Photo – foto B.U.B.L’ELECTEUR BELGE NE CROIT PLUS AU “COMPROMIS”
Vous en serez probablement étonné, mais le B.U.B. n’est pas mécontent des deux derniers sondages particratiques de la VRT et du Standaard du 10 juin 2011 ainsi que de La Libre Belgique et de RTL du 11 juin 2011.
Les deux sondages montrent une constante: de tous les partis néerlandophones la N-VA surpasse toute la concurrence avec 33,5% des intentions de vote (VRT) voire 35% (RTL). Début juin 2011, 28,2% des votes valables allaient au parti nationaliste flamand. Du côté francophone, le PS consolide plus ou moins son score de juin 2011 dans la soi-disant “Wallonie” (35,6%, RTL). Enfin, le MR reste le plus grand parti en région bruxelloise, bien qu’il perde très légèrement. Par conséquent, aucun de ces trois partis ne sera incité à faire plus de “concessions”, de sorte que le risque (déjà minimal) d’une mauvaise réforme de l’Etat pour la Belgique soit encore un peu plus écarté.
Pour le reste, du côté néerlandophone, il n’y a que des perdants: le CD&V et le SP.A reculent un peu, le Vlaams Belang se tasse (-2% comparé à juin 2010) tout comme la Liste Dedecker (-2,5% comparé à juin 2010) et l’OPEN VLD (-2% comparé à juin 2010). Ces chiffrent proviennent du sondage VRT/De Standaard, qui ne connaît qu’une seule différence significative par rapport à celui de La Libre et RTL : dans le premier, l’OPEN VLD perd et Groen! Gagne tandis que dans le sondage LLB/RTL, c’est l’inverse. Caroline Gennez (SP.a) déclara deux choses intéressantes en ce qui concerne ce sondage 1) que le paysage politique éparpillé rend un accord encore plus difficile à atteindre et 2) que les partis qui suivent le discours de la N-VA, perdent le plus. Toutefois, nous n’attendons pas que le SP.a modifie sa propre ligne nationaliste qui a connu son paroxysme avec la note Vande Lanotte de janvier 2011, qui était presque un copier-coller de la note séparatiste De Wever d’octobre 2010.
A vrai dire, ce sondage constitue, comme d’habitude, un non-événement: pas moins de sept partis au nord plaident pour “davantage de Flandre”, ce qui contribue à la banalisation du caractère extrémiste de la N-VA. Les trois partis traditionnels, qui obtiennent encore 44% du total des votes – en 1999 le chiffre était encore à 60% ! – n’auront bientôt plus qu’un seul défi : rester au-dessus de la barre des 5%. Des vrais partis d’opposition ou des partis nationaux comme le B.U.B. ne sont même pas une option dans les sondages. Ce constat vaut également pour les unitaristes gauchistes du PTB qui actuellement récoltent pourtant plus de votes que la Liste Dedecker, qui est bien mentionnée. Ces sondages ne sont donc rien d’autre que des instruments trompeurs du régime anti-belge et vacillant qui tente ainsi de sauver sa peau.
De façon paradoxale, ce sondage illustre également la faiblesse relative du nationalisme flamand. Les deux partis nationalistes (le VB et la N-VA) récoltent ensemble 45% des intentions de vote, mais le score de 10% réalisé par le Vlaams Belang est le plus bas depuis 20 ans. Par ailleurs, la Liste Dedecker est tout à fait gommé. L’électorat de la N-VA, qui est bâti sur le culte de la personnalité et donc forcément temporaire de Monsieur Bart De Wever, n’est pas nécessairement séparatiste. En effet, depuis le sondage récent effectué par le professeur Swyngedouw (voir autre article) on sait que seulement 16% des électeurs de ce parti optent pour le séparatisme. Pour le reste, 10% souhaite même un retour à la Belgique unitaire et encore 10% veut un renforcement du niveau fédéral ou maintenir le statu quo. Les autres électeurs de la N-VA (64%) veulent attribuer plus de compétences aux entités fédérées tout en gardant l’Etat fédéral. Autrement dit, 84% de l’électorat de la N-VA souhaite un retour à la Belgique unitaire ou dans le pire des cas le maintien de l’Etat fédéral ! La grande majorité des électeurs de ce parti boudent donc le discours confédéraliste ou séparatiste de leur dirigeant !
En même temps, les électeurs ne veulent pas retourner aux urnes (bien que le taux de ceux qui y sont favorables augmente légèrement). De plus, les plus grands partis sont ceux qui ne veulent surtout pas “céder” (le PS et surtout la N-VA). Par conséquent , l’électeur souhaite le maintien du statu quo, c’est-à-dire le résultat de l’impasse politique en attendant sans doute une nouvelle Belgique unitaire. Il ne croit plus au “compromis” ni à l’effet « bénéfique » de la “grande réforme de l’Etat”. Nous sommes les derniers à le contredire.
