LES LANGUES BELGES DANS LA NOUVELLE BELGIQUE UNITAIRE
Souvent les nationalistes flamands reprochent aux unitaristes belges et au B.U.B. en particulier de vouloir faire disparaître le néerlandais au profit d’une nouvelle Belgique unitaire. Cette thèse est absurde et fait fi de l’histoire nationale.
Depuis l’époque romaine, il y a 2.000 ans, des langues germaniques sont parlées dans le nord de la Belgique actuelle. Depuis lors, la fameuse « frontière linguistique » – bien que nous n’aimions pas la notion antihumaniste de « frontière » – ne s’est pas beaucoup déplacée.
Tandis que la bourgeoisie belge – aussi en Belgique du Nord – préférait parler français – la langue internationale de l’époque ! -, déjà après la révolution belge de 1830, des textes officiels ont été traduits en néerlandais et en allemand à l’instigation du gouvernement provisoire. La première loi linguistique date de 1973 et serait rapidement succédée par d’autres assurant à terme au néerlandais le statut de langue nationale aux côtés du français. La frontière linguistique a été fixée provisoirement par les lois belges de 1932 et de 1963. Tout cela s’est déroulé dans la Belgique unitaire !
En 1960, une loi a remplacé l’INR par la RTB et la BRT. Il s’agissait d’une scission purement fonctionnelle, mais c’était le début de la division linguistique des médias audiovisuels et en fait la première scission de l’Etat belge qui fait sentir ses effets néfastes jusqu’à aujourd’hui. Les réformes de l’Etat de 1970, 1980, 1988, 1993 et 2001 n’ont fait qu’accroître la distance entre le néerlandais, le français et l’allemand en Belgique. C’est donc un non-sens que l’Etat belge aurait voulu détruire la langue néerlandaise. Celui qui prétend une chose pareille, ne connaît rien à l’histoire de la Belgique. Le néerlandais est cependant une langue qui ne s’est unifiée que vers 1950. On ne peut dès lors reprocher à la Belgique de ne pas avoir reconnu une langue inexistante en quelque sorte, bien au contraire !
La nouvelle Belgique unitaire – qui nous semble de plus en plus inévitable vu l’inextricable imbroglio politico-communautaire – permettra non seulement de préserver les trois langues nationales qui font partie du patrimoine culturel de la Belgique, mais aussi de les promouvoir en élargissant leur apprentissage à toute la population belge, voire à des étrangers. Des écoles et des médias bilingues, voire trilingues et quadrilingues (avec l’anglais) seront créés pour donner une image positive et moderne de notre richesse culturelle. L’un des buts est d’offrir la possibilité aux Belges d’écouter et de regarder ensemble et alternativement les nouvelles nationales dans les différentes langues.
En somme, la différence linguistique n’est pas un handicap, mais un atout précieux. Nous nous réjouissons déjà des lendemains heureux de la nouvelle Belgique unitaire !
Dikwijls verwijten de Vlaams-nationalisten aan de Belgische unitaristen en aan de B.U.B. in het bijzonder het Nederlands te willen opdoeken in het voordeel van een nieuw unitair België. Deze stelling is absurd et houdt geen rekening met onze nationale geschiedenis.
Sinds de Romeinse tijd, 2.000 jaar geleden, worden er Germaanse talen in het huidige Noord-België gesproken. Sindsdien is de fameuze “taalgrens” – hoewel niet houden van de antihumanistische notie van “grens” – nauwelijks verschoven.
Hoewel de Belgische burgerij – ook in Noord-België – liever Frans sprak – Frans was toen dé internationale taal -, werden er na de Belgische revolutie van 1830 op initiatief van het voorlopig bewind al officiële teksten in het Nederlands en het Duits vertaald. De eerste taalwet dateert van 1873 en deze werd door andere gevolgd zodat het Nederlands op termijn, naast het Frans, een nationale taal werd. De taalgrens werd door de Belgische wetten van 1932 en 1963 voorlopig vastgelegd. Dit gebeurde allemaal in het unitaire België !
In 1960 verving een wet het NIR door de BRT en de RTB. Het was een louter functionele splitsing, maar het was tevens het begin van de taalsplitsing van de audiovisuele media en eigenlijk de eerste splitsing van de Belgische staat, die tot op vandaag haar nefaste gevolgen laat voelen. De staatshervormingen van 1970, 1980, 1988, 1993 en 2001 hebben de afstand tussen het Nederlands, het Frans en het Duits alleen maar vergroot. Het is in elk geval nonsens dat de Belgische staat het Nederlands heeft willen vernietigen. Iemand die zoiets beweert, kent niets van de Belgische geschiedenis. Het Nederlands is een taal die echter pas rond 1950 is één geworden. Men kan België dan ook niet verwijten een in zekere zin onbestaande taal niet te hebben erkend, integendeel !
Het nieuwe unitaire België – dat ons onvermijdelijk lijkt gelet op het onontwarbaar politiek-communautair kluwen – zal niet alleen toelaten de drie nationale talen, die deel uitmaken van het cultureel patrimonium van België – te behouden, maar zal tevens een gelegenheid zijn om ze te promoten door ze aan heel de Belgische bevolking te doen aanleren en zelfs aan buitenlanders. Twee-, drie- en zelfs viertalige (met Engels erbij) scholen en media zullen gecreëerd worden om een positieve en toekomstgericht uitstraling aan onze culturele rijkdom te geven. Eén van de doelen is de Belgen de mogelijkheid te geven om samen en afwisselend naar het nationaal nieuws in de verschillende talen te luisteren en te kijken.
Taalverscheidenheid is geen handicap, maar een kostbare troef. Wij verheugen ons al op het nieuwe unitaire België !
