Beeld – Image – Bild: Een regionalistische passage uit de gelekte “supernota” – Un passage régionaliste de la « super note » qui a fait l’objet d’une fuite – Eine regionalistische Passage aus der durchgesickerten „Supernote“
Bron – Source – Quelle: link – lien – Link
VERMOMDE REGIONALISERINGEN OM HET EINDE VAN BELGIE DICHTERBIJ TE BRENGEN
Op 22 augustus 2024 diende formateur De Wever zijn ontslag in bij de Koning. Zoals de B.U.B. al in een eerder artikel (link) meldde, heeft een België-hater niets te zoeken op nationaal niveau en nog veel minder als potentiële eerste minister. De gelekte teksten van de vijf partijen bevestigen dat de voorgestelde vijfpartijen-coalitie (N-VA-CD&V-Les Engagés-MR-Vooruit) België nog verder wou afbreken.
De formateur had een tot driemaal toe herwerkte sociaaleconomische “supernota” (over de arbeidsmarkt, het consumentenbeleid, de fiscale hervorming en de pensioenen) geschreven van 56 bladzijden (link). Uiteindelijk strandden de onderhandelingen op een conflict tussen de MR enerzijds en Vooruit anderzijds, vooral over de zgn. meerwaardebelasting. We weten niet in welke mate de gelekte tekst het echte akkoord zou weerspiegelen.
Volgens De Standaard (27 augustus 2024) spreken zowel Vooruit als CD&V tegen dat het werkstuk rijp was voor een akkoord. “Dit lijkt op iets dat de N-VA-studiedienst handig klaar had zitten om Bouchez [de voorzitter van de MR, B.U.B.] tegen te spreken die de N-VA als belastingpartij aan het wegzetten was”, aldus een anonieme bron. Wat er ook van zij, we moeten niet naïef zijn. Er zijn vier partijen die onderhandelen met – we benadrukken het – een separatistische partij.
Er stonden in de nota dan ook een aantal punten die erop gericht waren de Belgische staat aanzienlijk te verzwakken.
Zo was het niet alleen de bedoeling om de Senaat af te schaffen, maar ook om het Arbeidsmarktbeleid, net als de Ontwikkelingssamenwerking en het Wetenschapsbeleid (verregaand) op te splitsen. En dan moesten de onderhandelingen over Buitenlandse Zaken, Gezondheidszorgen, Politie, Justitie, Mobiliteit, Energie, Leefmilieu enz. nog afgerond worden of beginnen. Bovenop de “supernota”, zouden er 11 andere nota’s bestaan (link).
1. De arbeidsmarkt
a) De controle op werklozen
Sedert de zesde “staatshervorming” zijn de gewesten (en de Duitstalige gemeenschap) bevoegd voor de controle op de beschikbaarheid van de werklozen en het opleggen van sancties dienaangaande. Wel is het normatief kader (het arbeidsrecht) federaal gebleven. Volgens de “supernota” zou dit laatste veranderen. Met name zouden de arbeidsbemiddelingsdiensten van de “deelstaten” de criteria voor een passende dienstbetrekking, de beschikbaarheid van werkzoekenden en de strafmaat zelf bepalen en controleren.
De toekomstige vijfpartijenregering plant dus een doorgedreven “asymmetrisch” beleid, waarbij de deelgebieden zelf nationale wetten gaan invullen.
De (wankele) juridische basis hiervoor lijkt ons artikel 92bis van de Bijzondere Wet tot Hervorming der Instellingen (BWHI) van 8 augustus 1980. Die bepaalt o.a. dat de federale staat, de gewesten en de gemeenschappen samenwerkingsakkoorden kunnen sluiten die betrekking hebben op het gezamenlijk uitoefenen van de eigen bevoegdheden. Omdat er geen 2/3de meerderheid meer beschikbaar is voor een “gewone” staatshervorming, lijkt deze piste een van de laatste toevluchten voor regionalisten en separatisten. Eenzelfde techniek werd reeds gebruikt toen er tijdens de covid-pandemie avondklokken werden ingevoerd die per gewest verschilden.
