Enkele jaren geleden pleitte “onze” huidige premier voor een aansluiting van het zogenaamde “Vlaanderen” bij Nederland (link) – Il y a quelques années, “notre” actuel Premier ministre a plaidé en faveur d’une adhésion de la soi-disant “Flandre” aux Pays-Bas (lien) – Vor einigen Jahren sprach “unser” derzeitiger Premierminister für einen Beitritt des sogenannten “Flanderns” zu den Niederlanden (Link)
Foto – Image – Bild: Facebook
WERELDPRIMEUR : SEPARATIST LEIDT EEN NATIONALE REGERING
De B.U.B. heeft kennisgenomen van het onwezenlijke feit dat voor het eerst in de wereldgeschiedenis iemand die zijn eigen land haat en wil vernietigen en een aanzienlijk deel van de inwoners ervan minacht het belangrijkste politieke ambt in die staat zal bekleden. Helaas voor de Belgen is dat land België. Inderdaad hebben de N-VA van de gepatenteerde en fanatieke België-hater Bart De Wever, de voorzitter van deze politieke partij en vier andere “Belgische” partijen (MR, Les Engagés, CD&V, Vooruit) op 31 januari 2025 een regeerakkoord gesloten (waarna De Wever voor de achttiende keer, een record, naar de Koning ging). Het is een absoluut dieptepunt in onze nationale geschiedenis en een vernedering voor iedereen die Belg is. Bovendien komt de regering met een politiek programma dat erop gericht is om België politiek verder af te breken.
Dat is ook “logisch” om minstens twee redenen.
Allereerst zijn de huidige “Vlaams”-nationalisten de politieke erfgenamen van de zogenaamde “activisten”. Dat was een kleine en anti-Belgische groep flaminganten die onder invloed van de Duitse Flamenpolitik tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) gevormd werd. Hun ideologie, het anti-Belgische “Vlaams”-nationalisme dat toen ontstond, is vandaag de dominante stroming binnen wat zich de “Vlaamse” beweging noemt.
Ten tweede zit de politieke ontrafeling van België in het vermaledijde federalisme zélf ingebakken. Eens men de deur openzet om niet-taalgebonden bevoegdheden te splitsen – zoals men dat vanaf 1970 heeft gedaan –, opent men de deur om alles te splitsen. En hoe meer men splitst, hoe meer verschillen men creëert. En hoe meer verschillen men schept, hoe meer men splitst. Het betreft een vicieuze cirkel! En zo bevindt de Belgische politiek en samenleving zich nog steeds in de verstikkende wurggreep van gebeurtenissen die zich meer dan vijftig of zelfs meer dan 100 jaar geleden afspeelden.
Voor de Belgischgezinden (de grootste politieke stroming in ons land!) zit er in het regeerakkoord alleszins zelfs geen troostprijs in. Ondertussen vragen wij ons af of de N-VA (die overigens slechts een schamele 13% van de stemmen behaalde) nu het door haar verketterde “Marrakesh-pact”, waarover ze in 2018 de regering liet vallen, onmiddellijk gaat opzeggen.
Hoe dan ook, iemand die zijn eigen land haat tot premier promoveren, gevoegd bij een regeerakkoord met een overduidelijke anti-Belgische toon, kan ons maar tot een besluit leiden, namelijk: De particratie heeft een rode lijn overschrijden.
De B.U.B. geeft hieronder een eerste, bondige commentaar op de communautair-institutionele maatregelen van de zogenaamde “Arizona”-coalitie.
1. De ongrondwettelijke afschaffing van de Senaat
Zonder twijfel is de afschaffing van de Senaat institutioneel de meest verregaande maatregel die deze coalitie in het regeerakkoord heeft ingeschreven. We wijzen erop dat deze instelling niet eens kan worden afgeschaft, daar niet alle grondwetsartikelen m.b.t. de Senaat voor herziening vatbaar verklaard werden. Eerder, in 2012, werd de Senaat al na een grondwetsschending politiek gekortwiekt. Nu wil men deze instelling na een nieuwe (!) grondwetsschending afschaffen. Overigens beschikt de regering niet over een 2/3de meerderheid om dit te doen. De B.U.B. wil de Senaat niet afschaffen, maar gevoelig versterken. Overigens wilden de MR en Les Engagés ook een sterkere Senaat, maar die particraten hebben hun beloften alweer ingetrokken.
We wijzen er ook op dat de huidige Senaat een “confederale” instelling is: ze is (op 10 gecoöpteerde Senatoren na) opgebouwd uit vertegenwoordigers van de deelstaten. De N-VA en de dociele partijen die deze partij blindelings volgen, zijn dus tegen … het confederalisme.
