Ci-dessous vous pouvez lire toutes les scissions, comprises dans la “note Di Rupo/De Wever/Vande Lanotte/Beke”. Le système d’apartheid linguistique est perféctionné; chaque contact entre groupes linguistiques doit être évité. La Belgique est réduite à une coquille vide. Notre réponse? Non – nee – nein ! Restaurons la Belgique unitaire!
Hieronder kan u alle splitsingen die in de “nota Di Rupo/De Wever/Vande Lanotte/Beke” staan, nalezen. Het taal-apartheidssysteem wordt uitgediept; elk contact tussen taalgroepen moet vermeden worden. België wordt tot een lege schelp herleid. Ons antwoord? Nee-non-nein! Laten we het unitaire België herstellen!
I. ZORGEN / SOINS – SOCIALE HULP / AIDE SOCIALE
1) de vaccinaties – les vaccinations
2) de vaccinatiecampagnes – les campagnes de vaccination
3) de preventieve opsporing van aandoeningen – le dépistage préventif des maladies
4) het Nationaal Voedings- en Gezondheidsplan – le Plan national Nutrition-Santé
5) de bewustmakingscampagnes voor tandhygiëne in scholen – les campagnes de sensibilisation en matière d’hygiène dentaire dans les écoles
6) de bevoegdheid en de budgetten voor mobiliteitshulpmiddelen – la compétence et les budgets pour les aides à la mobilité
7) de Directiegeneraal Personen met een handicap – la Direction générale personnes handicapées
8 ) de gehandicaptenzorg – l’aide aux personnes handicapées
9) de rusthuizen (inclusief de prijscontrole) – les maisons de repos (y compris le contrôle de prix)
10) de verzorgingstehuizen (inclusief de prijscontrole) – les maisons de soins (y compris le contrôle de prix)
11) de rustoorden voor bejaarden – les maisons de repos pour les personnes âgées (y compris le contrôle de prix et des normes de reconnaissance)
12) de centra voor dagverzorging (inclusief de prijscontrole en het vastleggen voor erkenningsnormen) – les centres des soins de jour (y compris le contrôle de prix et les normes de reconnaissance)
13) de geriatrie– la gériatrie
14) de bijstand aan ouderen – l’allocation de l’aide aux personnes âgées
15) de (functionele) revalidatie – la revalidation (fonctionnelle)
16) de geïntegreerde diensten voor thuisverzorging (GDT) – la compétence et les budgets en matière de Services intégrés de soins à domicile (SISD)
17) de palliatieve zorgen – les soins palliatifs
18) de platforms inzake geestelijke gezondheidszorg – la compétence relative aux plateformes de soins de santé mentale
19) de instellingen voor geestelijke gezondheidszorgen – les établissements de soins psychiatriques
20) de initiatieven met betrekking tot beschermde woonplaatsen – les initiatives d’habitation protégée
21) het drugsbeleid – la politique en matière de drogue
22) de huisartsenkringen – les cercles des médecins généralistes
23) de Impulseo-fondsen – les fonds Impulseo
24) het verslavingsfonds – le Fonds d’assuétudes
25) de tabaksontwenning – le sevrage tabagique
26) het beleid aangaande verslaafden – la politique concernant les toxicomanes
27) de revalidatie en herscholing (gedeeltelijk) – la rééducation et la revalidation (partiellement)
28) de kwaliteitsnormen inzake gezondheidszorg (gedeeltelijk) – les normes de qualité en matière des soins de santé (partiellement)
29) de nieuwbouw van ziekenhuizen – la construction des hôpitaux
30) de verbouwingen van ziekenhuizen – la transformation des hôpitaux
31) de renovatie van ziekenhuizen – la rénovation des hôpitaux
32) het groot onderhoud van ziekenhuizen – le gros entretien des hôpitaux
33) de kinderbijslagen – les allocations familiales
34) het kraamgeld – les moyens d’attribution de naissance
35) Het Fonds voor Collectieve Uitrustingen en Diensten (FCUD) – le Fonds d’équipements et de services collectifs (FESC)
II. JUSTITIE – JUSTICE
36) de politierechtbanken – les tribunaux de police
37) de rechtbanken van eerste aanleg – les tribunaux de première instance
38) de vredegerechten – les justices de paix
39) de rechtbanken van koophandel – les tribunaux de commerce