Méér dan tien jaar geleden, n.a.v. de zesde “staatshervorming”, schreef de B.U.B. trouwens al: “Bovendien houdt een splitsing van de controlebevoegdheid in dat de situatie op het terrein kan verschillen, waardoor de eenheid van het Belgische arbeidsrecht onder druk zal komen te staan,hetgeen zonder twijfel de bedoeling van de taalnationalisten is” (zie deze link). Vandaag blijkt dat deze voorspelling volledig correct was!
b) De vrijstellingen van beschikbaarheid
Maar er is meer. Vandaag reeds zijn de deelgebieden bevoegd voor sommige vrijstellingen van beschikbaarheid voor uitkeringsgerechtigde werklozen (mits een eensluidend advies van de nationale ministerraad). In de “supernota” van De Wever lezen we hoe de “deelstaten” de criteria voor de “vrijstelling van [beschikbaarheid van] werkzoekenden” (volledig) zelf kunnen bepalen. De autonomie van de deelgebieden wordt ook hier dus fors uitgebreid.
We wijzen er wel op dat deze maatregelen, indien ze doorgevoerd worden, geregeld worden door een gewone wet of een KB. Een volgende regering kan ze derhalve meteen ongedaan maken.
Bron – Source – Quelle: twitter-X
2. Draconische besparingen op de centrale staat om federale departementen te splitsen
De Belgische staat beschikt vandaag over slechts 17,4 miljard euro om alle departementen, buiten de sociale zekerheid, te beheren. Via de pers vernemen we dat de budgettaire tabellen die bij de “supernota” hoorden, voorzagen in een besparing van liefst 1,8 miljard ( ! ) euro op het overheidsapparaat. Elk departement zou worden getroffen, behalve de veiligheidsdomeinen.
Met name wordt voorzien in een besparing van liefst 1,07 miljard euro op de zogenaamde “gemengde bevoegdheden”. Dat zijn bevoegdheden waarin zowel de “federale” staat als de zogenaamde “deelstaten” actief zijn.
We weten nu al dat de budgetten van Ontwikkelingssamenwerking en van het Wetenschapsbeleid gehalveerd zouden worden, hetgeen een besparing van 869 miljard euro zou opleveren. Welke andere bevoegdheden in het vizier komen, is voorlopig onbekend, wel dat het de bedoeling is om op die manier nog 138 miljard te besparen.
Met een veel beperkter budget zouden die departementen hun taken niet meer naar behoren kunnen vervullen. Van die onderfinanciering zou dan op een cynische en slinkse manier gebruik gemaakt worden om de deelgebieden meer macht te geven. Of, zoals de tekst van de begrotingstabel het letterlijk zegt: “gemengde bevoegdheden deels naar deelstaten” (in de Franse tekst staat er “verhoogde deelname deelgebieden aan gemengde bevoegdheden”). Volgens de RTBF (27 augustus 2024) zou met name de subsidie van België aan het Europees Ruimteagentschap (ESA) geviseerd worden. Ondertussen vrezen de prestigieuze nationale wetenschappelijke instellingen voor hun voortbestaan (De Standaard, 28 augustus 2024).
Het nationalistisch doel is glashelder: het pad effenen naar een volledige splitsing van die departementen.
3. Andere besparingen op de centrale staat
De NMBS en Infrabel krijgen vandaag jaarlijks 3,2 miljard euro toebedeeld (link). Voor de NMBS zou dit bedrag “afgebouwd worden” tot een schamele 200 miljoen euro. Tot voor kort kreeg BPost jaarlijks voor de krantenbedeling een subsidie van 170 miljoen euro per jaar (link). Dit bedrag werd al verlaagd naar 50 miljoen euro en zou nu afgeschaft worden. Beliris, een nationaal fonds dat instaat voor de renovatie-, constructie- of restauratieprojecten moet 30% van haar budget inleveren.
Wat de N-VA dus niet gesplitst krijgt, wil het kapot besparen om het disfunctioneel te maken en daarna te verklaren dat het “niet werkt”.
Photo – Foto – Bild: wikipedia
4. De afschaffing van de Senaat
In de begrotingstabel staat ook de afschaffing van de Senaat ingeschreven. Deze absurde en anti-Belgische maatregel zal quasi geen enkele besparing opleveren. De instelling kost 40 miljoen euro per jaar, terwijl de toekomstige regering 13,5 miljard euro wil besparen. Dat is minder dan 0,003% van het te besparen bedrag. Het besparingsverhaal is dus maar een voorwendsel om Belgische instellingen af te breken.
Dat de Senaat zo weinig kost, heeft te maken met het feit dat de instelling sedert de bijna volledige confederalisering van dit orgaan in 2014 bijna volledig uit parlementairen van andere parlementen (m.n. die van de gewesten en van de gemeenschappen) bestaat.
