VIOLATION DES DROITS DE L’HOMME EN BELGIQUE
Le 10 décembre 2008, le monde a commémoré les 60 ans de la Déclaration Universelle des Droits de l’Homme, adoptée le 10 décembre 1948 par l’Assemblée Générale des Nations Unies siégeant à San Francisco aux Etats-Unis. Malgré ce que vous avez pu entendre dans les médias belges, ces droits sont toujours violés à l’heure actuelle en Belgique et particulièrement l’article 19 concernant la liberté d’expression.
Nous l’avons déjà dit : la Belgique constitue certes un Etat de droit, mais pas une démocratie. Elle est une double particratie nationaliste, une au nord et une au sud. Cette double particratie a une mainmise très forte sur les médias « publics », qui devraient pourtant être les premiers vecteurs de l’opinion du peuple.
Ainsi, l’article 19 de la Déclaration universelle des Droits de l’Homme stipule que « tout individu a droit à la liberté d’opinion et d’expression, ce qui implique le droit de ne pas être inquiété pour ses opinions et celui de chercher, de recevoir et de répandre, sans une considération de frontière, les informations et les idées par quelque moyen d’expression que ce soit ».
Il résulte clairement de cette disposition que la liberté d’opinion – l’une des expressions concrètes du pluralisme – constitue une valeur fondamentale de la démocratie et que les titulaires de cette liberté publique sont libres de s’associer, notamment en parti politique, pour exprimer leurs opinions.
Dans nos démocraties modernes, les partis politiques constituent le vecteur même des courants idéologiques et sociopolitiques : « la démocratie moderne repose entièrement sur les partis politiques »[1]. Les partis sont par conséquent les acteurs centraux du pluralisme. Sans eux, il n’y a pas de débat.
Il s’ensuit qu’un objectif légitime majeur en politique est l’amélioration de la démocratie et le respect du pluralisme de la société.[2] Les médias publics y jouent un rôle important car elles font usage de l’argent du contribuable. Les médias publics ont par conséquent l’obligation de donner la parole de façon équitable aux petits partis ainsi qu’aux grandes idéologies de la société. Selon différents sondages, il y aurait entre 20 et 50% d’unitaristes en Belgique[3], c’est-à-dire des Belges qui souhaitent une Belgique dotée d’un seul gouvernement et d’un seul parlement. L’exclusion des partis sans représentation parlementaire, comme le B.U.B., ou des opinions largement répandues, comme celle des unitaristes, est donc inadmissible.
Cette obligation de pluralisme est cruciale dans une démocratie car ce n’est qu’en établissant un marché libre des idées, où la prise de conscience individuelle et publique peut se dérouler librement grâce à la confrontation d’idées opposées, que la démocratie peut fonctionner et que l’individu est en mesure de s’épanouir.
Les droits de l’homme des membres du B.U.B. et plus généralement celle des unitaristes se trouvent dès lors violés. Il n’est pas sans pertinence de le rappeler à ceux qui se soucient de l’avenir de notre pays…
SCHENDING VAN DE MENSENRECHTEN IN BELGIE
Op 10 december 2008 heeft de wereld de zestigste verjaardag van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens herdacht. Deze werd op 10 december 1948 door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties, zetelend in San Francisco, VSA, goedgekeurd. Ondanks wat u op de Belgische zenders hebt kunnen horen, worden deze rechten vandaag nog altijd geschonden in België, en in het bijzonder artikel 19 betreffende de vrijheid van meningsuiting.
We hebben het reeds gezegd : België is zeker een rechtstaat, maar geen democratie. Ze is een dubbele nationalistische particratie: één in het noorden en één in het zuiden. Deze dubbele particratie beheerst de « openbare » media, die nochtans de eerste vertolkers van de mening van het volk zouden moeten zijn.
Zo bepaalt artikel 19 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: “Een ieder heeft recht op vrijheid van mening en meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid om zonder inmenging een mening te koesteren en om door alle middelen en ongeacht grenzen inlichtingen en denkbeelden op te sporen, te ontvangen en door te geven.”
Uit deze bepaling volgt duidelijk dat de vrijheid van meningsuiting – één van de concrete uitingen van het pluralisme – essentieel is in een democratie en dat de rechthebbenden vrij zijn om zich in groepen, waaronder politieke partijen, te verenigen om hun mening uit te drukken.
In onze moderne democratieën zijn de politieke partijen de dragers van de ideologische en socio-politieke stromingen : “de moderne democratie berust volledig op de politieke partijen”[4]. De partijen zijn bijgevolg de basisspelers van het pluralisme. Zonder hen is er geen debat.
Daaruit volgt dat het belangrijkste doel van de politiek de verbetering van de democratie en de eerbiediging van het pluralisme in de maatschappij is[5]. De openbare media spelen hierin een belangrijke rol omdat ze gebruik maken van het geld van de belastingbetaler. Bijgevolg hebben de openbare media de plicht het woord te verlenen aan zowel kleine partijen als aan grote ideologieën in de samenleving. Volgens verschillende opiniepeilingen zouden er tussen 20 tot 50% unitaristen in België zijn, d.w.z. Belgen die een ééngemaakt België willen met één regering en één parlement[6]. De uitsluiting van de partijen zonder parlementaire vertegenwoordiging, zoals de B.U.B., of van breed verspreide meningen, zoals die van de unitaristen, is dan ook onaanvaardbaar.
Deze plicht tot pluralisme is cruciaal in een democratie want het is slechts d.m.v. een vrije ideeënmarkt, waarin elke burger zich vrij een opinie kan vormen door de confrontatie van verschillende ideeën, dat de democratie kan functioneren en het individu zich kan ontplooien.
De mensenrechten van de leden van de B.U.B. en meer in het algemeen die van de unitaristen worden dan ook met de voeten getreden. Het is niet zonder belang dit in herinnering te brengen aan hen die zich een beetje zorgen maken over de toekomst van ons land…
[1] H. KELSEN, La démocratie. Sa nature – Sa valeur, Paris, Dalloz, 2004 (1ère éd. 1932), p. 19
[2] B. FRYDMAN, G. HAARSCHER, Philosophie du droit, 2ème édition, Dalloz, Paris, 2002, 62
[3] La Libre Belgique, 11 mars 2007, Le Soir – De Standaard 2007, la K.U.L. 2008
[4] H. KELSEN, La démocratie. Sa nature – Sa valeur, Paris, Dalloz, 2004 (1ère éd. 1932), p. 19
[5] B. FRYDMAN, G. HAARSCHER, Philosophie du droit, 2ème édition, Dalloz, Paris, 2002, 62
[6] K.U.L. 2008, La Libre Belgique, 11 maart 2007, De Standaard – Le Soir 2007
