PROFESSOR FILIP REYNTJENS (UA) VOOR PROVINCIAAL FEDERALISME (DE MORGEN) – LE PROFESSEUR FILIP REYNTJENS (UA) POUR UN FEDERALISME PROVINCIAL (DE MORGEN) (UPDATE)

Nee, het is nog niet helemààl wat we willen, maar het komt er toch heel dicht bij in de buurt: een federaal België ingedeeld op basis van 11 (of twaalf) (historische) provincies. Professor Filip Reyntjens van de Universiteit van Antwerpen heeft het alvast helemaal begrepen: het taalfederalisme werkt niet en moet worden vervangen door een multipolair model (De Morgen, 23 februari 2011, p. 18) met een prominente rol voor de (historische) provincies.

Hoe langer de politieke crisis aansleept, hoe groter de roep zal worden om de Belgische eenheid te herstellen. Alleen al het feit dat dit soort opinies (met een mooie kleurenkaart, zoals het hoort) in een dagblad kan geventileerd worden – toegegeven, de geschreven pers is in België nog steeds honderd maal vrijer dan de audiovisuele – bewijst dat de geesten rijpen. Terecht zegt Prof. Reyntjens – net als de B.U.B. – dat het België met drie of vier van Vande Lanotte niets oplost, o.a. omdat het Duitstalige deelgebied niet voldoende gewicht in de schaal kan werpen.

De B.U.B. ijvert voor provinciaal unitarisme. Dat betekent een staat met één regering en één parlement waarbij de negen provincies binnen nationale kaderwetten hun eigen beleid uitstippelen. Het verschil met het bovenstaande model is dat de nationale overheid in ons systeem een voogdij heeft (art. 162 Belg. GW, 6° lid) in alle materies, terwijl voor Prof. Reyntjens de provincies eigen exclusieve bevoegdheden en wetgevingen krijgen.

Een ander verschil in visie tussen ons model is dat Professor Reyntjens opteert voor 11 of 12 entiteiten – de huidige 10 provincies, een Brusselse “provincie” en de Oostkantons. Dat is natuurlijk al veel beter dan de huidige institutionele warboel, maar het kan nog beter. Zoals de hoogleraar toegeeft (zie onderlijnd deel) blijft in zijn model het “probleem” BHV/Brussel bestaan. Een hereniging van Brabant, zoals de B.U.B. die voorstelt, lost dat probleem op. Zo houdt het “probleem” BHV vanzelf op met bestaan, hoeft Brussel niet uitgebreid te worden, blijft de huidige taalgrens behouden en komt er een stabiele deelentiteit in het centrum van België. Niettemin wordt er zo een natuurlijke band gecreëerd tussen Brussel en zijn Hinterland. Geen nood dus aan ingewikkelde oplossingen zoals een Brussels Metropolitan Region. Overigens sluit een Brabants deelgebied beter aan bij de provincies-als-historische entiteiten, hetgeen de hoogleraar op ATV verdedigde…

We verheugen ons al op de boeiende debatten tussen provinciale unitaristen en provinciale federalisten, twee eerbare stromingen voor wie ‘s lands eenheid en het algemeen belang tellen. Iets wat niet kan gezegd worden van de achterlijke en totaal voorbijgestreefde taalnationalisten van het kartel PS-SP.A-CD&V-CDH-N-VA-ECOLO-GROEN!-VB-MR-VLD.

Dit is de tekst van professor Reyntjens:

DE VERENIGDE PROVINCIËN VAN HET FEDERALE BELGIË

Filip Reyntjens stelt een provinciaal federalisme voor

Het onmogelijke wordt mogelijk wanneer het mogelijke onmogelijk is. Na vele maanden van vruchteloos onderhandelen moet men durven ‘out of the box’ te denken. Een van de grootste constructiefouten van het Belgisch federaal systeem is zijn bipolariteit. Er is in de geschiedenis geen duurzaam (con)federaal systeem bekend met twee (of drie) constitutieve entiteiten. Waar het werd geprobeerd volgde hetzij de splitsing (Tsjecho-Slowakije) hetzij de unitaire staat (Tanzania, Kameroen). De ervaring leert ook dat bipolaire situaties veel moeilijker zijn te beheren dan multipolaire: denk maar aan Cyprus (Turken tegen Grieken), Noord-Ierland (katholieken tegen protestanten) en Rwanda (Hutu tegen Tutsi).

Multipolair

Wil men België redden, dan moet worden gedacht aan een multipolaire structuur, gebaseerd op de relatief historische entiteiten die de provincies zijn. Dat is de situatie in Zwitserland, dat naar oppervlakte en bevolking vergelijkbaar is met België. Er zijn 26 kantons met een bevolking gaande van 1,2 miljoen (Zürich) tot 15.000 (Appenzell Innerrhoden).

Die deelstaten hebben zeer ruime bevoegdheden, ruimer dan onze gewesten en gemeenschappen. Dat systeem werkt omdat de kantons niet tegen mekaar vechten, maar wel tegen ‘Bern’, zetel van de federale staat, en omdat de bevoegdheidspakketten vrij homogeen zijn, hetgeen elk politiek niveau in staat stelt zijn zaken autonoom te regelen.

Geprojecteerd op ons land geeft dat elf (of twaalf, indien ook de Oostkantons een deelstaat worden) entiteiten, een totaal ander beeld dan de constante confrontatie tussen de twee landsdelen die wij nu kennen. De denkpiste die Johan Vande Lanotte vorige week lanceerde komt hieraan niet tegemoet: het blijft een systeem met drie (de Duitstalige deelstaat zal niet écht meespelen, zoals de Duitstalige gemeenschap dat nu niet doet), en Brussel zal de inzet blijven van de strijd tussen de twee grote gemeenschappen.

Natuurlijk zullen onze politici zeggen dat dit “niet kan”, maar ze hebben inmiddels al wel bewezen dat de huidige structuur ook “niet kan”, zelfs indien daaraan zou worden bijgeschaafd. De realiteit is dat zij zich hebben genesteld in de bestaande staatsstructuur en dat ze daar hun machtsbasis en netwerken hebben gevestigd. Elke andere territoriale organisatie staat haaks op die realiteit.

Andere breuklijnen

Provinciaal federalisme lost uiteraard niet alle problemen op. Bijvoorbeeld de discussies over de omvang van Brussel, het statuut van de rand en de splitsing van B-H-V zijn daarmee niet beslecht. Maar die discussies zouden dan wel plaatsvinden in een andere context, waarin wellicht zou blijken dat andere breuklijnen beter aan de oppervlakte komen. Op bepaalde domeinen is het niet ondenkbaar dat bijvoorbeeld Waals-Brabant meer affiniteiten ontdekt met Vlaams-Brabant dan met Henegouwen. Taal zou niet meer de voornaamste basis zijn van frontvorming.

Mocht zulke radicale herdenking worden overwogen, dan zal de onderhandeling en concretisering veel tijd vragen. Zolang kan niet worden gewacht. In die hypothese moet nu een regering worden gevormd zonder staatshervorming. Die moet dan worden genegotieerd in de komende twaalf à achttien maanden.

Natuurlijk zullen onze politici zeggen dat dit ‘niet kan’, maar ze hebben inmiddels bewezen dat de huidige structuur ook ‘niet kan’, zelfs indien er zou worden bijgeschaafd.