VLAAMS-NATIONALISTEN VOORSTANDERS VAN SPLITSING MENSENRECHTEN ?
De vraag zal wel weer ver gezocht lijken in de oren van bepaalde “Belgen”, maar men kan zich terecht de vraag stellen hoe ver het separatistisch partijtje N-VA wil gaan in haar nationalistisch gedrag. De voorzitter van de “politiek correcte” versie van het Vlaams Blok/ Belang stoorde er zich aan dat de Franstalige humanisten van de CDH “alweer” de regeringsonderhandelingen blokkeerden door meer rechten en bescherming voor minderjarigen te eisen in het kader van het jeugdsanctierecht. Hij interpreteerde het dwarsliggen van de Franstalige gesprekspartner onmiddellijk in onvervalste Vlaams-nationale stijl als een nieuw “Waals non” en eiste prompt een splitsing van het jeugdsanctierecht.
Niet dat de CDH geen schuld heeft aan het huidig communautair imbroglio. Ze hebben immers de meeste staatshervormingen mee goedgekeurd en zouden met hun voorstel van een paritaire senaat, als het wordt goedgekeurd, de impasse – ongewild – alleen maar groter maken. Maar goed, we hadden het over de N-VA.
Met deze uitspraak ging Bart De Wever wel erg ver. Het is toch niet omdat een gesprekspartner een andere mening heeft dat al diegenen die deel uitmaken van zijn of haar taalgroep dezelfde mening zijn toegedaan? Bovendien is de mening van de CDH (overigens een “humanistische” partij) niet laakbaar. Vindt Bart De Wever de kinder- en mensenrechten dan niet belangrijk? Waarom pleit hij logischerwijze niet voor een splitsing van die kinder- en mensenrechten, internationaal in verdragen vastgelegd? Heeft hij schrik voor zijn imago?
Het Vlaams-nationalisme kent dan ook maar één logica: niet die van het goed bestuur (want daar hebben we de afgelopen 130 dagen niet veel van gezien, ook niet in de Vlaamse regering), maar wel van de splitsing. Waarom die splitsingen volgens de Vlaams-nationalisten op taalbasis moeten gebeuren en niet op provinciale basis blijft echter een moeilijke vraag. Waarom, in hun gedachtegang, de meertalige en machtige Europese Unie met haar Nederlandsonkundige leiders overeind dient te blijven, is eveneens een raadsel.
De Belgische Unie is unitaristisch en pro-Belgisch, zonder complexen. En we zijn er fier op. Wij hebben tenminste een doel voor dit land, een positief meertalig streven. Het federalisme is een mislukking en heeft ons geen geluk gebracht. Het is niet verkeerd vergissingen aan te klagen en ze te willen rechtzetten, integendeel. Wij zien België niet als een eiland, maar als een voorbeeld voor onze gemondialiseerde en meertalige wereld. Wij willen een betere politiek en een gelukkiger leven voor alle Belgen, zonder onderscheid. Wij zijn niet (taal)racistisch. Wij werken niet mee aan nutteloze staatshervormingen die de communautaire problemen alleen maar gaan verergeren. Wij brengen daarentegen oplossingen aan voor de drie oorzaken van de communautaire problemen, namelijk taalnationalisme, economische achterstand van bepaalde provincies en staatsinrichting, drie oorzaken die elkaar opvolgden, beïnvloeden en versterken.
De media lusten ons discours meestal niet. Nogal wiedes. Wat de Belgische Unie zegt, is niet politiek correct. Spreken over het einde van België is dat blijkbaar wel. Zo ver zijn we al gekomen. Maar unitaristen aan het woord laten (of zowat 50% van de Belgen), daar kan geen sprake van zijn. Liever de staat langzaamaan uitkleden, mensen uit elkaar rukken en de publieke opinie verkrachten… Dat schijnt progressief te zijn. We betwijfelen dat toch.
Nochtans maakt ons discours deel uit van de waarheid en onze mening wordt gedeeld door een zeer groot deel van de Belgen. En daarom doen we verder. Niet met de moed der wanhoop, wel met de wetenschap dat wij ook een geldige en positieve boodschap hebben, die een democratie moet kunnen verdragen en zelfs uitdragen. Of is het tegenwoordig verboden een positieve, niet-nationalistische, pro-Belgische en menslievende boodschap te hebben?
