Foto – Image – Bild: Het overbodige en schadelijke “Vlaams” parlement – Le parlement “flamand”, une institution superflue et nocive – Das „flämische“ Parlament: eine überflüssige und schädliche Einrichtung
Bron – Source – Quelle: wikipedia
OVERBODIGE “VLAAMSE” REGERING OP COMMUNAUTAIR OORLOGSPAD
U zal het weer niet via de particratische media vernemen, maar de B.U.B. wil u de voor België relevante inhoud van het “Vlaams” regeerakkoord (coalitie N-VA-CD&V-Vooruit) niet onthouden. Het document telt méér dan 200 bladzijden en staat bol van de communautaire eisen. Deels zijn er overlappingen met wat er in de “supernota” van De Wever stond (zie onze tekst). Maar ze gaan vooral veel verder.
We herinneren er u overigens aan dat dit overbodige en schadelijke beleidsniveau niet eens bevoegd is voor een “staatshervorming”. Er werd voorts niet beslist om de provinciale instellingen in het “Vlaams” gewest af te schaffen, wel om ze verder uit te hollen. In een andere tekst komen we hierop terug.
Wat zijn de belangrijkste communautaire krijtlijnen van dit regeerakkoord (link)?
1. Arbeidsmarkt
Inzake het Arbeidsrecht volgt het “Vlaams” regeerakkoord wat we al wisten uit de “supernota”: een “asymmetrisch” beleid om de werkloosheidsreglementering “aan te passen aan de Vlaamse arbeidsmarkt” (lees: te splitsen). Het gaat hier zowel om de controle en sanctionering van werklozen als om de vrijstellingen van beschikbaarheid.
Ook inzake het Sociaal Overleg eist de “Vlaamse” overheid nieuwe bevoegdheden: de “federale” overheid, zo heet het, moet de regelgeving aanpassen opdat de deelstaten zelf “volwaardig de krijtlijnen kunnen uitzetten” van hun personeelsbeleid. Blijkbaar wordt hier ook gerekend op de “asymmetrische” piste.
2. Gezondheidszorgen
Wat de Gezondheidszorgen betreft, lezen we dat de zogenaamde ‘Vlaamse’ regering de versnippering van de bevoegdheden wil tegengaan en streeft naar een ‘homogeen bevoegdheidspakket’ voor Zorg en Welzijn in “Vlaanderen”. Dit is codetaal voor een splitsing van de Gezondheidszorgen. Uiteraard is hiervoor een 2/3de meerderheid nodig in het nationaal parlement en een gewone meerderheid in elke taalgroep.
Voorts bevat het document de opmerking dat, op vraag van de deelstaten, de nationale regering de erkenningsnormen voor zorgberoepen “desnoods asymmetrisch” aanpast.
3. Justitie en Politie
Bovendien eist de flamingantische regering een uitdieping van de “Vlaamse” bevoegdheid inzake Justitie. Bedoeling is om, in “overleg” met de federale overheid, een “Vlaams” bestuursrechtscollege op te richten dat “alle beroepen van bestuurshandelingen van Vlaamse, provinciale en lokale besturen, die enkel betrekking hebben op Vlaamse bevoegdheden kan evalueren”. Blijkbaar is het de bedoeling een “Vlaamse” Raad van State op te richten.
Dat vereist een grondwetswijziging. Zo bepaalt artikel 160, derde lid van de Belgische Grondwet: “Aan de bepalingen betreffende de algemene vergadering van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State […] kan geen verandering worden aangebracht dan bij een wet aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid [i.e. een 2/3 meerderheid en een meerderheid in beide taalgroepen in het parlement, B.U.B.]”.
