In De Standaard van 2 november werd bericht over de zorg van bedrijfsleiders aangaande de administratieve rompslomp die een nieuwe staatshervorming met zich zou meebrengen.
We citeren Gonzalez Stubbe, gedelegeerd bestuurder van Groep S: “Wat als bedrijven met vestigingen in verschillende regio’s, en zo zijn er heel veel, ineens met een verschillende regionale fiscaliteit op de lonen van hun werknemers worden geconfronteerd? Met drie keer een verschillende bedrijfsvoorheffing naargelang de woonplaats van de betrokken werknemers? Of een andere kinderbijslagberekening? Dat gaat een verschrikkelijke administratieve rompslomp geven. (…) economisch bekeken is het gekkenwerk en zal het alleen tot verarming leiden, want de kostprijs zal ergens op verhaald moeten worden (…) Iedereen wil een snelle en correcte uitbetaling van de lonen. Terecht. Maar hoe complexer de regelgeving, hoe moeilijker dat haalbaar wordt. En wie wint daarbij? Helaas komen de politici ons, de experts in dit vak, nooit om raad vragen.”. Paul Soete, gedelegeerd bestuurder van Agoria (de koepel van technologiebedrijven) waarschuwt voor spanningen op de werkvloer. Immers, zo redeneert hij, als twee bouwvakkers die op dezelfde werf werken in twee verschillende gewesten wonen, worden ze verschillend beloond. Dat zou door de werknemers nooit aanvaard worden, waardoor de werkgever de brutoloonkosten zou moeten opdrijven om iedereen hetzelfde nettoloon te geven. Wat ook onmogelijk is.
Peter Leyman, gedelegeerd bestuurder van de Vlaams-nationalistische werkgeversorganisatie VOKA, probeert begrijpelijkerwijze die kritiek te weerleggen (DS 3 november). Het splitsingsvoorstel van de werkgelegenheid komt immers uit die hoek en hoe mank de nationalistische argumentatie ook is, VOKA zal haar absurde ideeën niet zo snel opgeven. Er is immers teveel geld en macht mee gemoeid. Het complexiteitsprobleem wimpelt de Vlaams-nationalist van de hand: “de meerderheid” – dus niet alle – “van de bedrijven wordt geholpen door een sociaal secretariaat”. Een zwakke argumentering, want dat was het punt niet. Zo zei Stubbe al: “Commercieel bekeken zou ik tevreden moeten zijn, want de sociale secretariaten gaan handen te kort hebben”. Leyman omzeilt de uitleg over de meer complexe regelgeving handig: “Dit neemt niet weg dat administratieve vereenvoudiging in het algemeen natuurlijk een prioriteit blijft. Alleen moet men durven de weldaden van bepaalde hervormingen afwegen tegen de lasten die ze met zich meebrengen. In deze lijkt de balans van een goed werkende arbeidsmarkt waarin werken loont ons overduidelijk positief.” Met andere woorden, een staatshervorming in autonomistische zin gaat wel degelijk België ingewikkelder maken, maar we moeten kijken naar de “weldaden” ervan. Maar is een eigen “Vlaams”, “Waals” of Brussels werkgelegenheidsbeleid met de daaraan gekoppelde eigen belastingen wel zo’n goed idee? Zijn de meerderheid van de Belgen het er overig mee eens? Werden of worden ze hierover ondervraagd? Wat te denken van volgende gevolgen van een geregionaliseerde arbeidsmarkt?
1) De splitsing zal de vakbonden en de werkgeversorganisaties verplichten hun actieterrein aan te passen waardoor aanzienlijke “communautaire verschillen” zullen ontstaan, wat hun eigen splitsing tot gevolg zou kunnen hebben en wat zal leiden tot een verzwakking van de solidariteit tussen enerzijds werknemers en anderzijds werkgevers.
2) Het proces zal leiden tot een verlies aan invloed van de vakbonden en van het Belgisch patronaat in de internationale betrekkingen.
3) Ook zal een verhoogde afhankelijkheid van de sociale partners t.o.v. van de politiek optreden.
4) Het Belgische sociale model, dat gevoelig ingewikkelder zal worden, zal zijn aantrekkingskracht op buitenlandse investeerders verliezen.
5) De verhoogde complexiteit van het sociale beleid zal de werknemers en de werkgevers nog meer van hun werk vervreemden.
6) De sociale toestand in het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest riskeert volledig onbeheersbaar te worden.
7) De nationale sociale dialoog, die wereldwijd als één van de efficiëntste wordt beschouwd, wordt aan diggelen geslagen.
8 ) Een verdere uitholling van de Belgische staat is een nieuwe stap in de richting van het separatisme, dat slechts door 10% van de Belgen gewenst wordt.
In verschillende lonen op één werkvloer ziet Leyman geen graten. En dit om twee redenen: (1) Collega’s zouden vandaag ook al niet op de hoogte zijn van elkaars loon en (2) verschillen in het nettoloon bestaan nu al, bv. door de gezinssituatie. Deze twee argumenten zijn onzinnig. Door het feit dat er een regionale loondifferentiatie zou komen, zouden voor wat dat aspect betreft werknemers onmiddellijk op de hoogte zijn van de verschillen in beloning met werknemers uit een ander gewest. Belangrijker is echter dat de huidige divergenties het gevolg zijn van objectieve en verantwoordbare criteria, zoals de gezinssituatie. Het feit dat een werknemer op één werkvloer anders zou behandeld worden al naar gelang hij in pakweg Waver of Leuven woont is discriminerend. Stel je voor dat de verloning zou verschillen tussen Limburg en West-Vlaanderen. Welk een storm van protest zou er niet oprijzen? Door de regionalisering van België wordt de gelijkheid tussen de burgers uitgehold. Je wordt immers gestraft als je in de “verkeerde” deelstaat woont.
Zo kan Leyman cynisch besluiten: “Bedrijven hebben trouwens geen schrik voor meer differentiatie, integendeel ze zijn er vragende partij voor. Zo wensen bedrijven hun goede presteerders maar al te graag wat meer te belonen”. Alsof goede prestaties afhankelijk zijn van de taalregio waar je woont. Wie tussen de lijnen leest, ziet zelfs dat Leyman de zogenaamde “Vlamingen” als betere werkers dan de zogenaamde “Walen” beschouwt. Dit is puur racisme.