LA DEUXIEME REVOLUTION BELGE ? – DE TWEEDE BELGISCHE REVOLUTIE ?

Tafereel van de Septemberdagen 1830 op de Grote Markt te Brussel, Gustaaf Wappers, 1834 – Épisode des journées de septembre 1830, Gustave Wappers (1834)

DE SOEVEREINE MACHT VAN HET BELGISCH VOLK 

Artikel 33, alinea 1 van de grondwet bepaalt:

“Alle machten gaan uit van de Natie.”

Deze natie, dat zijn wij en U, dat is het Belgisch volk.

En dat is logisch want het unitaire België is gecreëerd door een revolutie van het volk in 1830.

Als de machthebbers niet meer naar de bevolking luisteren, zoals het vroeger het geval was en vandaag opnieuw het geval is, heeft het volk het recht om in opstand te komen en de macht in eigen handen te nemen.

Dat gebeurt momenteel ook in Tunesië, Egypte en binnenkort misschien ook in andere landen van de Arabische wereld.

De politieke leiders kunnen niet ongestraft een groot deel van de bevolking negeren of de staat bankroet maken.

Volgens de voorzitter van de N-VA, Bart De Wever, zouden betogingen niet meetellen. Alleen het verkiezingsresultaat zou van belang zijn voor het bestuur van de staat.

Zo’n bewering overtuigt niet. Vindt hij dan ook dat de “Vlaamse” marsen op Brussel en de betogingen voor de splitsing van de Leuvense universiteit zonder belang waren? Nochtans is het door deze volkswoede van de jaren 60 dat de particratie grote staatshervormingen heeft doorgevoerd, waaraan Vlaams- en Waals-nationalisten zo gehecht zijn.

Enig probleem, maar een zeer groot: na 40 jaar hebben deze hervormingen tot een totale blokkering van de instellingen geleid en ons land aan de financiële afgrond gebracht. De huidige particratie durft nog niet deze evidente vaststelling kenbaar maken, maar kan ze het zich veroorloven om nog langer te talmen nu de financiële positie van België op de financiële markten zwaar onder druk wordt gezet ?

Wij denken van niet. De straat zal de politici dwingen om de waarheid toe te geven en de te dure en inefficiënte gewesten en gemeenschappen af te schaffen. Dat zal geen enkel probleem stellen aangezien de 9 historische provincies ze perfect kunnen vervangen en de taalwetten zullen behouden blijven, eventueel in een modernere, en dus minder rigide, vorm.

LE POUVOIR SOUVERAIN DU PEUPLE BELGE

L’article 33, alinéa premier de la constitution belge énonce :

« Tous les pouvoirs émanent de la Nation. »

Or, cette nation, c’est nous et vous, c’est le peuple belge.

Et c’est logique car la Belgique unitaire a été créée par une révolution du peuple en 1830.

Si les dirigeants politiques n’écoutent plus la population, comme c’était le cas jadis et c’est de nouveau le cas aujourd’hui, le peuple a le droit de se révolter et de prendre le pouvoir en mains.

C’est qui se passe actuellement en Tunésie, en Egypte et bientôt peut-être encore dans d’autres pays du monde arabe.

Les dirigeants politiques ne peuvent pas impunément ignorer une grosse partie de la population ni mener l’Etat à la faillite.

Selon le président de la N-VA, Bart De Wever, les manifestations n’auraient aucune importance. Uniquement le résultat des urnes serait déterminant pour la gestion de l’Etat. Un tel point de vue étonne. Considère-t-il aussi que les fameuses marches flamingantes sur Bruxelles et les manifestations pour la scission de l’université de Louvain furent sans pertinence ? C’est bien à cause de cette agitation populaire des années 60 que la particratie a entrepris de grandes réformes de l’Etat si chères aux nationalistes flamands et wallons.

Seul problème et de taille : après 40 ans, ces réformes nous ont mené au blocage total des institutions et au bord du gouffre financier. La particratie actuelle n’ose pas encore exprimer ce constat évident, mais peut-elle se permettre de tergiverser maintenant que la situation financière de la Belgique est sérieusement menacée sur les marchés internationaux ?

Nous ne le pensons pas. La rue obligera les politiciens à avouer la vérité et à supprimer les communautés et régions trop coûteuses et inefficaces. Cela ne posera aucune difficulté puisque les 9 provinces historiques pourront parfaitement les remplacer et les lois linguistiques resteront d’application, éventuellement dans une forme modernisée et donc moins rigide.