LES NATIONALISTES FLAMANDS EN FAVEUR D’UNE SCISSION DES DROITS DE L’HOMME?
On pourrait se poser la question de savoir jusqu’où souhaite aller le parti séparatiste N-VA dans son comportement nationaliste. Le président de cette version « politiquement correcte » du Vlaams Blok/Belang s’offusquait du fait que le CDH bloquait « de nouveau » les négociations gouvernementales en exigeant plus de droits et de protection au profit des mineurs dans le cadre de la législation sur la délinquance juvénile. Il interprétait immédiatement, dans un style flamingant bien connu, la contrariété de l’interlocuteur francophone comme un nouveau « non francophone » et demandait par conséquent la scission du droit de la délinquance juvénile.
Ce n’est pas que le CDH soit innocent dans le cadre de l’imbroglio communautaire actuel. Le parti a en effet approuvé la majorité des réformes de l’Etat et ne ferait qu’aggrandir l’impasse par leur proposition de créer un sénat paritaire, si celle-ci était approuvée. Mais bon, nous voulions parler de la N-VA. Les propos de Bart De Wever pouvaient choquer certains. Ce n’est tout de même pas parce qu’un interlocuteur défend une autre opinion que tous ceux qui font partie de son groupe linguistique soient du même avis ? En outre, l’opinion du CDH (d’ailleurs un parti « humaniste ») sur le droit de la délinquance juvénile n’était pas immorale. Est-ce que Bart De Wever trouve que les droits de l’enfant et de l’Homme ne sont pas importants ? Pourquoi ne plaide-t-il pas logiquement pour une scission des droits de l’enfant et de l’Homme, droits qui sont internationalement affirmés dans des traités ?
A-t-il peur pour son image ? Toutefois, nous savons que le nationalisme flamand ne connaît qu’une seule logique : non celle de la bonne gestion (car nous n’avons rien remarqué à cet égard, même pas au gouvernement flamand), mais celle de la scission. Pourquoi, selon les nationalistes flamands, ces scissions doivent-elles se faire sur base linguistique et non sur base provinciale reste pourtant une question difficile. Pourquoi, dans leur ligne de pensée, l’Union européenne multilingue et puissante avec ses dirigeants qui ne connaissent pas le Néerlandais doit continuer à exister, reste également une énigme. L’Union Belge est unitariste et pro-belge, sans complexes. Et nous en sommes fiers. Nous avons au moins un but pour notre pays, un souhait d’un avenir multilingue et positif. Le fédéralisme est un échec et ne nous a pas porté le bonheur. Ce n’est pas faux de dénoncer des erreurs et de vouloir les corriger, au contraire. Nous ne voyons pas la Belgique comme une île, mais comme un exemple pour notre monde globalisé et multilingue. Nous voulons une meilleure politique et une meilleure vie pour tous les Belges sans disctinction. Nous ne sommes pas racististes (au niveau linguistique).
Nous ne collaborons pas à des réformes de l’Etat inutiles qui ne vont qu’aggraver les problèmes communautaires. Nous apportons en revanche des solutions aux trois causes des problèmes communautaires, c’est-à-dire le nationalisme linguistique, le retard économique de certaines provinces et la structure étatique, trois causes qui se sont succédées, s’influencent et se renforcent. Les médias ne sont pas favorables à notre discours. C’est évident. Car ce que dit l’Union belge n’est pas politiquement correct. Parler de la fin de la Belgique, en revanche, l’est bien. On est déjà arrivé à ce point. Mais laisser la parole à des unitaristes (ou à environ 50% des Belges), cela est hors question. On préfère déshabiller l’Etat, écarter les gens et violer l’opinion publique… Cela semble être progressif. Nous en doutons tout de même. Néanmoins, notre discours fait partie de la vérité et notre opinion est partagée par un grand nombre de Belges. C’est la raison pour laquelle nous continuons. Non pas en désespoir de cause, mais en sachant que nous avons également un message valable et positif, qu’une démocratie doit pouvoir supporter, voire répandre. Ou est-il désormais défendu d’avoir un message positif, non-nationaliste, pro-belge et humaniste ?