CD&V = N-VA = VLAAMS BELANG
CD&V had belangrijke bezwaren t.a.v. de nota die de formateur Elio Di Rupo op 4 juli 2011 neergelegd en publiek gemaakt had. De Nederlandstalige christen-democraten wilden dat de formateur er de twee “borrelnootjes” voor de unitaristen, m.n. de tweetalige lijsten in Brussel voor de regionale verkiezingen en de federale kieskring voor nauwelijks 10 Volksvertegenwoordigers, uithaalde. Ook wenste de partij dat men niet raakte aan het tweetalige statuut van de Brusselse ambtenaren en dat de goedkeuring van het Minderhedenverdrag uit de nota verdween.
Uiteindelijk heeft de formateur, na moeilijke onderhandelingen, toegegeven en de voorstellen van CD&V – met name de wetsvoorstellen van Wouter Beke die door hem, de PS en de N-VA onderhandeld waren – in zijn geamendeerde nota van 22 juli opgenomen, evenwel zonder de gewraakte vier punten te schrappen. Nochtans zijn die punten naar commissies verschoven, een zet die Beke vergeleek met ze “in de vuilbak” gooien. We merken hierbij op dat de basis van de nota-Di Rupo een overeenkomst is tussen de PS en de N-VA uit juli 2010. Nu de N-VA van de onderhandelingstafel is verdwenen, is er niet het minste excuus meer om de door de separatisten geïnspireerde nota als onderhandelingsbasis als uitgangspunt te gebruiken, wel integendeel.
Hoe dan ook, de nota die op deze wijze geamendeerd is, is driemaal onaanvaardbaar voor de B.U.B.
Allereerst omdat ze de splitsing van minstens 130 federale bevoegdheden voorstelt. We hebben de lijst al opgesomd en deze week weinig af van de splitsingscatalogus van oud-verduidelijker Bart De Wever (oktober 2010) of die van informateur Vande Lanotte (januari 2011), ware het niet dat ze langer geworden is … Het meest schokkende is nog het feit dat elk debat in de regimepers over deze splitsingen uitblijft. Nochtans zullen ze een diepe impact op het leven van de Belgen hebben (splitsing huurwet, dierenwelzijn, kinderbijslagen, werkgelegenheid, brandweer en civiele bescherming, uitgebreide fiscale autonomie in de personen- en vennootschapsbelasting…). Bovendien zullen ze de anti-Belgische apartheidspolitiek nog uitdiepen.
Ten tweede omdat de nota geen enkele herfederalisering van bevoegdheden voorstelt, zelfs niet van de geluidsnormen, waarvan de splitsing nochtans voor een groot probleem heeft gezorgd in 2004, tijdens het debat omtrent de nachtvluchten boven Zaventem. Uiteindelijk was het gevolg daarvan het wegtrekken van de hoofdzetel van DHL naar Duitsland en dus het verlies van een pak jobs. Volledig nutteloze splitsingen, zoals die van milieu, ruimtelijke ordening, openbare werken, economie, buitenlandse handel blijven overeind ten koste van de Belgen en hun portemonnee.
Ten derde, omdat CD&V elke compensatie aan de unitaristen of zelfs aan de unie-federalisten weigert – hoewel die samen zo’n 70% van de bevolking uitmaken –, zoals een federale kieskring, tweetalige lijsten, een normenhiërarchie of een Brabants gewest. Integendeel, zelfs de Senaat moet worden omgevormd tot een onrechtstreeks verkozen vergadering waardoor de twee grote gemeenschappen zelfs rechtstreeks bij grondwetswijzigingen betrokken worden.
Kenners kunnen in de politiek van de CD&V een uitvloeisel van het activisme zien. Met het activisme bedoelen we enerzijds de flamingantische collaboratie tijdens Wereldoorlog I. Nauw verbonden met het activisme, en van kapitaal belang voor onze geschiedenis, is het ontstaan van een anti-Belgische beweging in de schoot van de Vlaamse Beweging. Dit was het resultaat van de “Flamenpolitik”. Deze werd gevoerd door de Duitse bezetter tijdens Wereldoorlog I (1914-1918) om de macht van het economisch sterke en dappere België, dat zich tegen alle verwachtingen in hardnekkig durfde te verzetten tegen de Duitse inval, te breken door de idee te introduceren dat België in een noordelijk en een zuidelijk deel kon opgesplitst worden. Het doel daarvan was de creatie van een “Vlaamse” of “Groot-Nederlandse” satellietstaat binnen een Duits Europa.
Sedert 1918 is deze pangermanistische lijn – die uitgaat van de vermeende onverzoenbaarheid tussen “Germanenen” en “Romanen” – nooit meer verdwenen uit het gedachtengoed van de Vlaamse Beweging. Nu wil de CD&V in de lijn van deze traditie, die ook door het Vlaams Belang en N-VA gedeeld wordt, alle banden tussen Nederlands- en Franstalige taalgroepen en dus alles tweetalige instellingen ongedaan maken. Paradoxaal genoeg pleit de partij wel voor het behoud van de tweetaligheid van de Brusselse ambtenaren en niet voor een tweetaligheid van de diensten zoals de Franstalige partijen. Dat is echter logisch aangezien ze zo meent de zekerheid te hebben dat er meer “rasechte” Nederlandstaligen in Brussel ambtenaar zullen zijn of worden zich steunend op de tijdelijke en zelfs betwistbare vaststelling dat de Nederlandstaligen beter tweetalig zijn dan de Franstaligen.