40) de hoven van beroep – les cours d’appel
41) de arbeidshoven – les cours du travail
42) de opleiding van magistraten – la formation des magistrats
43) de benoeming van magistraten – la nomination des magistrats
44) de administratieve rechtscolleges (gedeeltelijk) – les juridictions administratives (partiellement)
45) de strafuitvoeringsbanken (gedeeltelijk) – les tribunaux de l’application des peines (partiellement) (De bevoegdheid betrekking houdende op de voorstelling van de officiers van justitie in de strafuitvoeringsrechtbanken – La compétence relative à la présentation des assesseurs dans les tribunaux de l’application des peines)
46) het positieve injunctierecht (gedeeltelijk) – le droit d’injonction positive (partiellement)
47) De bevoegdheden van de justitiehuizen inzake het strafvervolgingsbeleid (sociale begeleiding en bewaking van personen die met het gerecht in aanraking komen; voorwaardelijke invrijheidsstelling; strafbemiddeling, werkstraffen, probatie, electronische bewaking, voorwaardelijke invrijheidsstelling, gelimiteerde hechtenis, invrijheidsstelling-op-proef en andere penitentiaire opdrachten – les compétences des maisons de justice relatives à l’application des peines (accompagnement social et surveillance des personnes ayant affaire à la justice: liberté sous conditions, médiation pénale, peine de travail, probation, surveillance électronique, libération conditionnelle, mise en liberté provisoire, détention limitée, mise en liberté à l’essai et autres missions pénitentiaires)
48) de interneringen en het statuut van de geïnterneerde – les internements et le statut des internés
49) de administratie van de penitentiaire instellingen – l’administration des établissements pénitentiaires
50) het interne statuut van de veroordeelde – le statut interne du condamné
51) het jeugdsanctierecht – la loi sur les sanctions des mineurs; het vastleggen van straffen en begeleidende maatregelen – La fixation de peines et de mesures d’accompagnement
52) het vastleggen van straffen en begeleidende maatregelen- la fixation de règles de dessaisissement
53) het opstellen van de plaatsingsregels in de gesloten instellingen – la mise sur pied de règles de placement en centres fermés
III. VERKEERSREGLEMENT / CODE DE LA ROUTE – TRANSPORT(S) (critique de Touring et de l’UBOT/kritiek van Touring en van de BTB)
54) de wegcode – le code de la route
55) het verkeersreglement – le règlement du code de la route
56) de normering van de verkeersinfrastructuur – la fixation des normes de l’infrastructure routière
57) het BIVV (Belgisch instituut voor Verkeersveiligheid) – l’IBSR (institut Belge pour la sécurité routière)
58) de technische controle van auto’s – Le contrôle technique des véhicules
59) de metrologie – la métrologie
60) de rijopleiding – la formation à la conduite
61) de rijscholen – les auto-écoles
62) de reglementering van de binnenvaart (inclusief de politionele bevoegdheid) – réglementation de la navigation intérieure (y compris la compétence policière)
63) de aanleg, de aanpassing en de modernisering van spoorwegen (gedeeltelijk) – l’aménagement, l’ajustement et la modernisation des lignes de chemin de fer (partiellement)
64) de ijking en homologatie van de snelheids- en roodlichtcamera’s / l’étalonnage et l’homologation des cinémomètres et des caméras installées aux feux rouges
IV. WERKLOOSHEID / CHOMAGE – TEWERKSTELLING / EMPLOI
65) de opleiding van werklozen – la formation des chômeurs
66) de bestraffing van werklozen – la sanction des chômeurs
67) het doelgroepenbeleid inzake werklozen en meerbepaald: – de doelgroepgerichte activering van de RVA-werkloosheidsuitkeringen (Activa, Win Win, doorstromingsprogramma’s, Sine, startbaan, vrijstelling wegens beroepsopleiding) – la politique axée sur des groupes cible: – L’activation ciblée des allocations de chômage de l’ONEM (Activa, Win Win, programmes de transition, Sine, convention de premier emploi, exonération pour formationprofessionnelle)
