique de Belgique, malgré un boycott total des médias.
La note de négociation d’Elio Di Rupo est toujours sur la table comme base des négociations. Cette note est fondée sur les revendications des nationalistes “flamands et “wallons”. Il s’agit de plus de 17 milliards d’euros de « transferts de compétences » (Lisez: scissions sur base linguistique, donc le séparatisme partiel), mais pour la vice première ministre Onkelinckx (PS) ce n’est pas encore assez. Le jour après que le CD&V avait lâché la N-VA, elle déclarait: « Nous devons quelque chose aux partis flamands. » (Lisez : « Nous devons faire encore plus de concessions aux nationalistes anti-belges »). Les séparatistes avaient disparu à peine un jour de la table des négociations et la socialiste « wallonne » déclarait déjà qu’il doit y avoir encore plus de scissions. La réalité dépasse la fiction. La N-VA peut avoir disparu de la table des négociations, les idées de ce parti y demeurent.
En vue d’être le meilleur « Wallon » ou « Flamand », les partis dits traditionnels tentent de dépasser les séparatistes dans leur propre domaine. Dans une interview accordée au journal De Standaard le 23 juillet 2011, la ministre “flamande” Ingrid Lieten (SP.a) déclarait que l’on ne peut quand même pas trop faire mal à nos “adversaires” (lire: les partis francophones). En déclarant ceci, Lieten faisait allusion aux négociations en cours sur la réforme de l’Etat. Or, les politiciens du Nord de la Belgique, estiment que les politiciens du Sud de la Belgique sont des “adversaires”. Est-ce que la particratie souhaite utiliser cette pensée anti-belge pour donner forme à la Belgique (et par extension à l’Europe)? Est-ce que le président Sarkozy considère-t-il la chancelière allemande Merkel comme une adversaire? La Belgique considère-t-elle la Grèce endettée également comme un adversaire? Les socialistes « flamands » veulent sans doute être plus nationalistes encore.
Déjà en septembre 2010, l’ancien président du sp.a « Steve » Stevaert déclarait dans le programme télévisé « De Zevende Dag » (VRT) que les socialistes devraient être beaucoup plus “flamands” pour gagner à nouveau des voix. Cependant, la ligne de conduite “flamande”, qui est l’idéologie du SP(.a) depuis quarante ans (approbation des réformes de l’Etat de 1970, 1980, 1988, 1993, 2001), a fait en sorte que le parti ait perdu élections après élections et conserve seulement 13 sièges à la Chambre. Quoi qu’il en soit, “l’élection” du président – avec un seul candidat: Bruno Tobback – ne laisse aucun doute sur la direction que le parti prendra à l’avenir. Bruno Tobback a estimé que la note de Di Rupo ne prend pas suffisamment compte des soit-disant demandes d’autonomie « flamande ». Il a jugé sur les ondes de la VRT le 29 avril 2011 (cliquez ici : minute 11:40) que si les politiciens du PS n’acceptaient pas les exigences flamingantes, ils feraient mieux d’arrêter la politique. Tandis que la très flamingante Caroline Gennez comparait encore la N-VA avec la « Nieuw-Vlaamse Arrogantie » (NDLR : “Nouvelle arrogance flamande”), elle était critiquée par Joke Quintens, « running mate » de Tobback : « Nous ne sommes pas un parti belgicain. ». Comme si nous ne l’avions pas encore compris. Et plus loin dans l’interview, elle déclarait : « Nieuw-Vlaams Arrogantie, je n’aurais pas dit ça de cette façon. ». (HBVL, 6.08.11). Merci au SP.a pour cette démonstration publique qui démontre que le parti est anti-belge, un fait que le B.U.B. dénonce depuis des années. Le SP.a reste donc un produit typique du nationalisme particratique dont les Belges ne doivent pas attendre de salut. Ou, comme le disait le journaliste Douglas De Coninck: “Bruno Tobback a à peine commencé et oui, sa première priorité est de supplier tout le monde de voter pour la N-VA.“
Le parti peut cependant compter sur le soutien de certains camarades nationalistes au sud du pays. Le leader du PS, le régionaliste extrême et ministre « wallon » de l’économie Jean-Claude Marcourt s’opposait non seulement à l’idée d’un regroupement des élections régionales et fédérales, mais qualifiait également l’idée de circonscription fédérale de « déchet » (Knack, 27.07.11). Notez que Marcourt visait par là les propositions pro-belges dans la note de son propre président Elio Di Rupo. Selon une de ces “cacahuètes”, qui ont pour objectif d’amadouer les 50% de Belges unitaristes, seulement dix députés seraient élus dans une circonscription nationale. Le “prix” que les partisans de la Belgique devraient payer est néanmoins très lourd : la disparition du Sénat encore plus ou moins unitaire et son remplacement par un conseil non élu de délégués des entités fédérées, bref une institution confédérale. Mais même ce geste purement symbolique d’une circonscription fédérale à la Chambre ainsi que la proposition de listes bilingues à Bruxelles pour les élections régionales sont de trop pour les wallingants et les flamingants. Selon les separatistes, l’apartheid linguistique doit rester intact et être encore davantage développé, ce qui signifie que rien ne peut être concédé au courant idéologique le plus important en Belgique, c’est-à-dire celui de l’unitarisme.
Nous ne pouvons pas le répéter suffisamment : ce ne sont pas le Vlaams Belang, ni même la N-VA qui constituent une menace pour l’unité et la survie de la Belgique, mais bien l’idéologie séparatiste et nationaliste qui est à la base des partis traditionnels belges. Ces partis démolissent maintenant depuis quatre décennies progressivement la Belgique. Les partis « socialistes » ne sont évidemment qu’un maillon (bien que majeur) dans la chaîne nationaliste et particratique. Celui qui pense qu’il résultera quelque chose de bon pour la Belgique d’une énième reforme de l’Etat (lisez : destruction de l’état) – qui ne verra heureusement pas le jour – doit se détromper à bref délai.
