BERT ANCIAUX : UN « BON FLAMAND »
La semaine passée, on a eu droit à une salve de petites nouvelles sur l’écroulement du petit parti « VlaamsProgressieven » anciennement appelé « Spirit » et en particulier sur son créateur, le ministre flamand Bert Anciaux. Un petit survol de ce personnage-clè du mouvement flamand.
Bert Anciaux est né le 11 septembre 1959 à Merksem, Anvers. Il était le fils de Vic Anciaux, à l’époque ministre de la Volksunie (1979-1985) et donc le plus important dirigeant du nationalisme flamand. Le fiston ne se débarrasserait jamais de ce nationalisme. C’est donc au sein de la Volksunie qu’il a démarré sa carrière politique.
Il était avocat au barreau de Bruxelles pendant 10 ans. En tant qu’immigré à Bruxelles, il a été élu pour la première fois à un mandat politique en 1987. Il est alors devenu conseiller communal à Bruxelles. En 1991, il est devenu conseiller provincial du Brabant (encore unitaire). De 1992 à 1995, il était aussi échevin à Bruxelles. Il cumulait ces postes avec la présidence de la Volksunie de 1992 à 1998 et le poste de sénateur de 1995 à 1999.
A la fin des années 1990, il a créé le groupe de réflexion « ID21 » et a participé avec ce groupe et la VU aux élections fédérales et européennes de 1999 lors desquelles la combinaison obtenait le score très honorable de 8% des voix. A cette occasion, Anciaux fut élu membre au parlement européen.
En 2001, la Volksunie a éclaté. Trois groupes voyaient le jour : un groupe de « gauche », un groupe « modéré » et un groupe de droite. Anciaux dirigeait le groupe de « gauche », appelé « Spirit » et le transformait en parti. Le groupe « modéré » a été dissout et le groupe de droite devenait la « Nouvelle Alliance flamande (N-VA) ».
Anciaux accédait au poste de ministre de la culture au gouvernement flamand en 1999, mais démissionnait en 2002. Après les élections fédérales de 2003, il devenait ministre fédéral des transports. Ce choix n’était pas le bon car il s’est embourbé dans le marécage fédéraliste autour des vols de nuit à l’aéroport de Zaventem et démissionnait de son poste en 2004, après quoi il devenait ministre de la culture et du sport au gouvernement flamand, ce qui, à ce jour, paraîtrait sa fonction la plus efficace…
Entre-temps, Spirit, depuis 2007 appelé « VlaamsProgressieven », et les socialistes « flamands » de la SP.a, avaient formé un cartel pour les élections. Ce cartel a participé aux élections de 2003, 2004, 2006 et 2007, mais a éclaté en 2008 en raison de tensions internes. Anciaux est désormais indépendant, mais est convoité par le sommet de la SP.a. Il reste ministre de la culture et du sport.
Tout comme son père, le fils a choisi la piste nationaliste. Tout comme son père, il peut être considéré comme un « bon Flamand », qui n’a pas peur de rompre les liens avec les Belges francophones, considérés comme appartenant à un autre « peuple ». Sa plus importante réalisation pour la cause nationaliste « flamande » est sans doute l’achèvement de la scission des fédérations sportives belges, qu’il a continuée comme ministre du sport. A l’aide de la promesse que les clubs recevraient plus d’argent en cas de scission linguistique, il a réussi à scinder ou à garder scindées quasiment toutes les fédérations sportives belges, qui ne l’étaient pas encore, à l’exception du hockey. La plus grande victoire sur ce plan était sans doute la scission récente de l’URBSFA, l’union de football et la création d’une ligue flamande de football en novembre 2008.
A l’instar de son père, co-responsable du fédéralisme linguistique, la plus grande catastrophe ayant atteint la Belgique depuis la deuxième guerre mondiale, nous pouvons dire que Bert Anciaux, malgré sa propension à l’exercice du pouvoir, constitue l’un des nationalistes flamands les plus efficaces. Encore plus efficace que le Vlaams Belang et l’Yserwaeke combinés. Cela mérite de la considération sincère de la part des raciologues et des autres adeptes de l’extrême droite.