De N-VA wil gewoon België weg. Zelfs de meest “confederale” van alle instellingen moet daarvoor op de schop! Het is eigenlijk wel tragikomisch.
2. De voorbereiding van een nieuwe “staatshervorming”
Volgens het regeerakkoord zal er tijdens deze legislatuur een nieuwe “staatshervorming” worden voorbereid onder leiding van België-hater Bart De Wever. Met dat doel zullen er in het parlement wetteksten ingediend worden. Daarvoor is natuurlijk steun van de oppositie nodig. Zoals eerder aangegeven beschikt de regering niet over een 2/3de meerderheid (enkel over een meerderheid in beide taalgroepen). Het lijkt ons utopisch dat de oppositie (lees: de PS en Open VLD of de PS en de groenen of alle voorgaande partijen) een “staatshervorming” van een regering die ze bestrijdt zal goedkeuren. Overigens zal de regering aan het begin van de legislatuur (alweer!) minstens artikel 195 dat de procedure tot herziening van de Grondwet regelt voor herziening vatbaar verklaren.
3. Een asymmetrisch beleid op de arbeidsmarkt
Hoewel het arbeidsrecht integraal nationaal blijft, wordt het deels aangepast aan de gewesten. In een aantal domeinen kunnen die zelf criteria opleggen. Het betreft de criteria voor een passende dienstbetrekking, de criteria voor beschikbaarheid, de strafmaat en de vrijstelling van werkzoekenden. De gewesten beheerden die eerste drie bevoegdheden al sedert de zesde “staatshervorming”, maar binnen een uniform nationaal arbeidsrecht. Dat wordt nu verkapt geregionaliseerd. De vrijstellingen voor beschikbaarheid waren deels een regionale materie en worden dit nu, tenminste in de feiten, helemaal.
De bedoeling hiervan is eveneens om de uitbetaling van de werkloosheidsuitkeringen “zoals voorzien in de voorgaande staatshervormingen” afhankelijk te maken van de activeringsvoorwaarden die de gewesten bepalen. Waarschijnlijk moeten we hieronder verstaan dat mensen die werkloos zijn alleen hun uitkering blijven ontvangen als ze zich actief inzetten om werk te vinden of deel te nemen aan gewestelijke programma’s die gericht zijn op werkhervatting (kortom, aan gewestelijke criteria voldoen).
De regering in het algemeen en de N-VA in het bijzonder wil dus delen van het arbeidsrecht de iure opsplitsen binnen een nationaal kader om het pad te plaveien naar een overheveling van die domeinen naar de gewesten (die een 2/3de meerderheid en een gewone meerderheid per taalgroep vereist). Daarom is het ook de bedoeling om tijdelijk werklozen door “een meer regionale invulling” aan te zetten om een “gepaste opleiding” te volgen.
De B.U.B. wijst erop dat elke geplande hervorming hierboven met een eenvoudig MB kan teruggedraaid worden.
4. Een asymmetrisch beleid inzake de gezondheidszorgen
Inzake de gezondheidszorgen “kunnen” er, “wanneer de verschillen tussen de verschillende deelstaten dit vereisen” tussen de “federale” staat en de gemeenschappen asymmetrische afspraken gemaakt worden, zo staat in het regeerakkoord. Hier is de tekst veel vager, wat doet vermoeden dat dit, i.t.t. de arbeidsmarkt, niet is doorgesproken. Of misschien was er hieromtrent geen akkoord. Ook komen er vertegenwoordigers van de gemeenschappen als “waarnemers” in het verzekeringscomité van het RIZIV. Zo wordt het federalisme nog eens complexer gemaakt!
5. Internationale vertegenwoordiging van België
Potentieel zeer ingrijpend zijn de voorziene hervormingen van de belangrijke samenwerkingsakkoorden uit 1994. Die regelen de vertegenwoordiging van België in internationale organisaties, de vertegenwoordiging in diplomatieke posten en het statuut van de vertegenwoordigers van de “deelstaten” daarin. Bedoeling is om die samenwerkingsakkoorden ten gunste van de “deelstaten” te herzien. Anders gezegd, om de Belgische zichtbaarheid en rol erin te verkleinen. Zo ook voor de protocollaire rangorde, waar de “deelstaten” een meer prominente rol in zullen vertolken.