68) de activering van het leefloon, de diverse ‘categorale’ RSZ-kortingen voor werknemers (50+, jongeren, langdurig werklozen) – l’activation du revenu d’intégration (article 60/61 CPAS) les diverses réductions ONSS « catégorielles » octroyées aux travailleurs (plus de 50 ans, les jeunes, les chômeurs de longue durée)
69) werkgevers (+1+2+3 plan) – employeurs (plan +1+2+3)
70) enkele specifieke sectoren (baggeraars, universiteiten, wetenschappelijk onderzoek, wetenschappelijke Maribel, jongerenbonus non-profit) – certains secteurs spécifiques (dragage, les universités, la recherche scientifique, le Maribelscientifique, le bonus jeunes non-marchand)
71) de RSZ-vrijstelling voor gesubsidieerde contractuelen (GESCO) – l’exonération ONSS pour les contractuels subsidiés (GESCO)
72) de fiscale vrijstelling op de bedrijfsvoorheffing voor enkele sectoren (baggeraars, sleepvaart, zeevisserij, koopvaardij, wetenschappelijk onderzoek, kunstenaars, onthaalouders) – l’exonération fiscale du précompte professionnel dans certains secteurs (entreprises de dragage, remorquage, pêche en mer, marine marchande, recherche scientifique, artistes, gardiens d’enfants)
73) de nog federale programma’s voor de Plaatselijke Werkgelegenheidsagentschappen – les programmes fédéraux pour les agencies locales pour l’emploi, le reclassement et l’accompagnement des bénéficiaires d’un revenue d’intégration
74) outplacement en meerbepaald: de inhoudelijke vereisten die niet vastliggen in de federale CAO’s 51 en 82 – le reclassement: les exigences sur le plan du contenu qui ne figurent pas dans les CCT fédérales 51 et 82
75) de terugbetaling van de outplacementkosten aan de bedrijven (in het kader van herstructurering), inclusief de bestaande middelen – le remboursement aux entreprises des frais de reclassement (en cas de restructuration), en ce compris les moyens existants
76) het opleggen van een sanctie aan werkgevers die geen outplacement aanbieden – la sanction infligée aux employeurs qui ne proposent pas de mesure de reclassement
77) De toeleiding tot de arbeidsmarkt van leefloners – l’orientation vers le marché de l’emploi des bénéficiaires d’un revenu d’intégration
78) het leefloon – le minimex
79) Het betaald educatief verlof – le congé éducatif rémunéré
80) het industrieel leerlingenwezen – l’apprentissage industriel
81) de loopbaanonderbreking in de publieke sector – l’interruption de carrière dans le secteur public
82) de economische migratie (de regelgevende bevoegdheid voor de arbeidskaarten A, B en C) – la migration économique (la compétence législative en ce qui concerne les cartes de travail A, B et C pourra être transférée aux Régions)
83) de startbaanovereenkomsten in het kader van de ‘gobale’ projecten bij de Gemeenschappen en Gewesten – les conventions de premier emploi dans le cadre des projets « globaux » des Communautés et régions
84) de start- en stagebonus voor stagiairs uit het alternerend onderwijs – le bonus de démarrage et de stage pour les stagiaires issus de l’enseignement en alternance
85) de werkhervattingstoeslag voor oudere werklozen en éénoudergezinnen – le complément de reprise du travail pour les chômeurs plus âgés et les familles monoparentales
86) de interventie van de overheid met betrekking tot de prijsbepaling van en de geautoriseerde activiteiten door de dienstencheques – En ce qui concerne les titres-services, les règles relatives à l’intervention des pouvoirs publics dans la valeur d’échange du titre, à la définition des activités autorisées et à la réglementation des prix
87) de sociale economie – l’économie sociale
88) De RVA – l’ONEM
V. BUITENLANDSE HANDEL – COMMERCE EXTERIEUR
89) Het Belgisch Agentschap voor Buitenlandse Handel – L’Agence belge pour le commerce extérieur
VI. GROOTSTEDENBELEID – POLITIQUE DES GRANDES VILLES
90) Het grootstedenbeleid – la politique des grandes villes