Parallel hiermee beoogt het regeerakkoord, de Penitentiaire Gezondheidszorg, voor wat de “Vlaamse” bevoegdheden betreft, over te hevelen naar de gemeenschappen. Het betreft o.a. de zorgploegen in en drugvrije afdelingen van gevangenissen. Vermits de gevangenissen een nationale bevoegdheid zijn, is het duidelijk dat dit niet kan zonder een 2/3de meerderheid en een gewone meerderheid in elke taalgroep.
Met de vraag aan het “federale” niveau om te onderzoeken of en hoe de Politiescholen (inclusief de financiering) kunnen worden gesplitst, begeeft de zogenaamde “Vlaamse” overheid zich op een volledig nieuw terrein. Volgens de B.U.B. is hier een 2/3de meerderheid met een bijzondere meerderheid in elke taalgroep voor nodig.
Vandaag reeds bestaat er een crisiscentrum ‘Vlaamse’ overheid (CCVO). In het regeerakkoord staat hoe er “desgevallend asymmetrisch” samenwerkingsakkoord hierover met de federale overheid moet worden gesloten.
4. Buitenlands Beleid en Defensie
Zeer uitgebreid is het eisenpakket inzake Buitenlands Beleid. Allereerst de herziening van het belangrijke samenwerkingsakkoord tussen de gewesten en de federale staat uit 1994 dat de vertegenwoordiging van België in de EU regelt (deze eis werd reeds tijdens de twee vorige legislaturen geformuleerd).
Ten tweede de invoering van een zogenaamde “split vote”. Die laat toe dat de Belgische deelgebieden apart en als onafhankelijke staten een standpunt innemen (dit zowel bij de EU als de OESO).
Ten slotte de vraag tot een “versnelde en vereenvoudigde toetredingsprocedure” voor deelstaten die onafhankelijk worden van bestaande EU-lidstaten ( ! ). Dit is een duidelijke provocatie die eenzijdig “Vlaams” separatisme moet legitimeren.
Volledig nieuw is de “vraag” aan de federale overheid om de gewesten rechtstreeks te betrekken in de Belgische Defensie ( ! ). Enerzijds door een participatie van de gewesten in het Koninklijk Hoger Instituut voor Defensie, anderzijds via een samenwerkingsakkoord met het “Waals” gewest om NAVO-initiatieven rond veiligheids- en defensie-innovatie te structureren. Zelfs het volgens de separatisten “laatste bastion” van België moet er dus deels aan geloven…
5. Wetenschappelijk Onderzoek
Inzake het Wetenschappelijk Onderzoek moeten de gewesten volgens het regeerakkoord betrokken worden bij de selectie van ESA-programma’s (het Europees Ruimtevaart-Agentschap). Uit de “supernota” vernamen we al dat het “federale” budget voor dit departement (net als voor het departement Ontwikkelingssamenwerking) gehalveerd ( ! ) wordt, zodat er in realiteit via financiële drooglegging van werkende instellingen nog veel meer gesplitst kan worden.
De B.U.B. herinnert er alleszins aan dat krachtens de Bijzondere Wet tot Hervorming van de Instellingen (BWHI) van 8 augustus 1980 “het ruimtevaartonderzoek in het raam van internationale of supranationale instellingen en overeenkomsten of akten” (art. 6 bis, § 1, 3°) een exclusief nationale materie is.
6. Andere bevoegdheden
Wat de Spoorwegen betreft, worden er aan de federale overheid “hefbomen” gevraagd om het goederentransport per spoor door de gewesten mogelijk te maken. Hetzelfde geldt voor het containervervoer.
Inzake Leefmilieu is het de bedoeling om – wat het maritiem transport betreft – via een samenwerkingsakkoord met de federale overheid de bevoegdheden van de gewesten inzake energie en klimaat uit te breiden.
De participatie van het zogenaamde “Vlaanderen” (sic) aan het BOIC, de enige resterende nationale sportinstelling van België, zou er ten slotte voor moeten zorgen dat deze instelling “confederaal” (sic) wordt (de eerste maal dat dit woord ooit in een regeerakkoord opduikt). We merken op dat vandaag al, naast de “federale” overheid, de gemeenschappen het BOIC ondersteunen.