6. Andere maatregelen
De tekst bevat nog een aantal andere waanzinnige passages. Zo kunnen de gewesten vragen dat hun feestdag een officiële feestdag wordt (wat wettelijk zelfs een fictie is, daar enkel de gemeenschappen een officiële feestdag hebben). Voorts wordt de vertegenwoordiging van de deelstaten “als waarnemer”, in de Nationale bank, het Federaal Planbureau en het Instituut voor de Nationale Rekeningen “versterkt”. Elders lezen we: “we bekijken hoe we de gewesten die dit wensen de bevoegdheid kunnen geven om (…)[verkeers]boetes zelf te innen”. Er gaat al een deel van de verkeersboetes naar die nutteloze en schadelijke instellingen. Hoe gaan ze (federale?) boetes zelf innen zonder de Bijzondere Wet tot Hervorming van de Instellingen (BWHI) te wijzigen, kortom, zonder een staatshervorming?
7. Een confederale passage
De volgende passage is ons niet ontgaan: “Elke deelstaatregering zal wijzigingen kunnen voorstellen aan regels die tot de bevoegdheid van de federale overheid behoren. De federale regering kan deze voorstellen omzetten in federale regelgeving dan wel toelichten waarom zij dit niet doet, in het bijzonder rekening houdend met budgettaire restricties”. Kortom, de “deelstaten” kunnen de nationale regering vragen om Belgische wetten te wijzigen. Weigert die, dan moet ze dat toelichten. Omgekeerd kan in de taalnationalistische logica natuurlijk niet. Dit is bovendien een confederale passage, daar er impliciet of expliciet wordt gesteld dat deelgebieden het recht hebben om nationale wetten te wijzigen. In andere federaties is het net omgekeerd: daar kan de centrale staat een vetorecht uitspreken tegen wetten van de deelstaten.
Dit akkoord bevat geen enkele positieve institutionele maatregel voor België. Er is niets eerbaar aan. Het federalisme bereikt overigens, indien dit regeerakkoord wordt uitgevoerd, een nieuw en ongekend niveau van complexiteit (een tweede primeur!). Dat de lijst van verkapte splitsingen een stuk minder lang is dan gedacht (en hier speelde de actie van de B.U.B. mede een rol in), compenseert niet het fundamenteel anti-Belgisch karakter van de maatregelen. Welke impact zullen de geplande en draconische besparingen bovendien hebben op onze nationale instellingen? Toppunt van cynisme is de vernietiging van de Senaat, een Belgische instelling die bijna 200 jaar bestaat. Het is één van de grote trofeeën van de separatisten. Tot wat dient dit bovendien allemaal?
Het is alleszins onmogelijk om België te splitsen en zelfs, wegens de politieke versnippering, om een ‘staatshervorming’ door te voeren. We blijven voort ploeteren in een federalistisch moeras dat alleen tot nihilisme kan leiden.
Het is derhalve tijd om een referendum te houden over de institutionele toekomst van België en ons land eindelijk weer unitair te maken
Bart De Wever en de Franse fascist Jean-Marie Le Pen – et le fasciste français Jean-Marie Le Pen – Bart De Wever und der französische Faschist Jean-Marie Le Pen (plaats – lieu – Platz: “Vlaams-nationale Debatclub”, Antwerpen – Anvers – Antwerpen, 1996)
Bron – Source – Quelle: Facebook
PREMIERE MONDIALE: UN SEPARATISTE DIRIGE UN GOUVERNEMENT NATIONAL
Le B.U.B. a pris connaissance de l’invraisemblable réalité selon laquelle, pour la première fois dans l’histoire mondiale, une personne qui déteste son propre pays, cherche à le détruire et méprise une grande partie de ses habitants, va occuper le poste politique le plus élevé de cet Etat. Malheureusement pour les Belges, ce pays est la Belgique. En effet, le 31 janvier 2025, la N-VA dirigée par l’avéré et fanatique haïsseur de la Belgique Bart De Wever, président de ce parti politique, ainsi que quatre autres partis dits “belges” (MR, Les Engagés, CD&V et Vooruit) ont signé un accord de gouvernement (après quoi, De Wever se rendit pour la dix-huitième fois, un record, auprès du Roi). C’est un véritable point bas dans notre histoire nationale, une humiliation pour chaque Belge. De plus, le gouvernement présente un programme politique visant à démanteler encore davantage la Belgique sur le plan politique.
Cela semble “logique” pour au moins deux raisons.
Tout d’abord, les nationalistes “flamands” sont les héritiers politiques des soi-disant “activistes”. Il s’agissait d’un petit groupe anti-belge de flamingants qui a été formé, sous l’influence de la Flamenpolitik allemande pendant la Première Guerre mondiale (1914-1918). Leur idéologie, le nationalisme “flamand” anti-belge qui est né à cette époque, est aujourd’hui le courant dominant au sein de ce que l’on appelle le mouvement “flamand”.