Die confederalisering was een gevolg van de zesde “staatshervorming”, die door “Vlaams”-nationalisten gewild werd. Die stuurden al sedert de beruchte communautaire resoluties van het “Vlaams” parlement van 3 maart 1999 aan op een Senaat die maximaal opgebouwd diende “te worden op basis van de deelstaten om aldus mee vorm te geven aan de grondwetgeving en de verhouding tussen de federatie en de deelstaten” (link). De huidige Senaat afschaffen staat haaks op die taalnationalistische overweging. Wel is het zo dat het congresteksten over confederalisme van de N-VA voorzien in de afschaffing van het Belgisch parlement en de oprichting van een door de deelgebieden aangeduide, onverkozen Belgische Kamer, bestaande uit vijftig leden (link, pp. 49-50). Welnu, die Kamer bestaat al in de vorm van de huidige Senaat. Als de N-VA logisch was, zou ze voor de afschaffing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers moeten ijveren.
Hoe dan ook zou de afschaffing van de Senaat een grote taalnationalistische overwinning zijn. Volgens de B.U.B. moet de Senaat daarentegen versterkt worden.
5. Andere beleidsdomeinen
We wijzen erop dat de separatisten het bovenstaande al binnengehaald hebben zonder dat de andere luiken van het regeerakkoord (gezondheidszorgen, mobiliteit, justitie, politie, energie, leefmilieu, migratie, …) besproken werden. Het is erg naïef om te denken dat ze hier geen splitsingseisen zullen stellen. En dan moeten de onderhandelingen over een groot communautair akkoord, die van de regeringsvorming losgekoppeld werden, nog beginnen…
Volgens de N-VA was, er naast werkgroepen over andere beleidsdomeinen, overigens al een werkgroep opgericht om over de “staatsstructuur” te onderhandelen, met het oog op het been brengen van een “herstel- en hervormingsregering tegen 20 september [2024]” (link).
De bedoeling van de N-VA is duidelijk. De andere vier partijen verleiden tot het afsluiten van een omvattend sociaaleconomisch akkoord, om het daarna moeilijker te maken voor hen om communautaire toegevingen te weigeren.
Belgische bevoegdheden worden net als Belgische instellingen gesplitst, wat volledig aan de wensen van de flaminganten en wallinganten tegemoetkomt. Zij zijn, op institutioneel vlak, de enige winnaars bij deze nota.
De Belgischgezinden in het algemeen (85% van de bevolking) en de unitaristen in het bijzonder (de grootste politieke stroming in België) krijgen niets. Zo gaat het al meer dan een halve eeuw, ondanks alle mooie beloften die men geregeld hoort van traditionele partijen over het herfederaliseren (herunitariseren) van bevoegdheden, het invoeren van een normenhiërarchie (waardoor de centrale staat de rol van scheidsrechter kan vervullen bij conflicten tussen de deelgebieden onderling of tussen deelgebieden en de “federale” staat), het opheffen van het verbod op tweetalige lijsten in Brussel bij de (overbodige) gewestverkiezingen of van een nationale kieskring.
Zelfs de herunitarisering van de kleinste bevoegdheid (de geluidsnormen rond de luchthaven van Zaventem) is onbespreekbaar, laat staan van bevoegdheden als Buitenlandse Handel, Leefmilieu of Gezondheidszorgen. De invoering van de Brusselse Hoofdstedelijke Gemeenschap, die d.m.v. een samenwerkingsakkoord bevoegdheden moest stroomlijnen die in Brabant de taalgrens overschrijden en waarover 13 jaar geleden ( ! ) een politiek akkoord werd gesloten in het kader van de zesde “staatshervorming”, is er nooit gekomen.
Foto – Image – Bild: De Hoofdstedelijke Gemeenschap van Brussel – la Communauté Métropolitaine de Bruxelles – die Haupstädtische Gemeinschaft Brussels; Bron – Source – Quelle: wikipedia
Sterker nog, zaken die al verworven waren, worden teruggeschroefd. Zo zou het renovatieproject van het Jubelpark n.a.v. 200 jaar Belgische onafhankelijkheid niet doorgaan. Dat laatste is natuurlijk logisch vanuit het anti-Belgisch standpunt van de N-VA.