BELGISCHE KIEZER GELOOFT NIET MEER IN “COMPROMIS”
Het zal u misschien verbazen, maar de B.U.B. is niet ontevreden met de laatste twee particratische peilingen van enerzijds VRT/De Standaard (10.06.11) en anderzijds La Libre Belgique/RTL (11.06.11).
In die twee peilingen zien we één constante: van de Nederlandstalige partijen torent de N-VA boven alle concurrentie uit met 33,5% van de stemmen (VRT) of zelfs 35% van de stemmen (RTL). In juni 2011 ging 28,2% van de uitgebrachte stemmen naar de Vlaams-nationalistische partij. Langs Franstalige zijde blijft de PS ongeveer op haar score van juni 2011 in het zogenaamde “Wallonië” staan (35,6%, RTL). Tenslotte blijft de MR in het Brussels gewest de grootste, hoewel ze heel licht verliezen t.o.v. juni 2010. Bijgevolg zal geen enkele van deze drie partijen tot meer “toegevingen” bereid zijn, waardoor de (al minimale) kans op een voor België ongunstige staatshervorming nog kleiner wordt.
Aan Nederlandstalige zijde zijn er voor de rest enkel maar verliezers: CD&V en SP.A gaan er licht op achteruit, Vlaams Belang zakt weg (-2% t.o.v. juni 2010) evenals LDD (-2,5% t.o.v. juni 2010) en OPEN VLD (-2% t.o.v. juni 2010) krijgen zware klappen. Deze cijfers komen van de peiling van VRT/De Standaard, die overigens maar één significant verschil vertoont in vergelijking met de peiling van LLB en RTL: in de peiling van de DS/VRT verliest OPEN VLD en wint Groen!, in de peiling van LLB/RTL is het net omgekeerd. Caroline Gennez (SP.a) zei omtrent deze peiling zowaar twee interessante dingen: 1) dat het versnipperde politieke landschap het nog moeilijker maakt om tot een akkoord te komen en 2) dat de partijen die het meest de N-VA napraten, het meest verloren. We verwachten evenwel niet dat de SP.a nu zijn eigen Vlaams-nationalistisch discours zal veranderen, dat zijn hoogtepunt kende met de nota Vande Lanotte van januari 2011, die bijna een kopie was van de separatistische nota De Wever van oktober 2010.
In feite is deze peiling zoals gewoonlijk een non-evenement: er zijn liefst zeven partijen die voor “meer Vlaanderen” pleiten, waardoor het extremistische karakter van de N-VA gebanaliseerd wordt. De enige vraag die voor de drie traditionele partijen (nog goed voor amper 44% van het totaal, in 1999 was dat nog 60%!) nog rest is wanneer ze voor de kiesdrempel mogen strijden. Echte oppositiepartijen of nationale partijen zoals de B.U.B. zijn niet eens een optie in de peilingen. Dat geldt ook voor de linkse unitaristen van de PVDA, die nochtans meer stemmen halen dan de huidige Lijst Dedecker, die nochtans wel vermeld wordt. Deze peilingen zijn dan ook niet meer dan een misleidend instrument van het falende anti-Belgische regime om zijn hachje te redden.
Hoe paradoxaal het ook moge klinken, deze peiling illustreert ook de relatieve zwakte van het Vlaams-nationalisme. De twee Vlaams-nationale partijen (VB en N-VA) halen samen wel 45% van de stemmen, maar het VB zit met iets meer dan 10% aan haar laagste score sedert 20 jaar. Lijst Dedecker is overigens volkomen weggeveegd. Van de N-VA-stemmen, voor het merendeel gebouwd op de (uiteraard tijdelijke) personencultus rond de heer Bart De Wever, weten we sinds de recente studie van professor Swyngedouw (zie ander artikel) dat er slechts 16% voor separatisme opteert. Voor de rest wil 10% zelfs terug naar het unitaire België en nog eens 10% het federale België versterken of de status-quo behouden. De overige 64% N-VA-kiezers wil meer bevoegdheden voor de deelgebieden, maar wil ook de federale staat behouden. Anders gezegd, 84% van de N-VA kiezers wil terug naar het unitaire België of (in het allerslechtste) geval de federale staat behouden ! De grote meerderheid van de N-VA-kiezers hebben dus lak aan het separatistisch of confederalistisch verhaal van hun “leider” !
Ondertussen is niemand gewonnen voor verkiezingen (al stijgt het aantal voorstanders lichtjes). Bovendien zijn de partijen die vooral niet willen “toegeven” (PS en vooral N-VA) de grootste. De kiezer wil bijgevolg vooral een status-quo, d.w.z. het resultaat van de politieke impasse, en dit ongetwijfeld in afwachting van een nieuw unitair België. Hij gelooft niet meer in het “compromis” of de “heilzame” werking van de “grote staatshervorming”. Wij zijn de laatste om dat slecht te vinden.