Deuxièmement, le démantèlement politique de la Belgique est inhérent au maudit fédéralisme même. Dès qu’on ouvre la porte à la scission des compétences non liées à la langue – comme cela a été fait depuis 1970 – on ouvre la voie à la scission de chaque compétence. Car plus on scinde, plus on crée de différences. Et plus on crée de différences, plus on scinde. Il s’agit d’un cercle vicieux! Ainsi, la politique et la société belges se trouvent toujours piégées dans l’étreinte étouffante d’événements qui se sont produits il y a plus de cinquante, voire plus de cent ans.
Pour les partisans de la Belgique (le plus grand courant politique de notre pays !), il n’y a même pas de consolation dans cet accord de gouvernement. Entre-temps, nous nous demandons si la N-VA (qui a d’ailleurs obtenu seulement un modeste 13 % des voix) va maintenant dénoncer le “pacte de Marrakech” qu’elle avait vilipendé et contre lequel elle avait fait tomber le gouvernement en 2018.
Quoi qu’il en soit, promouvoir à la fonction de premier ministre quelqu’un qui déteste son propre pays, combiné à un accord de gouvernement au ton clairement anti-belge, ne peut que nous mener à une conclusion: la particratie a franchi une ligne rouge.
Le B.U.B. propose ci-dessous un premier commentaire concis sur les mesures communautaires et institutionnelles de la soi-disant coalition “Arizona”.
1. L’abolition anticonstitutionnelle du Sénat
Sans aucun doute, l’abolition du Sénat est la mesure institutionnelle la plus radicale inscrite dans l’accord de gouvernement de cette coalition. Nous soulignons que cette institution ne peut même pas être abolie, car tous les articles de la Constitution relatifs au Sénat n’ont pas été déclarés révisables. Précédemment, en 2012, le Sénat avait déjà été politiquement amputé à la suite d’une violation de la Constitution. Aujourd’hui, on veut supprimer cette institution par le biais d’une nouvelle (!) violation de la Constitution. D’ailleurs, le gouvernement ne dispose même pas d’une majorité des deux tiers pour le faire. Le B.U.B. ne souhaite pas abolir le Sénat, mais au contraire, le renforcer de manière significative. Par ailleurs, le MR et Les Engagés voulaient également un Sénat plus fort, mais ces partis ont à nouveau renié leurs promesses.
Nous soulignons également que le Sénat actuel est une institution « confédérale »: il est (à l’exception de 10 sénateurs cooptés) composé de représentants des entités fédérées. La N-VA et les partis dociles qui suivent aveuglément cette formation sont donc contre… le confédéralisme.
La N-VA veut simplement dissoudre la Belgique. Même la plus « confédérale » de toutes les institutions doit être supprimée pour cela! C’est en réalité tragique et comique à la fois.
2. La préparation d’une nouvelle “réforme” de l’État
Selon l’accord de gouvernement, une nouvelle “réforme” de l’Etat sera préparée au cours de cette législature sous la direction de Bart De Wever, le détesteur de la Belgique. A cette fin, des textes de loi pourront être soumis au parlement. Cela nécessitera bien sûr le soutien de l’opposition. Comme mentionné précédemment, le gouvernement ne dispose pas d’une majorité des deux tiers (il ne dispose que d’une majorité dans les deux groupes linguistiques). Il nous semble utopique que l’opposition (lire: le PS et Open VLD, ou le PS et les verts, ou tous les partis précédents) approuve une “réforme” de l’État d’un gouvernement qu’elle combat. Par ailleurs, le gouvernement déclarera à nouveau au début de la législature que l’article 195, qui régit la procédure de révision de la Constitution, sera révisable.
3. Une politique asymétrique sur le marché du travail
Bien que le droit du travail demeure intégralement national, il est partiellement adapté aux régions. Dans certains domaines, celles-ci peuvent imposer leurs propres critères. Il s’agit des critères pour une relation de travail appropriée, des critères de disponibilité, des sanctions et des exemptions pour les chercheurs d’emploi. Les régions géraient déjà ces trois premières compétences depuis la sixième “réforme” de l’État , mais dans le cadre d’un droit national uniforme. Ce droit est désormais régionalisé de manière larvée. Les exemptions de disponibilité étaient partiellement une compétence régionale, et elles le deviennent désormais, du moins dans les faits, totalement.