De B.U.B. herhaalt dat men met separatisten niet moet onderhandelen en verzet zich tegen een regering met de N-VA en, meer in het algemeen, tegen elke regering die Belgische bevoegdheden en instellingen wil ontmantelen. De grootste besparing is trouwens een unitair België met een enkele regering en een enkel parlement. Daarvoor is echter een referendum over de staatsstructuur nodig, iets waar de Belgen na bijna 54 jaar taalfederalistisch geknoei eindelijk recht op hebben.
DES REGIONALISATIONS LARVEES POUR RAPPROCHER LA FIN DE LA BELGIQUE
Le 22 août 2024, le formateur De Wever a remis sa démission au Roi. Comme le B.U.B. l’a signalé dans un article précédent (lien), un homme qui déteste la Belgique n’a rien à faire au niveau national et encore moins en tant que premier ministre potentiel. Les textes divulgués des cinq partis confirment que la coalition proposée (N-VA-CD&V-Les Engagés-MR-Vooruit) voulait démolir davantage la Belgique.
Le formateur avait notamment rédigé une « super note » socio-économique de 56 pages (sur le Marché du Travail, la Politique des Consommateurs, la Réforme Fiscale et les Pensions). Elle fut révisée trois fois (lien). Finalement, les négociations ont échoué sur un conflit entre le MR d’une part et Vooruit d’autre part, principalement au sujet de la taxe sur les plus-values.
Selon De Standaard (27 août 2024), tant Vooruit que CD&V contredisent le fait que le travail était mûr pour un accord. « Cela ressemble à quelque chose que le service d’études de la N-VA avait commodément préparé pour contredire Bouchez [le président du MR, B.U.B.] qui présentait la N-VA comme un parti voulant augmenter les taxes », a déclaré une source anonyme. Quoi qu’il en soit, il ne faut pas être naïf. Il y a quatre partis qui négocient avec – soulignons-le – un parti séparatiste.
En conséquence, le document contenait un certain nombre de points visant à affaiblir considérablement l’État belge.
Ainsi, non seulement le Sénat devait être supprimé, mais la politique du Marché du Travail, tout comme la Coopération au Développement et la Politique Scientifique, devaient être (largement) scindées. Soulignons que les négociations sur les Affaires Etrangères, les Soins de Santé, la Police, la Justice, la Mobilité, l’Energie, l’Environnement, etc. devaient encore commencer ou aboutir. En plus de la “super note”, il existerait 11 autres notes (lien).
1. Le marché de l’emploi
a) le contrôle des chômeurs
Depuis la sixième “réforme” de l’État, les régions (et la communauté germanophone) sont chargées de contrôler la disponibilité des chômeurs et d’imposer des sanctions à cet égard. Toutefois, le cadre normatif (droit du travail) est resté fédéral. Selon la “super note”, cela devrait changer. En particulier, les services de l’emploi des entités fédérées détermineraient et contrôleraient elles-mêmes les critères de l’emploi convenable, la disponibilité des demandeurs d’emploi et le niveau des sanctions.
Le futur gouvernement de cinq partis prévoyait ainsi une politique « asymétrique » généralisée, où les entités fédérées rempliraient eux-mêmes les lois nationales.
La base juridique (bancale) de la politique asymétrique nous semble être l’article 92bis de la Loi Spéciale de la Réforme des Institutions (LSRI) du 8 août 1980. Celle-ci stipule, entre autres, que l’Etat “federal”, les régions et les communautés peuvent conclure des accords de coopération qui portent sur l’exercice conjoint de leurs compétences propres. Comme il n’y a plus de majorité des 2/3 pour une réforme “ordinaire” de l’État, cette voie semble être l’un des derniers recours des régionalistes et des séparatistes. Une technique similaire a déjà été utilisée lors de l’instauration de couvre-feux pendant la pandémie de covid, qui variaient selon les régions.
Il y a plus de dix ans, à l’occasion de la sixième “réforme de l’Etat”, le B.U.B. écrivait déjà: “En outre, la scission de la compétence de contrôle signifie que la situation sur le terrain peut être différente, ce qui exercera une pression sur l’unité du droit du travail belge, ce qui est sans aucun doute l’intention des nationalistes linguistiques” (voir ce lien). Aujourd’hui, il s’avère que cette prédiction était parfaitement correcte!
b) Les exemptions de disponibilité
Mais ce n’est pas tout. Aujourd’hui déjà, les entités fédérées sont compétentes pour certaines exemptions de disponibilité pour les bénéficiaires d’allocations de chômage (sous réserve d’un avis unanime du conseil national des ministres). Dans la « super note » de De Wever, nous lisons que les « entités fédérées » peuvent (entièrement) déterminer eux-mêmes les critères « d’exemption de la disponibilité des demandeurs d’emploi». L’autonomie des entitées fédérées est donc ici aussi considérablement élargie.