Maar, als het flamingantische orgaan zijn zin krijgt, zal het BOIC dus volledig vanuit de gemeenschappen aangestuurd worden. Hiermee wordt zelfs de poort geopend tot de splitsing van onze nationale sportploegen!
Over deze separatistische poging tot een verkapte “staatshervorming”, die in zekere zin even ingrijpend is als diegene die België in 1980 of 1988 kende, reppen de media met geen woord. Dat is beschamend en zegt op zich al genoeg over de doelbewuste lethargie waarin het “federale” België verkeert. Een deelgebied dat naast de talloze bevoegdheden die het al heeft deels of gedeeltelijk de splitsing van Politie, Justitie, Defensie, Buitenlandse Zaken, Gezondheidszorgen… opeist, gedraagt zich als een soevereine staat. Voor de Belgisch-gezinden is er natuurlijk weer niets, zelfs geen referendum. Nochtans durven andere separatisten, zoals de Schotse en de Catalaanse dat wel aan.
We weten natuurlijk waarom de “Vlaams”-nationalisten tegen een referendum zijn. Immers, als de Belgisch bevolking zich mag uitspreken over de institutionele toekomst van hun land, verliezen de flaminganten alle macht!
UN GOUVERNEMENT “FLAMAND” SUPERFLU SUR LE SENTIER DE LA GUERRE COMMUNAUTAIRE
Comme vous n’en entendrez pas parler par les médias particratiques, le B.U.B. ne cachera pas le contenu de l’accord de gouvernement « flamand » (N-VA-CD&V-Vooruit) qui est pertinent pour la Belgique. Le document compte plus de 200 pages et est rempli d’exigences communautaires. Certaines d’entre elles reprennent le contenu de la « super note » de De Wever (voir notre texte). Mais surtout, elles vont beaucoup plus loin.
Nous rappelons d’ailleurs que ce niveau politique superflu et nuisible n’est même pas compétent pour quelconque “réforme” de l’Etat. Cependant, il n’a pas été décidé de supprimer les institutions provinciales en région «flamande», mais plutôt de les éroder davantage. Nous y reviendrons dans un autre texte.
Quelles sont les grandes lignes communautaires de cet accord de coalition (lien)?
1. Le marché du travail
En ce qui concerne le Droit du Travail, l’accord de coalition « flamand » suit ce que nous savions déjà grâce à la « super note » : une politique « asymétrique » visant à “adapter” (lire : scinder) la réglementation du chômage au marché du travail flamand. Cela implique à la fois le contrôle et la sanction des chômeurs et les exemptions de disponibilité.
Le gouvernement « flamand » réclame également de nouvelles compétences en matière d’Accords Sociaux: le gouvernement « fédéral » doit, selon lui, adapter la réglementation de manière à ce que les entités fédérées puissent elles-mêmes « définir pleinement les contours » de leur politique du personnel. Il semble que l’on compte également sur la voie « asymétrique ».
2. Les soins de santé
En ce qui concerne les soins de santé, nous lisons que le gouvernement dit « flamand» veut contrer l’éparpillement des compétences et vise un « ensemble de compétences homogènes» pour les Soins et le Bien-Etre en « Flandre ». Il s’agit d’un langage codé pour une scission des soins de santé. Bien entendu, cela nécessiterait une majorité des 2/3 au parlement national et une majorité simple dans chaque groupe linguistique.
Le document précise en outre qu’à la demande des entitités fédérées, le gouvernement national adaptera les normes de reconnaissance des professions de soins « de manière asymétrique si nécessaire».
3. Justice et Police
De plus, le gouvernement dit “flamand” demande au niveau « fédéral » d’examiner si et comment il faut scinder les écoles de Police (y compris le financement). Selon le B.U.B., il faut une majorité des 2/3 avec une majorité spéciale dans chaque groupe linguistique pour effectuer ceci.