Uit deze typische Vlaams-nationale standpunten van de C&DV kan men afleiden dat deze partij in niets verschilt van de N-VA en het Vlaams Belang, tenzij wat de methode betreft die erin bestaat België op een geniepigere wijze af te breken. In een eerdere tekst over de voorzitter van de CD&V hadden we reeds gewezen op de banden tussen deze partij en extreem-rechts: “Wie is Wouter Beke?”.
CD&V = N-VA = VLAAMS BELANG
Le CD&V avait des objections importantes par rapport à la note de formateur qu’Elio Di Rupo (PS) a déposée et rendue publique le 4 juillet 2011. Les sociaux-démocrates néerlandophones voulaient que le formateur en enlève les deux « cacahuètes » pour les unitaristes, c’est-à-dire les listes bilingues à Bruxelles pour les régionales et la circonscription fédérale pour à peine 10 députés. Il souhaitait aussi qu’on ne touche pas au statut bilingue des fonctionnaires bruxellois et que la Convention-cadre pour la protection des minorités ne soit pas ratifiée.
Finalement, après des négociations difficiles le formateur a cédé et a intégré les propositions du CD&V dans sa note amendée du 22 juillet sans cependant enlever les points incriminés. Pourtant, ces points ont été renvoyés à des commissions, ce que Beke a qualifié comme “les jeter à la poubelle”. Remarquons que la base de la note-Di Rupo est fait d’un accord entre le PS et la N-VA, datant de juillet 2010. Maintenant que la N-VA n’est plus à la table des négociations, il n’y a plus la moindre raison d’utiliser une note inspirée par ces séparatistes comme base de négociation.
Quoi qu’il en soit, la note ainsi amendée est trois fois inacceptable pour le B.U.B..
D’abord, parce qu’elle propose la scission de 130 compétences fédérales. Nous avons déjà donné la liste qui diffère peu du catalogue de scissions de l’ex-clarificateur Bart De Wever datant d’octobre 2010 ou de l’informateur Vande Lanotte de janvier 2011, si ce n’est qu’elle est devenue plus longue… L’absence de tout débat dans le presse de régime sur ces scissions qui auront pourtant une incidence profonde sur la vie des Belges (scission des baux, du code de la route, du droit des animaux, des allocations familiales, de l’emploi) et qui approfondiront une fois de plus la politique d’apartheid anti-belge est choquante.
Deuxièmement, parce que la note ne propose aucune refédéralisation de matières, même pas celle des normes de bruit dont la scission a pourtant posé un grand problème en 2004 lors du débat sur les vols de nuit à Zaventem et qui a finalement provoqué indirectement le départ du siège principal de DHL vers l’Allemagne et donc de nombreux emplois. Des scissions totalement inutiles comme celles de l’environnement, de l’aménagement du territoire, des travaux publics, de l’économie, du commerce extérieur ou de l’agriculture restent intactes au détriment de l’intérêt des Belges et de leur portemonnaie.
Troisièmement, parce que le CD&V entend refuser aux unitaristes ou même aux fédéralistes d’union – bien que ces deux courants idéologiques représentent environ 70% de la population belge – toute sorte de compensation, comme une circonscription fédérale ou des listes électorales bilingues, une hiérarchie des normes ou une région brabançonne. Au contraire, même le Sénat devrait être transformé en une assemblée qui n’est plus élue directement. Ainsi les deux grandes communautés seraient même impliquées directement dans le processus de modification de la Constitution.
Les initiés peuvent voir dans la politique du CD&V une conséquence de l’activisme. Le terme “activisme” est utilisé lorsque l’on évoque la collaboration flamingante pendant la Première Guerre Mondiale (1914-1918). La création d’un mouvement anti-belge au sein du mouvement flamand est étroitement lié à l’activisme et révèle une importance capitale pour notre histoire. Le mouvement activiste résulte de la “Flamenpolitik”, menée par l’occupant allemand pendant cette guerre. Cette politique avait comme but d’anéantir le pouvoir de la Belgique – un pays doté d’une économie forte et qui osait résister courageusement et contre toute attente à l’envahisseur allemand – en introduisant l’idée qu’il était possible de la scinder en une partie septentrionale et méridionale afin d’aboutir à la création d’un Etat satellite “flamand” ou “pan-néerlandais” dans une Europe germanique.
Depuis 1918, ce courant d’idées pangermaniste – qui a comme prémisse la présumée incompatibilité des peuples “germaniques” et des peuples “romans” – n’a plus jamais disparu de l’idéologie du mouvement flamand. Aujourd’hui, le CD&V souhaite, fidèle à cette tradition que le parti partage avec le Vlaams Belang et la N-VA, effacer tous les liens entre les groupes linguistiques néerlandophone et francophone et donc tous les services bilingues. De façon assez paradoxale, le parti plaide également pour le maintien du bilinguisme des fonctionnaires bruxellois, tout en s’opposant au bilinguisme des services (le contraire donc de la position des partis francophones). Or ceci est logique car le parti estime obtenir de cette façon la certitude qu’il y a plus de « Flamands » “de souche” qui seront ou qui deviendront fonctionnaires à Bruxelles en se basant sur le constat temporaire, voire discutable que les Néerlandophones sont plus bilingues que les Francophones.
Il est possible de déduire de ces prises de position qui sont si typiques pour le nationalisme flamand que le CD&V ne diffère en rien de la N-VA ou du Vlaams Belang excepté la méthode qui consiste à détruire la Belgique de façon plus sournoise. Dans un texte précédent sur le président du CD&V – “Qui est Wouter Beke” – nous avions déjà évoqué les liens entre son parti et la droite radicale.
