FEDERALISME ZORGT VOOR SLECHTE WEGEN
In 1988 werd een groot deel van het ministerie van mobiliteit en openbare werken geregionaliseerd. Het ging meerbepaald om de infrastructuur, de wegen en hun aanhorigheden, de luchthavens en de havens. Nochtans bleef de nationale regering bevoegd voor de wegveiligheid en de vastlegging van de technische normen van de wegeninfrastructuur. Daarentegen kan ze niet langer tussenkomen in het herstel en het onderhoud van wegen, noch er nieuwe aanleggen. De resultaten van deze regionalisering zijn een ramp. Welbeschouwd is de staat van de “Vlaamse” en “Waalse” wegen een catastrofe.
Zo verklaarde Hilde Crevits, de bevoegde “Vlaamse” “minister” op 19 september 2010: “ik geef toe dat ik me grote zorgen maak over onze wegen” (De Zondag). Niet minder dan 20% van de autosnelwegen en 30% van de gewestwegen zouden in slechte staat verkeren. Meer nog, liefst 7 ministers zijn vandaag bevoegd voor de Belgische wegen! De gaten in het wegdek van de Romeinse Steenweg in Brussel en Strombeek-Bever weerspiegelen duidelijk deze enorme federalistische absurditeit. De weg bevindt zich zowel in het “Vlaams” als in het Brussels gewest. Het probleem is dat de regio’s het niet eens raken over een simultane vernieuwing van de infrastructuur, waardoor één van de twee kanten zich steeds in een slechtere staat bevindt dan de andere.
Tegelijkertijd hebben we vernomen dat de Belgische motorrijders (verenigd in de Belgische motorrijdersbond of BMB) ook klagen over de staat van onze wegen in de drie regio’s (Le Soir, 8 maart 2010). Ze vragen een interventie van de federale staat (jammer genoeg is die niet meer bevoegd ter zake).
Vanuit rationeel oogpunt is het dus noodzakelijk om zo snel mogelijk de openbare werken en mobiliteit volledig te herfederaliseren. Overigens is de splitsing van het openbaar vervoer een andere groteske verspilling. De Brabantse en Belgische belastingbetaler mag vandaag opdraaien voor niet minder dan drie vervoersmaatschappijen op het territorium van de oude provincie Brabant (TEC, De Lijn, MIVB)… Belachelijk !
En wat is de « reactie » van de onderhandelaars die nu al sedert bijna 300 dagen onderhandelen over een zoveelste « staatshervorming » ? Wel, ze willen niet alleen de vastlegging van de normen van de wegeninfrastructuur splitsen, maar ook de verkeersveiligheid en de Belgische wegcode. Alsof dat nog niet genoeg is, zijn ze bereid om de rijopleiding, de rijscholen, de technische controle op voertuigen en het verkeersboetefonds te splitsen. Geen enkele rationele uitleg kan gegeven worden voor zulke maatregelen. We kunnen er slechts uit afleiden dat de veiligheid van de Belgen minder belangrijk is voor « onze » politici dan hun communautaire wensdromen …
LE FEDERALISME REND LES ROUTES MAUVAISES
En 1988, une grande partie du ministère de la mobilité et des travaux publics fut régionalisée, notamment l’infrastructure, les routes et leurs dépendences, les aéroports et les ports. Or, le gouvernement national est resté compétent pour la sécurité routière et pour la fixation des normes techniques de l’infrastructure routière. En revanche, il ne peut plus intervenir dans la réparation et l’entretien des routes, ni en construire de nouvelles. Les résultats de cette régionalisation absurde sont catastrophiques. En général, l’état des routes „flamandes“ et “wallonnes” est terrible.
Ainsi, le 19 septembre 2010, Hilde Crévits, la „ministre“ „flamande“ responsable déclara: „ “j’avoue que j’ai de grands soucis quant à nos routes” (De Zondag). Pas moins de 20% des autoroutes et 30% des routes régionales seraient en mauvais état. De plus, pas moins de 7 ministres sont aujourd’hui compétents pour les routes belges ! Les nids-de-poule de la Chaussée Romaine à Bruxelles et Strombeek-Bever reflètent clairement cette énorme absurdité du fédéralisme belge. La chaussée se trouve à cheval entre la region flamande et la region bruxelloise. Le problème, c’est que les régions ne peuvent s’accorder sur une réfection simultanée du revêtement, ce qui fait que l’un des deux côtés est toujours en pire état que l’autre.
En même temps, nous avons appris que les motards belges (réunis dans la Fédération motocycliste de Belgique ou la FMB) se plaignent également de l’état de nos routes dans les trois régions (Le Soir, 8 mars 2011). Ils exigent une intervention de l’Etat fédéral (qui n’est malheureusement plus compétent en la matière).
D’un point de vue rationnel, il faut donc refédéraliser au plus vite les travaux publics et la mobilité. La régionalisation des transports publics est d’ailleurs un autre gaspillage absurde. Ainsi, le contribuable belge et brabançon paie aujourd’hui pour pas moins de trois services de transports publics dans l’ancienne province du Brabant (De Lijn, MIVB, TEC)… C’est grotesque !
Et quelle est la « réaction » des négociateurs qui discutent depuis presque 300 jours sur une énième “réforme” de l’Etat? Or, ils veulent non seulement régionaliser la fixation des normes routières, mais aussi la sécurité routière et le code de la route belge. De plus, ils sont prêts à scinder la formation à la conduite, les auto-écoles, le contrôle technique des véhicules et le fonds d’indemnités. Aucune raison rationnelle ne peut être donnée pour de telles mesures. On peut seulement en déduire que la sécurité des Belges est moins importante pour “nos” politiciens que leurs fantasmes communautaires…