En outre, le gouvernement “flamand” exige un approfondissement de la compétence « flamande » en matière de Justice. L’intention est de créer, en « concertation » avec le gouvernement fédéral, un tribunal administratif « flamand » qui pourra « évaluer tous les recours contre les actes administratifs des administrations flamandes, provinciales et locales, qui ne concernent que les compétences flamandes ». Apparemment, l’intention est de créer un Conseil d’Etat « flamand ». Cela nécessiterait une modification de la Constitution. L’article 160, troisième alinéa de la Constitution belge, stipule : « Une modification des règles sur l’assemblée générale de la section du contentieux administratif du Conseil d’Etat […] ne peut être apportée que par une loi adoptée à la majorité prévue à l’article 4, dernier alinéa. [c’est-à-dire à la majorité de 2/3 et avec une majorité des deux groupes linguistiques du Parlement, B.U.B.] ».
Parallèlement, l’accord de coalition vise à transférer les Soins de Santé Pénitentiaires, en ce qui concerne les compétences « flamandes », aux communautés. Il s’agit notamment d’équipes de soins dans les prisons et de sections de désintoxication dans les prisons. Les prisons étant une compétence nationale, il est clair que cela ne peut se faire sans une majorité des 2/3 et une majorité spéciale dans chaque groupe linguistique.
Un centre de crise du gouvernement flamand (CCGF) existe déjà aujourd’hui. L’accord de coalition stipule qu’il devrait y avoir un accord de coopération « si nécessaire asymétrique » à ce sujet avec le gouvernement fédéral.
4. Politique Etrangère et Défense
L’ensemble des revendications en matière de Politique Etrangère est très vaste. Premièrement, la révision de l’important accord de coopération de 1994 entre les régions et l’Etat fédéral régissant la représentation de la Belgique au sein de l’UE (cette demande avait déjà été formulée au cours des deux législatures précédentes).
Deuxièmement, l’introduction d’un « vote scindé ». Celui-ci permet aux entités fédérées belges de prendre position séparément et en tant qu’États indépendants (ceci tant dans l’UE que dans l’OCDE).
Enfin, la demande d’une « procédure d’adhésion accélérée et simplifiée » pour les entités fédérées qui deviennent indépendants des États membres actuels de l’UE ( ! ). Il s’agit d’une provocation claire visant à légitimer le séparatisme unilatéral « flamand».
La « demande » du gouvernement fédéral d’impliquer directement les régions dans la Défense belge ( ! ) est tout à fait nouvelle. D’une part, par une participation des régions à l’Institut Royal Supérieur de Défense, d’autre part par un accord de coopération avec la région “wallonne” pour structurer les initiatives de l’OTAN autour de la sécurité et de l’innovation en matière de Défense. Ainsi, même ce que les séparatistes appellent le « dernier bastion » de la Belgique doit être partiellement aboli….
5. La recherche scientifique
En ce qui concerne la recherche scientifique, l’accord de coalition prévoit que les régions doivent être impliquées dans la sélection des programmes de l’ESA (Agence spatiale européenne). La « super note » nous a déjà appris que le budget « fédéral » pour ce département (comme pour le département de la coopération au développement) sera réduit de moitié ( ! ), de sorte qu’en réalité beaucoup plus peut être divisé par le biais de l’assèchement financier des institutions fédérales.
Le B.U.B. rappelle qu’en vertu de la loi spéciale sur les réformes institutionnelles (LSRI) du 8 août 1980, « la recherche spatiale dans le cadre d’institutions, d’accords ou d’actes internationaux ou supranationaux » (art. 6 bis, § 1, 3°) est une matière exclusivement nationale.
6. Autres compétences
En ce qui concerne les Chemins de Fer, des « leviers » sont demandés au gouvernement “federal” pour permettre le transport ferroviaire de marchandises à travers les régions. Il en va de même pour le transport de conteneurs.