L’objectif de cela est également de lier le versement des allocations de chômage « comme cela a été prévu dans les précédentes réformes de l’Etat » au respect des conditions d’activation définies par les régions. Il faut probablement entendre par là que les personnes au chômage continueront à recevoir leur allocation uniquement si elles s’engagent activement à chercher du travail ou à participer à des programmes régionaux visant à la réintégration professionnelle (en somme, à répondre aux critères régionaux).
Le gouvernement en général et la N-VA en particulier souhaitent donc scinder certaines parties du droit du travail de jure au sein d’un cadre national afin de préparer la voie à un transfert de ces domaines vers les régions (ce qui nécessite une majorité des 2/3 et une majorité simple par groupe linguistique). C’est pourquoi il est également prévu d’inciter les chômeurs temporaires, à travers “une approche plus régionale”, à suivre une « formation appropriée ».
Le B.U.B. souligne que les réformes susmentionnées peuvent être annulées par un simple arrêté ministériel.
4. Une politique asymétrique en matière de soins de santé
En ce qui concerne les soins de santé, il est précisé dans l’accord gouvernemental que des accords asymétriques peuvent être établis entre l’État “fédéral” et les communautés, “lorsque les différences entre les différentes entités fédérées l’exigent”. Ici, le texte est beaucoup plus vague, ce qui laisse à penser que, contrairement au marché du travail, cette question n’a pas été pleinement discutée. Ou qu’il n’y avait pas d’accord à ce sujet. Toutefois, des représentants des communautés seront présents en tant que “observateurs” au sein du comité d’assurance de l’INAMI. Cela complique encore davantage le fédéralisme!
5. Représentation internationale de la Belgique
Les réformes prévues des accords de coopération importants de 1994 pourraient avoir un impact très significatif. Ces accords régissent la représentation de la Belgique dans les organisations internationales, la représentation dans les missions diplomatiques et le statut des représentants des “entités fédérées” au sein de ces organisations. L’objectif est de réviser ces accords de coopération en faveur des “entités fédérées”. Autrement dit, on vise à réduire la visibilité et le rôle de la Belgique. Il en va de même pour l’ordre protocolaire, où les “entités fédérées” joueront un rôle plus important.
6. Autres mesures
Le texte contient encore un certain nombre de passages absurdes. Par exemple, les régions peuvent demander que leur jour férié devienne un jour férié officiel (ce qui est même une fiction juridique, car seules les communautés ont un jour férié officiel). De plus, la représentation des entités fédérées « en tant qu’observateurs » dans la Banque nationale, le Bureau fédéral du Plan et l’Institut des Comptes nationaux est « renforcée ». Plus loin, on lit: “Nous étudions comment donner aux régions qui le souhaitent le pouvoir de collecter elles-mêmes” les amendes de circulation. Une partie des amendes de circulation va déjà à ces institutions inutiles et nuisibles. Comment vont-elles collecter les amendes (fédérales ?) sans modifier la Loi Spéciale sur la Réforme des Institutions (LSRI), en d’autres termes, sans réforme de l’État ?
7. Un passage confédéral
Le passage suivant ne nous a pas échappé: “Chaque gouvernement d’une entité fédérée pourra suggérer des modifications aux règles qui relèvent de la compétence de l’autorité fédérale. Le gouvernement fédéral peut transposer ces propositions en réglementations fédérales ou bien expliquer pourquoi il ne le fait pas, notamment en tenant compte des restrictions budgétaires”. En d’autres termes, les « entités fédérées » peuvent demander au gouvernement national de modifier les lois belges. Si celui-ci refuse, il devra en justifier la raison. Bien entendu, dans la logique nationaliste linguistique, cela n’est pas réciproque. Il s’agit en outre d’un passage confédéral, car il est implicitement ou explicitement affirmé que les régions ont le droit de modifier les lois nationales. Dans d’autres fédérations, c’est exactement l’inverse: l’Etat central peut opposer un droit de veto aux lois des entités fédérées.
Cet accord ne contient aucune mesure institutionnelle positive pour la Belgique. Il n’y a aucune dignité dans tout cela. Le fédéralisme atteindra, si cet accord de gouvernement est mis en œuvre, un nouveau niveau de complexité jamais vu (une deuxième première !). Le fait que la liste des scissions larvées soit beaucoup plus courte que prévu (et ici, l’action du B.U.B. a également joué un rôle) ne compense pas le caractère fondamentalement anti-belge des mesures. De plus, quel impact auront les économies draconiennes planifiées sur nos institutions nationales? Le summum du cynisme est la destruction du Sénat, une institution belge qui existe depuis presque 200 ans. C’est l’une des grandes trophées des séparatistes. A quoi cela sert tout ceci?