VII. ONTWIKKELINGSSAMENWERKING – POLITIQUE DES GRANDES VILLES
91) De ontwikkelingssamenwerking – la coopération au développement
VIII. ORDE- EN HULPDIENSTEN – SERVICES D’ORDRE ET DE SECOURS
92) de brandweer – les pompiers
93) het veiligheids- en preventiebeleid – la politique de sécurité et de prévention
94) de civiele bescherming – la protection civile
95) het federale crisiscentrum (gedeeltelijk) – le centre de crise fédéral (partiellement)
96) de afbakening van lokale politiezones (gedeeltelijk) – la délimitation des zones de police locales (partiellement)
97) de afbakening van zones voor dringende medische hulpverlening – la délimitation des zones d’urgence médicale (partiellement)
IX. FINANCIELE DIENSTEN – SERVICES FINANCIERS / HULPFONDSEN – FONDS D’AIDE
98) het participatiefonds – le fonds de participation
99) Finexpo
100) de Belgische Maatschappij voor Internationale Investeringen (BMI) – la Société belge d’Investissement international (SBI)
101) de Nationale Delcrederedienst (gedeeltelijk) – l’Office national du Ducroire (partiellement)
102) het Belgisch Interventie en Restitutie Bureau (BIRB) – le Bureau belge d’intervention et de restitution (BBIR)
103) het Landbouwrampenfonds – le Fonds de Calamités agricoles
104) het Federaal Impulsfonds voor Migrantenbeleid – Le Fonds d’Impulsion fédéral à la politique des immigrés
105) het Rampenfonds – le Fonds de Calamités
X. ANDERE INSTELLINGEN – AUTRES INSTITUTIONS
106) het Nationaal Instituut voor Statistiek (gedeeltelijk) – l’Institut national de la statistique (INS) (partiellement)
107) de deontologische ordes – les ordres déontologiques
108) de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) (gedeeltelijk) – la Banque-Carrefour des Entreprises (BCE) (partiellement)
109) het Kruispunt van de Sociale Zekerheid (KSZ) (gedeeltelijk) – la Banque-Carrefour de la Sécurité Sociale (BCSS) (partiellement)
110) het Nationaal Sociaal-Economisch Comité voor de Distributie – le Comité Socio-économique National pour la distribution
111) het Rekenhof (gedeeltelijk) – la Cour des Comptes (partiellement)
112) de raden van bestuur van de NMBS en de filialen ervan/les conseils d’administration de la SNCB et de ses filiales
XI. HET BURGERLIJK RECHT – LE DROIT CIVIL
113) de woninghuur – la loi sur les baux d’habitation
114) de handelshuur – la loi sur les baux commerciaux
115) de pachtwet – a loi sur le bail à ferme
116) de delen van het burgerlijk wetboek die betrekking hebben op onroerende goederen
117) het kadaster – le cadastre
118) idem voor de hypotheekkantoren – idem pour les bureaux de conservation des hypothèques
XII. WETENSCHAPSBELEID – POLITIQUE SCIENTIFIQUE
119) het wetenschapsbeleid (meerbepaald de Interuniversitaire Attractiepolen en Technologische Attractiepolen) – La politique scientifique (notamment les Pôles d’attraction interuniversitaires et les Pôles d’attraction technologiques) (kritiek van wetenschappers – critique des scientifiques)
XIII. ANDERE – AUTRES
120) de erkenning van toeristische centra (exclusief de arbeidsrechtelijke aspecten) – la reconnaissance de centres touristiques (en dehors des aspects relatifs au droit du travail)
121) de vestigingswet – la réglementation de la politique d’autorisation en matière d’implantations commerciales
122) delen van het telecommunicatiebeleid (modernisering van bestaande gemeenschapsbevoegdheden) – des parties de la politique de télécommunication (la modernisation des compétences communautaires existantes)
* clarification: Aujourd’hui certaines compétences sont fédérales (comme les fréquences ou les GSM), d’autres communautaires (comme la radio-télévision). La “modernisation” devra dès lors être synonyme de plus grande communautarisation.
verduidelijking: vandaag zijn sommige bevoegdheden federaal (zoals de frequenties of het GSM-verkeer), andere zijn communautair (radio, televisie). De “modernisering” zal daardoor een synoniem worden van een nog grotere communautarisering.
