L’”AFFAIRE” LAURENT : LES POLITICIENS CACHENT LEUR PROPRE INCOMPETENCE
Dans le petit monde de la Rue de la Loi et de la presse, le voyage du Prince Laurent suscita une véritable polémique le 30 mars 2011. Le prince s’était rendu au Congo dans le cadre d’une mission de l’ASBL GRECT (Global Renewable Energy & Conservation trust). Cette association privée a pour objectif la promotion de l’énergie verte. Le voyage a eu lieu à la demande d’associations locales congolaises.
Selon certains journaux, le Prince Laurent aurait effectué le voyage en dépit d’un avis contraire du Premier ministre Leterme et du Roi (comme si le souverain avait transmis son opinion aux journalistes). Vu les relations actuellement tendues entre la Belgique et le Congo, le voyage était jugé inapproprié. Steven Vanackere (CD&V), le Ministre des Affaires étrangères, qui n’a pas hésité à boire un bon verre de bière avec le président Kabila pendant son voyage au Congo au début de l’année passée, était le premier à jeter de l’huile sur le feu : « Si le prince veut être libéré de l’aspect officiel de sa vie », le ministre raconta à la presse, « alors les dotations doivent être examinées ». Les partis séparatistes et antiroyalistes comme la N-VA et le Vlaams Belang n’ont ensuite pas hésité à exiger la suppression des dotations accordées au prince Laurent, à la princesse Astrid voire même à la Famille royale toute entière ! “Naturellement” on ne dit mot sur les dotations de 70 millions d’euros qui sont annuellement versées par l’Etat belge aux partis politiques, dont certains veulent détruire le pays, ni sur le coût gigantesque de 10 milliards d’euros par an qui est dépensé pour entretenir le système fédéral avec ses 6 parlements, 6 gouvernements, 60 ministres, 600 parlementaires et tous leurs accessoires. Aussi l’incapacité des politiciens de diriger la Belgique de façon efficace et unie était passée sous silence.
Encore plus grotesque était le raisonnement qui devrait justifier la suppression des dotations royales. Un prince, malgré sa fonction officielle, devrait toujours suivre la volonté des politiciens ou bien renoncer à chaque dotation. Pourtant, la constitution, qui mentionne les enfants du Roi deux fois, notamment à l’article 72 concernant les Sénateurs de droit et à l’article 85 sur le caractère héréditaire de la royauté, n’interdit nullement aux princes de se déplacer vers où ils souhaitent à titre privé. L’inviolabilité de la personne du Roi, qui le contraint à un devoir de retenue, ne vaut que pour le Roi lui-même (art. 88) et non pour les princes. En outre, même si les dotations étaient retirées, le prince Laurent resterait un personnage médiatique. Le nationaliste flamand Bart Sturtewagen le relève à juste titre dans son éditorial du Standaard du 31 mars 2011 : « Le risque, existe même qu’un prince qui doit pourvoir à sa propre subsistance, mais ne dispose que de talents restreints, risque d’être très enclin à accepter des propositions qui peuvent entraîner des conséquences gênantes plus tard. ».
Enfin, ne soyons surtout pas naïfs: les partis traditionnels ne rateront aucune d’occasion pour discréditer la monarchie parce que 1) ils veulent cacher leur incapacité totale de gouverner un pays trilingue, 2) la monarchie gêne encore légèrement leur toute-puissance relative et 3) la monarchie constitue un obstacle à leur but final: le démantèlement progressif, voire la scission totale de la Belgique.
“ZAAK” LAURENT: POLITICI VERDOEZELEN EIGEN ONKUNDE
De reis van prins Laurent creëerde gisteren – 30 maart 2011 – een heuse polemiek in het kleine wereldje van de Wetstraat en de pers. De prins was naar Congo getrokken in het kader van een missie van de vzw GRECT (Global Renewable Energy & Conservation Trust). Dat is een privé-organisatie die als doelstelling het promoten van groene energie heeft. De reis kwam er op verzoek van plaatselijke Congolese verenigingen.
Volgens bepaalde kranten maakte prins Laurent de reis tegen het advies van premier Leterme en van de Koning in (alsof die daar zijn mening over gegeven zou hebben aan journalisten). Aangezien België momenteel een gespannen relatie heeft met Congo, zou de reis ongepast geweest zijn. Steven Vanackere (CD&V), de minister van buitenlandse zaken, die op zijn Congo-reis in januari 2010 nog gezellig een goed glas bier dronk met president Kabila, gooide olie op het vuur. “Indien de prins bevrijd wil worden van het officiële aspect van zijn leven”, zo de minister, “dan moeten de dotaties onderzocht worden”. Daarop gingen separatistische en anti-royalistische partijen zoals het VB, de N-VA en het Vlaams Belang zover om de schrapping van de dotaties aan prins Laurent, prinses Astrid of zelfs aan de hele Koninklijke Familie te vragen! Over de dotaties van 70 miljoen euro die jaarlijks door de Belgische staat aan de politieke partijen worden betaald, waarvan sommige de Belgische staat willen vernietigen, wordt “natuurlijk” zedig gezwegen. Dat geldt ook voor de 10 miljard euro die jaarlijks verkwist wordt om het federale systeem met zijn 6 parlementen, 6 regeringen, 60 ministers, 600 parlementairen en hun medewerkers te onderhouden. Ook over de onbekwaamheid van de politici om België op een efficiënte en eendrachtige wijze te besturen, werd met geen woord gerept.
Nog grotesker is de redenering die de afschaffing van de koninklijke dotaties zou moeten rechtvaardigen. Een prins is iemand met een officiële functie en dus moet hij de wil van de politici volgen, zo heet het – of geen dotaties ontvangen. Nochtans verbiedt de Grondwet, die de kinderen van de Koning slechts tweemaal vernoemt, met name in artikel 72 aangaande de Senatoren van rechtswege en in artikel 85 m.b.t. de erfopvolging, nergens dat prinsen niet het recht zouden hebben om te gaan waar ze willen in de hoedanigheid van privé-persoon. De onschendbaarheid van de persoon van de Koning, die een terughoudendheid impliceert, geldt enkel voor de Koning zelf (art. 88). Bovendien, ook al zouden de dotaties ingetrokken worden, zal prins Laurent een gemediatiseerd figuur blijven. De Vlaams-nationalist Bart Sturtewagen zei terecht in De Standaard van 31 maart 2011: “Het risico bestaat zelfs dat een prins die in zijn eigen onderhoud moet voorzien, maar daarvoor over beperkte talenten beschikt, extra kwetsbaar is voor voorstellen die later gênant kunnen blijken te zijn.”
Laten we tenslotte vooral niet naïef zijn. De traditionele partijen zullen geen gelegenheid onbenut laten om de monarchie in een kwaad daglicht te stellen, enkel en alleen omdat 1) ze zo hun eigen falen om een drietalig land te besturen kunnen verdoezelen, 2) het koningshuis hun relatieve almacht nog enigszins in de weg staat en 3) de monarchie nog een obstakel vormt voor hun doel: de gefaseerde ontmanteling of zelfs de totale splitsing van België.
