Op 31 januari jl. pleitte de voorzitter van de Orde van “Vlaamse” balies (OVB), Jo Stevens, voor een communautarisering van de Belgische justitie. In 2001 werd de Nationale Orde van advocaten gesplitst – “uiteraard” zonder een raadpleging van de advocaten zelf – wat bijgedragen heeft tot deze nationalistische dynamiek.
Soms leiden institutionele splitsingen tot de splitsing van nationale ordes – bijvoorbeeld de orde van architecten, de orde van journalisten, de sportbonden enz… Hier is er een wisselwerking tussen de druk van bepaalde politici, die al sedert de verkiezingen van juni 2010 een gehele of gedeeltelijke splitsing van de bevoegdheid vragen, en de taalgesplitste advocatenorde. Aangezien de orde gesplitst is, moet, zo gaat de redenering van de OVB, justitie ook maar volgen. Nochtans overtuigen de argumenten van de OVB om justitie te splitsen geenszins.
Maar voor we op de grond van de zaak ingaan, is het niet oninteressant op te merken dat initieel alleen het “Vlaams” Belang (VB) pleitte voor die splitsing daarin gevolgd door de Vlaams-nationalistische rechtsprofessoren Matthias Storme en Hendrik Vuye. De N-VA was naar verluidt – en ongetwijfeld om louter tactische redenen – geen vragende partij voor die splitsing totdat de “Waals”-regionalistische PS zelf dit voorstel op tafel legde tijdens de onderhandelingen voor de vorming van een nieuwe federale regering eind 2010. Het gerucht gaat dat dit was omdat de PS een grotere greep op de Zuid-Belgische justitie wou krijgen omdat die bepaalde van haar partijleden de laatste jaren zwaar het vuur aan de schenen heeft gelegd… Blijkbaar keuren de Vlaams-nationalisten dat goed.
Maar goed, de OVB volgt dus op eigen houtje en zonder enig overleg met haar leden het taalnationalistische spoor. De nepargumenten die de orde aanhaalt zijn de volgende:
Franstalige rechters zouden geen Nederlandstalige literatuur of rechtspraak raadplegen, kennen of citeren. De voorzitter gaat erg ver in zijn uitspraken: “‘De talenkennis gaat er zo erg op achteruit dat ik, als ik in Wallonië pleit, niet kan verwijzen naar een Vlaams vonnis of arrest of een Vlaams juridisch boek, want ze kunnen het toch niet lezen.”.
Bij deze rudimentaire argumentatie horen de volgende bemerkingen:
1) Men kan zich allereerst afvragen wat een Vlaams-nationale advocaat in het door hem verfoeide Franstalige België te zoeken heeft. Is het nog niet genoeg dat de flaminganten Antwerpen, Brabant en Limburg koloniseren en terroriseren met hun taalnationalistische nonsens ?
2) Bovendien negeert de orde de vooruitgang die vele Franstaligen maken in het aanleren van de Nederlandse taal en dit ondanks het ongunstige politieke klimaat en de voortdurende door Vlaams-nationalisten gestelde eisen tot splitsing van bevoegdheden op taalbasis.
3) De uitspraak is bovendien racistisch is omdat ze op veralgemenende en karikaturale wijze één bevolkingsgroep viseert. Moet het feit dat de Limburgse rechtspraak niet veel geciteerd wordt door niet-Limburgse advocaten dan niet leiden tot de provincialisering van justitie?
4) De splitsing is ook absurd omdat ze helemaal niet tot meer tweetaligheid zal leiden, integendeel. Indien kennis van de landstalen een prioriteit is voor rechters, dan moet het OVB niet voor een splitsing pleiten, maar integendeel voor de herfederalisering van het onderwijs. Enkel zo kan de Belgische regering in heel het land een verplicht aantal lessen in de andere grote landstaal opleggen. Tenminste zou men, zoals professor emeritus Marcel Storme dat in het begin van deze eeuw voorgesteld heeft, een nationale en meertalige magistratenschool kunnen oprichten. Maar tweetalige structuren die de Brusselse grenzen overstijgen worden door de taalnationalistische politici hardnekkig geweigerd, weerom op basis van louter nationalistische “argumenten”.
5) Het is wel goed dat de OVB zelf de belangrijkste (en waarschijnlijk ook enige) reden aangeeft waarom de Belgische rechtspraak uit elkaar groeit, namelijk de splitsing van bevoegdheden door de staatshervormingen. Zo kent België drie verschillende “milieurechten” en drie verschillende “rechten” van ruimtelijke ordening. Louter technische wetgevingen en regelgevingen worden om nationalistische redenen opgesplitst en maken van bepaalde rechtstakken een onontwarbaar kluwen. Misschien had de OVB dat eens kunnen aanklagen als ze tenminste bekommerd is om het welzijn van de Belgische rechtszoekenden en niet om dat van een minoritair groepje nationalisten en muggezifters.