123) de vastlegging van de tarieven inzake de distributie van de energie (uitgenomen het sociaal tarief) – la fixation des tarifs de distribution de l’énergie (en dehors du tarif social)
124) het Fonds ter Reductie van de Globale Energiekost – le Fonds de réduction du coût global de l’énergie
125) de controle op het toezicht van de reglementering betrekking houdende op het afval dat doorheen een regio vervoerd wordt – Le contrôle du respect de la réglementation relative au transit des déchets
126) het dierenwelzijn – le bien-être des animaux (kritiek GAIA/critique de GAIA)
127) de plantentuin in Meise – le jardin botanique de Meise
128) de studenten-immigratie – l’immigration étudiante
129) het ambtenarenkorps van de deelstaten – les fonctionnaires des entités fédérées
130) de filmkeuring – le contrôle des films
131) de bevoegdheid voor onteigeningen, inclusief de aankoopcomités – La compétence d’expropriation, y compris les comités d’acquisition
132) het beheerscomité van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidzorg (gedeeltelijk) – le comité de gestion du Centre de connaissances fédéral pour les Soins de santé (partiellement)
133) het verkeersboetefonds – le fonds des amendes
134) de Hoge Gezondheidsraad (gedeeltelijk) – le Conseil supérieur de la Santé (partiellement)
135) E-Health (gedeeltelijk) – e-Health (partiellement)
136) de beheersorganen van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (gedeeltelijk) – les organes de gestion de l’Assurance obligatoire des soins de santé et des indemnités (partiellement): (1) het Comité voor advies inzake de zorgverlening ten aanzien van de chronische ziekten en specifieke aandoeningen – (1) le Comité consultatif en matière de dispensation de soins pour des maladies chroniques et pour des pathologies spécifiques
137) de beheersorganen … – les organes de gestion … : (2) le Conseil consultatif de la rééducation fonctionnelle – de Raad voor advies inzake functionele revalidatie
138) de personenbelasting (gedeeltelijk) – l’impôt des personnes physiques (partiellement) (kritiek ABVV – critique du FGTB)
139) de vennootschapsbelasting (gedeeltelijk) – l’impôt des sociétés (partiellement)
140) het kiesarrondissement BHV – l’arrondissement électoral de BHV
141) het gerechtelijk arrondissement BHV – l’arrondissement judiciaire de BHV
142) de Hoge Raad voor Justitie (gedeeltelijk) – le Conseil supérieur de la Justice (partiellement)
143) het College van de Procureurs-generaal – le Collège des procureurs généraux (partiellement)
CONCLUSIE – CONCLUSION
In plaats van de splitsingen van de nota De Wever – Di Rupo – Vande Lanotte op te noemen, is het beter te zeggen wat nog federaal zou blijven: quasi niets, behalve het leger, de politie, een deel van de sociale zekerheid, een deel van de fiscaliteit, een deel van het burgerlijk en strafrecht, een deel van het handelsrecht, het arbeidsrecht en nog enkele gerechtelijke instanties zoals het hof van cassatie en het grondwettelijk hof en natuurlijk… de Rode Duivels. En dit op een moment dat er nauwelijks flaminganten en wallinganten overblijven (ongetwijfeld wegens hun hoge leeftijd)…
Au lieu d’énumérer les scissions de la note De Wever – Di Rupo – Vande Lanotte, on ferait mieux de dire ce qui resterait encore fédéral: quasiment rien, sauf l’armée, la police, une partie de la sécurité sociale, une partie de la fiscalité, une partie du droit civil et pénal, une partie du droit commercial, le droit du travail et encore quelques instances juridictionnelles comme la cour de cassation et la cour constitutionnelle et bien sûr… les Diables Rouges. Et ceci à un moment où le nombre de flamingants et de wallingants recule de jour en jour (sans doute dû à leur grand âge)…
Daarom pleit de B.U.B. minstens voor een status quo en een overgangsregering opdat de Belgen eindelijk eens dat 40-jaar oude federaal systeem kunnen analyseren, dat zelf de belangrijkste oorzaak is van de huidige politiek-communautaire problemen !
Pour cette raison, le B.U.B. plaide à tout le moins pour un statu quo et un gouvernement de transition pour que les Belges puissent enfin analyser ce système fédéral vieux de 40 ans, qui est lui-même la cause principale des problèmes politico-communautaires actuels !