Il est de toute évidence impossible de scinder la Belgique, et même, à cause de la fragmentation politique, de mener à bien une “réforme” de l’Etat . Nous continuons donc à nous enfoncer dans un marécage fédéraliste qui ne peut mener qu’au nihilisme.
Il est donc temps d’organiser un référendum sur l’avenir institutionnel de la Belgique et de rendre enfin à notre pays unitaire!
Onze voorzitter, Hans Van de Cauter (de derde van rechts) bij de voorstelling van zijn unitaristische boek te Gent, 31 januari 2025 (lees het via deze link of koop het via onze site) – Notre président, Hans Van de Cauter (le troisième à partir de la droite) lors de la présentation de son livre unitariste à Gand, le 31 janvier 2025 (lisez-le via ce lien ou achetez-le sur notre site). – Unser Vorsitzender, Hans Van de Cauter (die dritte von rechts), bei der Vorstellung seines unitaristischen Buches in Gent am 31. Januar 2025 (lesen Sie es über diesen Link oder kaufen Sie es auf unserer Website).
WELTPREMIERE: SEPARATIST FÜHRT EINE NATIONALE REGIERUNG
Die B.U.B. hat von der ungeheuerlichen Tatsache Kenntnis genommen, dass zum ersten Mal in der Weltgeschichte jemand, der sein eigenes Land hasst, es zerstören will und einen erheblichen Teil seiner Einwohner verachtet, das wichtigste politische Amt dieses Staates bekleiden wird. Leider für die Belgier handelt es sich dabei um Belgien. Tatsächlich haben die N-VA unter dem patentierten und fanatischen Belgien-Hasser Bart De Wever, dem Vorsitzenden dieser politischen Partei, sowie vier andere “belgische” Parteien (MR, Les Engagés, CD&V, Vooruit) am 31. Januar 2025 ein Regierungsabkommen geschlossen (daraufhin ging De Wever zum achtzehnten Mal, ein Rekord, zum König). Dies ist ein absoluter Tiefpunkt in unserer nationalen Geschichte und eine Demütigung für jeden Belgier. Darüber hinaus verfolgt die Regierung ein politisches Programm, das darauf abzielt, Belgien weiter politisch zu demontieren.
Dies ist aus mindestens zwei Gründen “logisch”.
Erstens sind die heutigen “flämischen” Nationalisten die politischen Erben der sogenannten “Aktivisten”. Diese kleine, anti-belgische Gruppe von Flaminganten entstand unter dem Einfluss der deutschen Flamenpolitik während des Ersten Weltkriegs (1914–1918). Ihre Ideologie, der anti-belgische “flämische” Nationalismus, der damals entstand, ist heute die dominierende Strömung innerhalb der sogenannten “flämischen” Bewegung.
Zweitens ist die politische Zersetzung Belgiens im verfluchten Föderalismus selbst verankert. Sobald man die Tür öffnet, um nicht sprachgebundene Zuständigkeiten zu spalten – wie dies seit 1970 geschehen ist –, öffnet man die Tür, um alles zu spalten. Und je mehr man spaltet, desto mehr Unterschiede schafft man. Und je mehr Unterschiede man schafft, desto mehr spaltet man. Es handelt sich um einen Teufelskreis! So befindet sich die belgische Politik und Gesellschaft weiterhin in der erstickenden Umklammerung von Ereignissen, die sich vor mehr als fünfzig oder sogar hundert Jahren ereignet haben.
Für die pro-Belgische Leute (die größte politische Strömung in unserem Land!) enthält das Regierungsabkommen nicht einmal einen Trostpreis. In der Zwischenzeit fragen wir uns, ob die N-VA (die übrigens nur bescheidene 13 % der Stimmen erhielt) nun das “Marrakesch-Abkommen”, das sie 2018 heftig verurteilt und wegen dem sie die Regierung stürzen ließ, kündigen wird.
Wie dem auch sei, Iemanden, der sein eigenes Land hasst, zum Premierminister zu befördern, gepaart mit einem Regierungsabkommen, das eine eindeutig anti-belgische Tonlage hat, kann uns nur zu einem Schluss führen: Die Parteienherrschaft hat eine rote Linie überschritten.
Die B.U.B. gibt nachfolgend einen ersten, kurzen Kommentar zu den institutionellen Maßnahmen der sogenannten “Arizona”-Koalition.