BERT ANCIAUX : EEN « GOEDE VLAMING »
De voorbije week hebben we recht gehad op een salvo van berichtjes over de ineenstorting van het partijtje “VlaamsProgressieven” of vroeger “Spirit” en meerbepaald over hun stichter, de Vlaamse minister Bert Anciaux. Een klein overzicht van de levensloop van deze sleutelfiguur van de Vlaamse beweging.
Bert Anciaux werd op 11 september 1959 geboren in Merksem, Antwerpen. Hij was de zoon van Vic Anciaux, toenmalig voorzitter van de Volksunie (1979-1985) en dus de belangrijkste leider van het Vlaams-nationalisme. Dat nationalisme zou zoonlief nooit hebben afgeleerd. Hij begon zijn politieke loopbaan dan ook in de Volksunie.
Hij was tien jaar advocaat aan de Brusselse balie. Als ingeweken Brusselaar werd hij voor het eerst tot een politiek mandaat verkozen in 1987. Hij werd toen gemeenteraadslid in Brussel. In 1991 werd hij provincieraadslid van (het toen nog unitaire) Brabant. Van 1992 tot 1995 was hij schepen in Brussel. Van 1992 tot 1998 was hij ook voorzitter van de Volksunie en van 1995 tot 1999 was hij eveneens senator.
Eind jaren negentig stichtte hij de denktank “ID21” en deed met deze groep en de VU mee aan de federale en Europese verkiezingen van 1999. De combinatie haalde toen de zeer eerbare score van 8% van de stemmen. Anciaux werd toen tot Europees parlementslid verkozen.
In 2001 kwam het tot een splitsing in de Volksunie. Er ontstonden drie groepen: een eerder “linkse”, een “gematigde” en een rechtse. Anciaux leidde de “linkse” groep, genaamd “Spirit” en vormde die om tot een nieuwe partij. De “gematigde” groep loste zichzelf op en de rechtse werd de “Nieuw-Vlaamse Alliantie” (N-VA).
Anciaux werd minister van cultuur in de Vlaamse regering in 1999, maar nam in 2002 ontslag en werd na de federale verkiezingen van 2003 federaal minister van transport. Dit bleek een slechte keuze want hij geraakte verstrikt in het federalistische kluwen rond de nachtvluchten op de luchthaven van Zaventem en nam in 2004 opnieuw ontslag en werd minister van cultuur en sport in de Vlaamse regering. Dit zou totnogtoe zijn meest efficiënte postje blijken…
Ondertussen hadden Spirit, sinds 2007 “Vlaams-Progressieven” genaamd, en de “Vlaamse” socialisten van de SP.a een kartel gevormd voor de verkiezingen. Dit kartel hield stand voor de verkiezingen van 2003, 2004, 2006 en 2007, maar spatte in 2008 uiteen wegens interne strubbelingen. Anciaux is momenteel onafhankelijke, maar wordt door de SP.a-top begeerd. Hij behoudt tot nader order zijn post als minister van cultuur.
Net zoals zijn vader koos Bert Anciaux dus voor het Vlaams-nationale pad. Net als zijn vader was hij een “goede Vlaming”, die er niet voor terugdeinsde de banden met de Franstalige Belgen door te knippen, die hij als behorende tot een ander “volk” beschouwt. Zijn belangrijkste verwezenlijking voor de Vlaams-nationale zaak is ongetwijfeld de voltooiing van de splitsing van de Belgische sportbonden, die hij als minister van sport verderzette. Met de belofte dat de clubs meer geld zouden krijgen als ze zich “Vlaams” maakten, slaagde hij erin zowat alle nog niet gesplitste Belgische sportfederaties (op die van hockey na) volgens taal op te splitsen en/of gesplitst te houden. De grootste overwinning op dat vlak was ongetwijfeld de recente splitsing van de Belgische voetbalbond en de creatie van een Vlaamse voetballiga in november 2008.
Net zoals we dat kunnen zeggen van zijn vader, medeverantwoordelijke voor het taalfederalisme, de grootste naoorlogse catastrofe die België geteisterd heeft, kunnen we stellen dat Bert Anciaux, ondanks zijn hang naar postjes, één van de meest efficiënte Vlaams-nationalisten is geweest. Efficiënter nog dan het Vlaams Belang en de Ijzerwake samen. Dat verdient oprechte waardering van de rassendeskundigen en andere volgelingen van het extreemrechtse gedachtegoed.