En matière d’Environnement, il est prévu – en ce qui concerne le transport maritime – d’étendre les compétences des régions en matière d’énergie et de climat via un accord de coopération avec le gouvernement fédéral.
Enfin, la participation de ce que l’on appelle la « Flandre » (sic) au COIB, la seule institution sportive nationale qui subsiste en Belgique, devrait faire en sorte que cette institution devienne « confédérale » (sic) (c’est la première fois que ce mot apparaît dans un accord de coalition). Nous constatons qu’aujourd’hui, outre le gouvernement « fédéral », les communautés soutiennent déjà le COIB.
Mais selon l’organe flamingant, le COIB sera donc entièrement patroné par les communautés. Cela ouvrira même la porte à la scission de nos équipes sportives nationales!
Sur cette tentative séparatiste d’une “réforme” de l’Etat larvée, qui est en quelque sorte aussi radicale que celle que la Belgique a connue en 1980 ou 1988, les médias ne disent pas un mot. C’est une honte et cela en dit long sur la léthargie délibérée dans laquelle se trouve la Belgique « fédérale ». Une entité fédérée qui, en plus des innombrables compétences dont elle dispose déjà, revendique entièrement ou partiellement la scission de la Police, de la Justice, de la Défense, des Affaires étrangères, des Soins de Santé… se comporte comme un Etat souverain. Pour les partisans de la Belgique, bien sûr, il n’y a rien, pas même un référendum. Cependant, d’autres séparatistes, comme les Écossais et les Catalans, osent le faire.
Bien entendu, nous savons pourquoi les nationalistes « flamands » s’opposent à un référendum. En effet, si le peuple belge peut s’exprimer sur l’avenir institutionnel de son pays, les flamingants perdent tout leur pouvoir.
ÜBERFLÜSSIGE „FLÄMISCHE“ REGIERUNG AUF DEM INSTITUTIONELLE KRIEGSPFAD
Sie wollen in den partikratischen Medien nichts davon erfahren, aber die B.U.B. will Ihnen die für Belgien relevanten Inhalte der „flämischen“ Koalitionsvereinbarung (N-VA-CD&V-Vooruit) nicht vorenthalten. Das Dokument umfasst mehr als 200 Seiten und ist voll von institutionelle Forderungen. Einige davon überschneiden sich mit dem, was im „Super-Nota“ von De Wever stand (siehe unseren Text). Aber vor allem gehen sie viel weiter.
Wir erinnern Sie übrigens daran, dass diese überflüssige und schädliche Politikebene nicht einmal für eine „Staatsreform“ zuständig ist. Es wurde auch nicht beschlossen, die Provinzinstitutionen in der „flämischen“ Region abzuschaffen, sondern sie weiter auszuhöhlen. Wir werden in einem anderen Text darauf zurückkommen.
Was sind die wichtigsten gemeinschaftlichen Grundzüge dieser Koalitionsvereinbarung (Link)?
1. Der Arbeitsmarkt
In Bezug auf das Arbeitsrecht folgt die „flämische“ Koalitionsvereinbarung dem, was wir bereits aus dem „Super-Nota“ wussten: eine „asymmetrische“ Politik zur „Anpassung“ (sprich: Aufspaltung) der Arbeitslosenregelungen an den “flämischen” Arbeitsmarkt. Dies beinhaltet sowohl die Überwachung und Sanktionierung der Arbeitslosen als auch die Befreiung von der Verfügbarkeit.
Die flämische Regierung fordert auch neue Befugnisse in Bezug auf den Sozialen Dialog: Die föderale Regierung, so heißt es, müsse die Regelungen anpassen, damit die föderierte Entitäten selbst „die Konturen“ ihrer Personalpolitik „vollständig definieren“ können. Offenbar wird auch hier mit dem „asymmetrischen“ Weg gerechnet.