1. Die verfassungswidrige Abschaffung des Senats
Ohne Zweifel ist die Abschaffung des Senats die radikalste institutionelle Maßnahme im Regierungsabkommen dieser Koalition. Wir betonen, dass diese Institution nicht einmal abgeschafft werden kann, da alle Artikel der Verfassung, die den Senat betreffen, nicht für überarbeitbar erklärt wurden. Bereits 2012 wurde der Senat durch einen Verfassungsbruch politisch amputiert. Heute will man diese Institution nach einem erneuten (!) Verfassungsbruch vollständig abschaffen. Zudem verfügt die Regierung nicht einmal über eine Zweidrittelmehrheit, um dies durchzuführen.
Die B.U.B. will den Senat nicht abschaffen, sondern ihn im Gegenteil erheblich stärken. Darüber hinaus wollten auch die MR und Les Engagés einen stärkeren Senat, doch diese Parteien haben erneut ihre Versprechen gebrochen.
Wir betonen auch, dass der derzeitige Senat eine “konföderale” Institution ist: Er setzt sich (mit Ausnahme von 10 kooptierten Senatoren) aus Vertretern der föderierten Einheiten zusammen. Die N-VA und die Parteien, die ihr blind folgen, sind also gegen … den Konföderalismus.
Die N-VA will schlichtweg Belgien auflösen. Selbst die “konföderalste” aller Institutionen muss dafür abgeschafft werden! Das ist in Wirklichkeit sowohl tragisch als auch komisch.
2. Die Vorbereitung einer neuen „Staatsreform“
Laut dem Regierungsabkommen wird in dieser Legislaturperiode eine neue “Staatsreform” unter der Leitung von Bart De Wever, dem erklärten Belgien-Gegner, vorbereitet. Zu diesem Zweck können dem Parlament Gesetzestexte vorgelegt werden. Dies wird natürlich die Unterstützung der Opposition erfordern.
Wie bereits erwähnt, verfügt die Regierung nicht über eine Zweidrittelmehrheit (sie hat nur eine Mehrheit in beiden Sprachgruppen). Es erscheint uns utopisch, dass die Opposition (d. h. die PS und Open VLD oder die PS und die Grünen oder alle zuvor genannten Parteien) einer “Staatsreform” einer Regierung zustimmen wird, gegen die sie kämpft.
Darüber hinaus wird die Regierung zu Beginn der Legislaturperiode erneut erklären, dass Artikel 195, der das Verfahren zur Überarbeitung der Verfassung regelt, überarbeitbar sein wird.
3. Eine asymmetrische Arbeitsmarktpolitik
Obwohl das Arbeitsrecht weiterhin vollständig national bleibt, wird es teilweise an die Regionen angepasst. In bestimmten Bereichen können diese eigene Kriterien festlegen.
Dies betrifft die Kriterien für ein angemessenes Arbeitsverhältnis, die Verfügbarkeitskriterien, die Kriterien für Sanktionen und Ausnahmen für Arbeitssuchende. Die Regionen verwalten bereits diese ersten drei Zuständigkeiten seit der sechsten “Staatsreform”, jedoch im Rahmen eines einheitlichen nationalen Rechts. Dieses Recht wird nun schleichend regionalisiert.
Die Verfügbarkeitsausnahmen waren bereits teilweise eine regionale Zuständigkeit, doch nun werden sie faktisch vollständig regionalisiert.
Ziel ist es auch, die Auszahlung der Arbeitslosengeldleistungen “wie in den vorherigen Staatsreformen vorgesehen” von den Aktivierungsbedingungen abhängig zu machen, die die Regionen festlegen. Wahrscheinlich verstehen wir darunter, dass arbeitslose Menschen ihre Leistung nur weiterhin erhalten, wenn sie sich aktiv darum bemühen, Arbeit zu finden oder an regionalen Programmen teilzunehmen, die auf die Wiedereingliederung in den Arbeitsmarkt abzielen (kurz gesagt, die regionalen Kriterien erfüllen). Die Regierung im Allgemeinen und die N-VA im Besonderen wollen also Teile des Arbeitsrechts de jure innerhalb eines nationalen Rahmens aufteilen, um den Weg für eine Übertragung dieser Bereiche auf die Regionen zu ebnen (was eine Zwei-Drittel-Mehrheit und eine einfache Mehrheit pro Sprachgruppe erfordert). Daher ist es auch das Ziel, vorübergehend Arbeitslose durch “eine stärker regionale Ausgestaltung” dazu zu bewegen, “eine geeignete Ausbildung” zu absolvieren.
Die B.U.B. betont, dass die oben genannten Maßnahmen durch einen einfachen Ministerialerlass rückgängig gemacht werden können.
4. Eine asymmetrische Gesundheitspolitik
Im Bereich der Gesundheitsversorgung “können” zwischen dem “föderalen” Staat und den Gemeinschaften asymmetrische Vereinbarungen getroffen werden, “wenn die Unterschiede zwischen den verschiedenen Teilstaaten dies erfordern”, so das Regierungsabkommen.
