LA REVOLUTION DES FRITES
Le 17 février 2011, jour pour jour 17 ans après l’introduction officielle du fédéralisme linguistique, le nouveau système anti-belge est en pleine crise.
Le fédéralisme linguistique ne fonctionne pas. Les politiciens n’arrivent plus à former un nouveau gouvernement fédéral depuis les élections fédérales du 13 juin 2010 parce qu ’ils ne s’accordent pas sur un approfondissement du fédéralisme, laissant la gestion du pays à un gouvernement d’affaires courantes. Ce jour, la Belgique battra le record du monde de la durée de formation d’un gouvernement, prenant ainsi la position peu enviable de l’Irak… A cette occasion, les associations estudiantines belges organisent une « révolution des frites » et lancent quelques revendications pro-belges.
Décidément, ce record n’est rien pour s’en réjouir. La particratie nationaliste et son système absurde, appelé fédéralisme, sont usés jusqu’à la corde. Ce n’est pas étonnant car ce système nous a été imposé de façon opaque et particratique sans la moindre consultation populaire. Les étudiants belges, qui se montrent depuis plusieurs mois très actifs sur le plan de la défense de l’unité de la Belgique en organisant des actions et des manifestations, ont dans le cadre de ce bien triste record du monde conçu l’idée de mettre sur pied une action ludique en la forme d’une « révolution des frites » impliquant notamment des « flash mobs », c’est-à-dire des rassemblements revendicatifs.
Ce qui surprend cette fois-ci en comparaison avec des actions antérieures est le fait que les étudiants posent pour la première fois des exigences institutionnelles : ils s’opposent à la division de la sécurité sociale et réclament l’instauration d’une circonscription fédérale unique. Ils veulent aussi que la région bilingue de Bruxelles-Capitale soit un exemple, un laboratoire » pour le reste de la Belgique. Ce dernier point n’est pas anodin. En effet, la région de Bruxelles-Capitale démontre tous les jours qu’une gestion unitaire et bilingue d’un territoire est parfaitement possible, même dans des domaines qui sont aujourd’hui divisés sur la base de la langue (l’aménagement du territoire, les travaux publics, l’environnement,…). Bruxelles prouve que la Belgique unitaire est possible.
Bref, ces revendications estudiantines sont révélatrices d’un changement de l’attitude des jeunes Belges: ils s’intéressent de plus en plus à l’avenir de la Belgique et veulent un pays plus uni, voire unitaire. Bien que l’action soit encore “sage”, le revirement de l’opinion publique est un fait.
DE FRIETREVOLUTIE
Op 17 februari 2011, dag op dag 17 jaar na de officiële invoering van het taalfederalisme, is het nieuwe anti-Belgische systeem in volle crisis.
Het taalfederalisme werkt niet. De politici slagen er sinds de federale verkiezingen van 13 juni 2010 niet meer in een nieuwe federale regering te vormen omdat ze het niet eens geraken over een verdere uitdieping van het federalisme. Ze laten het beheer van het land over aan een regering van lopende zaken. Op deze dag zal België het wereldrecord van de regeringsvormen breken en zal het de weinig benijdenswaardige plaats van Irak innemen… Bij deze gelegenheid organiseren de Belgische studentenverenigingen een “frietrevolutie” en formuleren ze enkele pro-Belgische revindicaties.
Dit record is duidelijk niet iets om trots op te zijn. De nationalistische particratie en haar absurd systeem, genaamd federalisme, zijn tot op de draad versleten. Dat hoeft niet te verwonderen omdat dit systeem ons op obscure en particratische wijze werd opgedrongen zonder enige volksraadpleging. De Belgische studenten, die zich sinds verscheidene maanden zeer actief opstellen op het vlak van de verdediging van de Belgische eenheid door acties en betogingen te organiseren, hebben in het kader van dit trieste wereldrecord het idee opgevat om een ludieke actie op poten te zetten in de vorm van een “frietrevolutie”, die ondermeer “flash mobs” of protestacties inhoudt.
Wat deze keer opvalt in vergelijking met vroegere acties is dat de studenten voor de eerste maal institutionele eisen stellen : ze verzetten zich tegen de opsplitsing van de sociale zekerheid en vorderen de invoering van een federale kieskring. Ze willen eveneens dat het tweetalige hoofdstedelijk gewest Brussel een voorbeeld, een “laboratorium” is voor de rest van België. Dit laatste punt is niet onschuldig. Het Brussels gewest toont immers iedere dag aan dat een unitair en tweetalig beleid perfect mogelijk is, zelfs in die materies die vandaag op taalbasis gesplitst zijn (ruimtelijke ordening, wegenbouw, milieu,…). Brussel bewijst dat een unitair België mogelijk is.
Deze studenteneisen luiden een gedragsverandering bij de Belgische jongeren in : ze interesseren zich steeds meer voor de toekomst van België en wensen een hechter en zelfs unitair land. Hoe “braaf” de actie ook mag lijken, de kentering van de publieke opinie is een feit.