6) Het Belgische recht is voor 70% van Europese oorsprong. Wie het Belgisch recht wil opsplitsen – want dat is het uiteindelijke gevolg van de splitsing van de organisatie van het gerecht – moet logischerwijze ook pleiten voor de afschaffing van het Europees recht. In de E.U. bestaan immers 23 officiële talen (en drie alfabetten). De kans dat de rechters van het Europees hof van justitie de Nederlandse taal machtig zijn, is immers klein. Het is dwaas om te zeggen dat het onmogelijk is om met drie taalgroepen tot een meertalig recht te komen, maar tegelijkertijd te beweren dat men dat wel kan met Fransen, Bulgaren, Esten en Portugezen. Indien de Vlaams-nationalisten overigens vinden dat de E.U. niet moet worden afgeschaft, dan dienen ze van elke Europese rechter te eisen dat hij al die talen machtig is. A fortiori geldt deze redenering voor internationale rechtsorganen als het internationaal gerechtshof, het internationaal strafhof en de internationale arbitrage-organen zoals die van de ICC.
7) De OVB pleit voor een communautarisering van de Belgische justitie. In de praktijk spreekt ze over een toewijzing van de federale justitie aan de Vlaamse en de Franse gemeenschap. Allereerst getuigt zulk een uitspraak van een slechte kennis van de Belgische institutionele realiteit omdat er nu eenmaal officieel drie gemeenschappen zijn. Er is immers ook een Duitstalige. Bovendien is zo’n splitsing volkomen onuitvoerbaar vermits in Brussel op hetzelfde grondgebied twee gemeenschappen zouden bevoegd worden. Zoiets impliceert onvermijdelijk de invoering van twee (of drie) subnationaliteiten in Brussel en zelfs in heel België, waardoor formeel een einde gesteld wordt aan de rechtsgelijkheid onder de Belgen. Wie op dezelfde wijze zou pleiten voor aparte rechtbanken voor moslims, joden of kleurlingen, zou terecht een racist worden genoemd.
Al even onlogisch is de roep om een regionalisering – een opsplitsing per gewest dus – van justitie. Wat in België niet zou kunnen, zou in het Brussels gewest wel kunnen? Dat is absurd, net zoals het hedendaagse taalfederalisme.
8 ) Tenslotte is het ook belachelijk om de verschillen tussen taalgroepen als een verarming en een obstakel te zien. Het is juist verrijkend dat België op de grens tussen het Germaans en Romaans taalgebied ligt. Er zijn bovendien ook grote verschillen tussen stad en platteland, tussen agglomeraties, provincies, arrondissementen , mannen en vrouwen, jongeren en ouderen enz. Gelet op het feit dat het recht per definitie gelijkheid tussen mensen nastreeft en een universeel gegeven is, is het dwaas en archaïsch om – in weerwil van de europeanisering en globalisering – een bevoegdheid in twee of drie te splitsen en dan nog wel in een land met de helft van het aantal inwoners van Mexico-stad.
Dan zwijgen we nog over het gevaar van de splitsing, die in werkelijkheid enkel criminelen ten goede zal komen. Zij kunnen immers misdaden begaan aan die kant van de taalgrens waar het hen het beste uitkomt…
Kortom, een splitsing van justitie zal de structuur van België nog ingewikkelder, chaotischer, ondemocratischer, onveiliger, asocialer, inefficiënter, racistischer en – niet te vergeten – duurder maken. Wat het nut is van het splitsen van federale overheidsbudgetten in twee, drie of vier is volstrekt onduidelijk. Het zou veel meer vooruitstrevender geweest zijn als de OVB zichzelf zou opdoeken en terug samen met de Franstalige en Duitstalige orde van advocaten één Belgische orde van advocaten zou oprichten. Als dat kan op Europees niveau zien we niet in waarom dat niet zou kunnen op Belgisch niveau. Maar men moet van taalnationalisten en de verdedigers van heel het achterhaalde Belgische federalisme natuurlijk geen “beter bestuur” verwachten. We weten ook wel dat de eis in werkelijkheid draait om een zoveelste stap in de richting van de splitsing van België. Hoe “makkelijk” die stap is, ondervinden we nu al bijna acht maanden.