Hier ist der Text jedoch viel vager formuliert, was darauf hindeutet, dass dies – im Gegensatz zum Arbeitsmarkt – nicht ausführlich besprochen wurde. Oder dass kein Übereinkommen erzielt wurde. Allerdings werden Vertreter der Gemeinschaften als “Beobachter” in das Versicherungskomitee des RVO aufgenommen. Dadurch wird der Föderalismus noch komplexer gemacht!
5. Internationale Vertretung Belgiens
Potentiell weitreichend sind die vorgesehenen Reformen der wichtigen Kooperationsabkommen von 1994. Diese regeln die Vertretung Belgiens in internationalen Organisationen, die Vertretung an diplomatischen Posten sowie den Status der Vertreter der “Teilstaaten” darin. Ziel ist es, diese Kooperationsabkommen zugunsten der “Teilstaaten” zu überarbeiten.
Mit anderen Worten: Die Sichtbarkeit und Rolle Belgiens soll verringert werden. Das gilt auch für die protokollarische Rangordnung, in der die “Teilstaaten” eine prominentere Rolle erhalten werden.
6. Weitere Maßnahmen
Der Text enthält noch einige weitere absurde Passagen. So können die Regionen beantragen, dass ihr Feiertag ein offizieller Feiertag wird – eine rein fiktive Idee, da nur die Gemeinschaften offizielle Feiertage haben.
Darüber hinaus wird die Vertretung der “Teilstaaten” als “Beobachter” in der Nationalbank, im Föderalen Planbüro und im Institut für die Nationalen Konten “gestärkt”.
An anderer Stelle lesen wir: „Wir prüfen, wie wir den Regionen, die dies wünschen, die Befugnis geben können, [Verkehrs-]Bußgelder selbst einzuziehen.“ Schon jetzt fließt ein Teil der Bußgelder an diese nutzlosen und schädlichen Institutionen. Aber wie sollen sie (föderale?) Bußgelder selbst eintreiben, ohne das Sondergesetz zur Reform der Institutionen zu ändern – also ohne eine weitere Staatsreform?
7. Eine konfödéralistische Passage
Folgende Passage ist uns nicht entgangen:
“Jede Teilstaatsregierung kann Änderungen an Regelungen vorschlagen, die in die Zuständigkeit der föderalen Regierung fallen. Die föderale Regierung kann diese Vorschläge in föderale Regelungen umsetzen oder erläutern, warum sie dies nicht tut – insbesondere unter Berücksichtigung budgetärer Einschränkungen”.
Kurz gesagt: Die “Teilstaaten” können die nationale Regierung auffordern, belgische Gesetze zu ändern. Falls diese ablehnt, muss sie dies begründen. Umgekehrt ist dies in der sprach-nationalistischen Logik natürlich nicht vorgesehen.
Dies ist eindeutig eine konfödéralistische Passage, da hier explizit oder implizit festgelegt wird, dass Teilgebiete das Recht haben, nationale Gesetze zu ändern. In anderen Föderationen ist es genau umgekehrt: Dort kann der Zentralstaat ein Vetorecht gegen Gesetze der Teilstaaten aussprechen.
Dieses Abkommen enthält keine einzige positive institutionelle Maßnahme für Belgien. Es gibt nichts Ehrenwertes daran. Der Föderalismus wird, falls dieser Koalitionsvertrag umgesetzt wird, ein neues und bisher nie dagewesenes Niveau an Komplexität erreichen (eine zweite Premiere!). Dass die Liste der versteckten Spaltungen kürzer ausfällt als erwartet (und hier spielte auch die Aktion der B.U.B. eine Rolle), gleicht den fundamental anti-belgischen Charakter der Maßnahmen nicht aus. Welche Auswirkungen werden zudem die geplanten drastischen Einsparungen auf unsere nationalen Institutionen haben? Der Gipfel des Zynismus ist die Zerschlagung des Senats – einer belgischen Institution, die seit fast 200 Jahren existiert. Dies ist eine der großen Trophäen der Separatisten. Doch wozu dient das alles?
Es ist ohnehin unmöglich, Belgien zu spalten, und sogar – aufgrund der politischen Zersplitterung – eine „Staatsreform“ durchzuführen. Wir bleiben in einem föderalistischen Sumpf stecken, der nur in den Nihilismus führen kann.
Daher ist es an der Zeit, ein Referendum über die institutionelle Zukunft Belgiens abzuhalten – und unser Land endlich wieder zu einem Einheitsstaat zu machen!