2. Gesundheitspflege
In Bezug auf die Gesundheitsversorgung lesen wir, dass die so genannte „flämische“ Regierung der Zersplitterung der Zuständigkeiten entgegenwirken will und ein „homogenes Kompetenzpaket“ für Pflege und Wohlfahrt in „Flandern“ anstrebt. Das ist eine Umschreibung für eine Aufspaltung des Gesundheitswesens. Dies würde natürlich eine 2/3-Mehrheit im nationalen Parlament und eine einfache Mehrheit in jeder Sprachgruppe erfordern.
Das Dokument enthält ferner die Bemerkung, dass die nationale Regierung die Anerkennungsstandards für Pflegeberufe auf Antrag der Teilgebieten „gegebenenfalls asymmetrisch“ anpassen wird.
3. Justiz und Polizei
Darüber hinaus fordert die flamingantische Regerierung an die „föderale“ Ebene zu prüfen, ob und wie die Polizeischulen (einschließlich der Finanzierung) aufgeteilt werden können. Laut B.U.B. ist dafür eine 2/3-Mehrheit mit einer besonderen Mehrheit in jeder Sprachgruppe erforderlich.
Auch fordert die “flämische” Regierung eine Vertiefung der „flämischen“ Kompetenz im Bereich der Justiz. Es ist beabsichtigt, in „Absprache“ mit der föderalen Regierung ein „flämisches“ Verwaltungsgericht einzurichten, das „alle Einsprüche gegen Verwaltungsakte der flämischen, provinzialen und lokalen Verwaltungen, die sich nur auf flämische Befugnisse beziehen, beurteilen kann“. Offenbar will man einen „flämischen“ Staatsrat einrichten. Dies würde eine Verfassungsänderung erfordern. So heißt es in Artikel 160, dritter Absatz der belgischen Verfassung: „Die Bestimmungen über die Generalversammlung der Sektion Verwaltungsgerichtsbarkeit des Staatsrats können nicht geändert werden […] es sei denn durch ein Gesetz, das mit der in Artikel 4, letzter Absatz, vorgesehenen Mehrheit [d.h. eine 2/3-Mehrheit im nationalen Parlament und eine einfache Mehrheit in jeder Sprachgruppe , B.U.B.] angenommen wird“.
Parallel dazu zielt die Koalitionsvereinbarung darauf ab, die Gesundheitsfürsorge im Strafvollzug, soweit es sich um „flämische“ Zuständigkeiten handelt, auf die Gemeinschaften zu übertragen. Dazu gehören drogenfreie Abteilungen von Gefängnissen. Da es sich bei den Gefängnissen um eine nationale Zuständigkeit handelt, ist es klar, dass dies nicht ohne eine 2/3-Mehrheit und eine Mehrheit in jeder Sprachgruppe möglich ist.
Ein Krisenzentrum „Flämische“ Regierung (KZFR) existiert bereits heute. In der Koalitionsvereinbarung heißt es, dass es dazu „gegebenenfalls eine asymmetrische“ Zusammenarbeit mit der föderalen Regierung geben soll.
4. Außenpolitik und Landesverteidigung
Sehr umfangreich ist das Paket der Forderungen zur Außenpolitik. Erstens die Revision des wichtigen Kooperationsabkommens zwischen den Regionen und dem Föderalstaat von 1994, das die Vertretung Belgiens in der EU regelt (diese Forderung wurde bereits in den beiden vorangegangenen Legislaturperioden formuliert).
Zweitens, die Einführung einer so genannten „geteilten Stimme“. Dies ermöglicht es den belgischen föderalen Gebieten, separat und als unabhängige Staaten Stellung zu beziehen (dies sowohl in der EU als auch in der OECD).