Als de OVB nog relevant wil blijven voor de moderne Belgische en Europese advocatuur zal ze dringend haar “kleuterklasniveau” moeten overstijgen. Dat houdt ondermeer in dat ze ophoudt spreekbuis te zijn van het “Vlaams” Belang en andere bekrompen, nationalistische organisaties.
L’ORDRE “FLAMAND “ DES AVOCATS SERAIT-IL UN PORTE PAROLE DU “VLAAMS” BELANG?
Le 31 janvier dernier, Jo Stevens – le président de l’ordre des barreaux “flamands” – a plaidé pour la communautarisation de la justice belge. En 2001, l’Ordre National des Avocats a été scindé – « bien entendu » sans demander l’avis des avocats – ce qui a contribué à créer cette dynamique nationaliste. Parfois, les scissions institutionnelles conduisent à des scissions d’ordres nationaux: c’est le cas pour l’ordre des Architectes, pour l’ordre des journalistes pour des associations sportives, etc.
Dans ce cas ci, il y a une réciprocité entre certains politiciens qui, depuis juin 2010, exigent une scission totale ou partielle de la justice d’une part et l’ordre des avocats d’autre part, organisation scindée sur base linguistique. Puisque l’ordre est divisé, la justice devrait suivre. Ainsi va le raisonnement de l’OVB dont les arguments n’ont par ailleurs aucun sens.
Mais avant de traiter ce sujet, il n’est pas inutile de remarquer qu’initialement, seul le Vlaams Belang plaidait pour la scission des ordres nationaux, suivi en ce domaine par des professeurs de droit flamingants comme Mathias Storme et Hendrik Vuye. La N-VA, à ce que l’on dit, et sans aucun doute pour des motifs tactiques n’était pas demandeuse de la scission jusqu’à ce que le PS, « parti régionaliste wallon » ne mette, fin 2010, la question sur la table des négociations pour la formation d’un nouveau gouvernement fédéral. Selon la rumeur, ce serait le PS qui en voulait s’assurer d’un plus grand contrôle sur la justice au sud du pays, car quelques membres de ce parti ont été poursuivis. Apparemment, les nationalistes flamands approuvent cette attitude…
Mais bon, L’OVB joue cavalier seul et sans la moindre concertation avec ses membres, elle suit la voie nationaliste. Ses arguments sont les suivants :
Les juges francophones ne seraient pas capables de connaître, consulter, ou citer la docytine juridique “flamande”. Le président va très loin dans son discours en déclarant: « la connaissance linguistique est si en retard que lorsque je plaide en Wallonie, je ne puis me référer à une décision ou à une jurisprudence reprise dans un recueil juridique flamand, car ils ne pourraient pas le lire. »
A cette argumentation rudimentaire nous opposons les observations suivantes :
1. On peut se demander ce que recherche un avocat nationaliste flamand dans cette détestable Belgique francophone. N’est-il pas suffisant que les flamingants colonisent et terrorisent Anvers, le Brabant et le Limbourg avec leurs absurdités linguistico-nationaliste ?
2. De plus, l’ordre nie les progrès que font les Francophones dans l’apprentissage de la langue néerlandaise et ceci en dépit du climat politique défavorable et des exigences persistantes des nationalistes flamands pour une scission des compétences fédérales sur base linguistique.
3. Le discours est, de plus, raciste car on vise d’une façon caricaturale et généralisante un segment de la population. Le fait que la jurisprudence limbourgeoise ne soit pas fréquemment citée ne devrait-elle pas, alors, conduire à la provincialisation de la justice ?
4. La scission est absurde en ce sens qu’elle ne mène nullement vers le bilinguisme, au contraire. Si la connaissance des deux langues serait une priorité pour les juges, l’OVB devrait plaider pour une refédéralisation de l’enseignement C’est la seule solution pour que le gouvernement puisse imposer dans tout le pays des cours dans l’autre langue. Au minimum, l’on pourrait, comme l’a suggéré le prof. émérite Marcel Storme au début de ce siècle, constituer une école bilingue pour les magistrats. Mais des structures bilingues qui dépasseraient les frontières bruxelloises ont été rejetées avec ardeur par les nationalistes sur base d’une « argumentation » purement nationaliste.
5. L’OVB précise que la plus importante raison (et sans doute la seule) de l’évolution séparée de la jurisprudence, est la scission des compétences suite aux réformes de l’État. Ainsi, la Belgique connait trois “droits” différents en matière d’environnement et trois « droits» différents en matière d’aménagement du territoire. Des législations et réglementations d’ordre purement technique sont divisées pour des motifs exclusivement nationalistes ; elles rendent certaines tâches juridiques un véritable casse-tête. L’OVB pourrait le reconnaître si elle avait un minimum de préoccupation pour le bien-être des justiciables et non pour un groupuscule de pédants nationalistes.