Und schließlich die Forderung nach einem „beschleunigten und vereinfachten Beitrittsverfahren“ für föderierte Staaten, die von bestehenden EU-Mitgliedstaaten unabhängig werden ( ! ). Dies ist eine klare Provokation zur Legitimierung eines einseitigen „flämischen“ Separatismus.
Völlig neu ist die „Forderung“ an die föderale Regierung, die Regionen direkt an der belgischen Landesverteidigung zu beteiligen ( ! ). Einerseits durch eine Beteiligung der Regionen am Königlichen Höheren Institut für Verteidigung, andererseits durch ein Kooperationsabkommen mit der „wallonischen“ Region zur Strukturierung von NATO-Initiativen rund um Sicherheit und Verteidigungsinnovation. Auch das, was die Separatisten als Belgiens „letzte Bastion“ bezeichnen, muss teils verschwinden .
5. Wissenschaftliche Forschung
Im Bereich der wissenschaftlichen Forschung sollen die Regionen laut Koalitionsvertrag an der Auswahl der ESA-Programme beteiligt werden. Aus dem „Super-Nota“ haben wir bereits erfahren, dass der „föderale“ Begrotung für diesen Bereich (wie auch für die Entwicklungszusammenarbeit) halbiert werden soll ( ! ), so dass in Wirklichkeit viel mehr über die finanzielle Entleerung der arbeitenden Institutionen aufgeteilt werden kann.
Der B.U.B. erinnert daran, dass nach dem Sondergesetz zur Reform der Institutionen (SSRI) vom 8. August 1980 die „Weltraumforschung im Rahmen internationaler oder supranationaler Institutionen und Abkommen oder Rechtsakte“ (Art. 6 bis, § 1, 3°) eine ausschließlich nationale Angelegenheit ist.
6. Andere Zuständigkeiten
Bei den Eisenbahnen wird der Föderalregierung gebeten, um den Schienengüterverkehr durch die Regionen zu ermöglichen. Das Gleiche gilt für den Containerverkehr.
Im Umweltbereich ist – was den Seeverkehr betrifft – geplant, die Kompetenzen der Regionen in den Bereichen Energie und Klima durch ein Kooperationsabkommen mit der föderalen Regierung zu erweitern.
Schließlich soll die Beteiligung von „Flandern“ (sic) an der BOIK, der einzigen verbleibenden nationalen Sportinstitution Belgiens, dafür sorgen, dass diese Institution „konföderal“ (sic) wird (das erste Mal, dass dieses Wort in einer Koalitionsvereinbarung auftaucht). Wir stellen fest, dass bereits heute neben der „föderalen“ Regierung auch die Gemeinschaften das BOIK unterstützen.
Doch wenn es nach dem Willen des flamingantischen Gremiums geht, wird der BOIK ganz aus den Gemeinschafte vertrieben. Damit wird sogar der Aufspaltung unserer nationalen Sportmannschaften Tür und Tor geöffnet!
Über diesen separatistischen Versuch einer verkappten „Staatsreform“, die in gewisser Weise so radikal ist wie die, die Belgien 1980 oder 1988 hatte, verlieren die Medien kein einziges Wort. Das ist beschämend und sagt schon genug über die absichtliche Lethargie aus, in der sich das „föderale“ Belgien befindet. Eine Teilregion, die zusätzlich zu den zahllosen Befugnissen, die sie bereits hat, einen Teil oder die gesamte Aufteilung der Polizei, der Justiz, der Landesverteidigung, der auswärtigen Angelegenheiten, Gesundheidspflege usw. beansprucht, verhält sich wie ein souveräner Staat. Für die Belgier gibt es natürlich wieder nichts, nicht einmal ein Referendum. Andere Separatisten, wie die schottischen und katalanischen, wagen dies jedoch.
Wir wissen natürlich, warum die „flämischen“ Nationalisten gegen ein Referendum sind. Denn wenn das belgische Volk über die institutionelle Zukunft seines Landes mitbestimmen darf, verlieren die Flaminganten jegliche Macht!