6. Le droit belge est pour 70% d’origine européenne. Celui qui veut diviser le droit belge – car la division de l’organisation juridique mène à la division du droit – doit, logiquement, également plaider pour l’abrogation du droit européen. Dans l’Union européenne, il existe 23 langues et trois alphabets. La chance que les juges de la Cour européenne de justice maîtrisent le néerlandais est vraisemblablement faible. Il est insensé de prétendre qu’il est impossible d’arriver à un droit multilingue avec trois langues et en même temps d’alléguer que cela est au contraire possible avec les Français, les Bulgares, les Estoniens et les Portugais. Si les nationalistes flamands considèrent néanmoins que le droit européen ne doit pas être abrogé, ils devront exiger que les juges soient compétents dans toutes les langues de l’Union. A fortiori, ce raisonnement s’applique à toutes les juridictions internationales comme la Cour internationale de justice, la Cour Pénale internationale ainsi que les organes d’arbitrage tels que la CCI.
7. L’OVB préconise une communautarisation de la justice belge. Dans la pratique, elle parle d’un transfert de compétences de l’autorité fédérale vers la communauté “française” et “flamande”. Tout d’abord, cette proposition témoigne d’une méconnaissance de la réalité institutionnelle belge parce qu’il y a officiellement trois communautés; on oublie en effet la germanophone. En outre, une telle scission est complètement inapplicable à Bruxelles où, sur le même territoire, deux communautés devraient avoir compétence égale. Cela impliquerait inévitablement l’introduction de deux (ou trois) sous-nationalités à Bruxelles et même en Belgique, ce qui mettrait officiellement fin à l’égalité entre les Belges. Celui qui proposerait des tribunaux distincts pour les Musulmans, les Juifs ou gens de couleur, serait à juste titre appelé raciste.
Tout aussi illogique serait une proposition de régionalisation de la justice. Ce qui ne serait pas applicable en Belgique – une justice multilingue – le serait dans la région de Bruxelles! C’est absurde, tout comme le fédéralisme linguistique actuel.
8. Enfin, il est tout aussi ridicule de considérer des différences linguistiques comme un appauvrissement et un obstacle. Il est, au contraire, enrichissant que la Belgique soit située sur la frontière entre les régions de langue germanique et de langue romane. Il existe également des différences importantes entre les villes et les campagnes, entre les agglomérations, entre les provinces, entre les communes, entre les hommes et les femmes, entre les jeunes et les personnes âgées etc. Compte tenu du fait que la loi a pour but de chercher à établir l’égalité entre les personnes et que cela est une donnée universelle, il est stupide et rétrograde – dans le contexte actuel d’européanisation et de mondialisation – de subdiviser les compétences de l’État en deux ou trois dans un pays qui compte la moitié des habitants de la ville de Mexico.
Nous ne mentionnons même pas le danger de la scission, qui en réalité, ne profitera qu’aux criminels. Ils pourront commettre leurs crimes du côté de la frontière linguistique qui leur convient le mieux… !
En bref, la division de la Justice rendra la structure de la Belgique encore plus complexe, plus chaotique, moins démocratique, plus asociale, plus incertaine, moins efficace, plus raciste et – sans l’oublier – plus chère. L’utilité de la scission des budgets publics fédéraux en deux, trois ou quatre n’est pas du tout évidente. Il serait beaucoup plus progressiste si l’OVB proposait elle-même de se dissoudre pour recréer avec les francophones et les germanophones un nouvel Ordre national des Avocats. Si cela est possible au niveau européen, nous ne voyons aucune raison pourquoi ce ne serait pas possible au niveau belge. Mais il ne faut pas attendre des nationalistes linguistiques et des défenseurs du fédéralisme belge périmé, une « meilleure gouvernance ». Il est évident que cette exigence constitue, en réalité, une autre étape vers la scission de la Belgique, scission qui n’est pas chose évidente si l’on a égard aux événements des huit derniers mois.
Si l’OVB tient à rester utile et pertinente pour la profession d’avocat au niveau belge et européen, il est urgent qu’il dépasse son niveau de réflexion actuel qui est “digne de la maternelle ». Cela signifie, entre autre, qu’elle devrait cesser d’être le porte-parole du “Vlaams” Belang et d’autres organisations aux vues étroites et nationalistes.