Soulignons toutefois que ces mesures, si elles sont mises en œuvre, seront régies par une loi ordinaire ou un AR. Un gouvernement ultérieur pourra donc les annuler immédiatement.
Bron – Source – Quelle: twitter-X
2. Des économies draconiennes sur l’Etat central afin de scinder des départements nationaux
Aujourd’hui, l’Etat belge ne dispose que de 17,4 milliards d’euros pour gérer tous les départements autres que la sécurité sociale. Par voie de presse, on apprend que les tableaux budgétaires qui accompagnaient la « super note » prévoyaient des économies de pas moins de 1,8 milliard ( ! ) d’euros sur la fonction publique. Tous les départements seraient touchés, sauf les domaines de la sécurité.
En particulier, on prévoit des économies de pas moins de 1,07 milliard d’euros sur les « compétences mixtes ». Il s’agit de compétences dans lesquelles l’État « fédéral » et les « entités fédérées » sont tous deux actifs.
Nous savons déjà que les budgets de la Coopération au Développement et de la Politique Scientifique seraient réduits de moitié, ce qui permettrait d’économiser 869 milliards d’euros. On ne sait pas encore quelles sont les autres compétences visées, mais l’intention est d’économiser 138 milliards d’euros supplémentaires de cette manière.
Avec un budget beaucoup plus réduit, ces départements ne seraient plus en mesure de remplir correctement leurs tâches. Ce sous-financement serait alors utilisé de manière cynique et sournoise pour donner plus de pouvoir aux entités fédérées. Ou, comme le dit littéralement le texte du tableau budgétaire, “participation accrue des entités fédérées aux compétences mixtes” (le texte néerlandais dit « transfert partiel des compétences mixtes aux entités fédérées »). Selon la RTBF (27 août 2024), la subvention de la Belgique à l’Agence spatiale européenne (ESA) serait notamment visée. Pendant ce temps, les prestigieuses institutions scientifiques nationales craignent pour leur survie (De Standaard, 28 août 2024).
Le but nationaliste est clair: ouvrir la voie à la scission totale de ces départements.
3. D’autres économies sur l’Etat central
Aujourd’hui, la SNCB et Infrabel reçoivent 3,2 milliards d’euros par an (lien). Pour la SNCB, ce montant serait « réduit » pour atteindre la somme dérisoire de 200 millions d’euros. (lien).
Jusqu’à récemment, BPost recevait une subvention annuelle de 170 millions d’euros pour la distribution des journaux (lien). Ce montant a déjà été réduit à 50 millions d’euros et sera désormais supprimé. Beliris, un fonds national chargé des projets de rénovation, de construction ou de restauration, doit renoncer à 30 % de son budget.
Ainsi, la N-VA veut rendre dysfonctionnel ce qu’elle ne peut pas scinder pour affirmer ensuite que ces départements ne “marchent pas”.
4. La suppression du Sénat
Le tableau budgétaire mentionne également la suppression du Sénat. Cette mesure absurde et anti-belge n’apportera pratiquement aucune économie. L’institution coûte 40 millions d’euros par an, alors que le futur gouvernement veut économiser 13,5 milliards d’euros. Cela représente moins de 0,003 % du montant à économiser. L’histoire des économies n’est donc qu’un prétexte pour démolir des institutions belges.
Le faible coût du Sénat est lié au fait que, depuis sa confédéralisation quasi complète en 2014, l’institution est composée presque exclusivement de parlementaires issus d’autres parlements (notamment ceux des régions et des communautés).
Cette confédéralisation est une conséquence de la sixième “réforme” de l’État voulue par les nationalistes « flamands ». Depuis les fameuses résolutions communautaires du Parlement flamand du 3 mars 1999, ceux-ci réclamaient un Sénat « structuré autant que possible sur la base des entités fédérées afin de contribuer à l’élaboration du droit constitutionnel et de la relation entre la fédération et les entités fédérées » (lien). L’abolition du Sénat actuel va à l’encontre de cette considération nationaliste. Cependant, le texte du congrès de la N-VA sur le confédéralisme prévoit la suppression du parlement belge et la création d’une Chambre belge non élue et désignée par les entités fédérées, composée de 50 membres (lien, pp. 49-50). Or, cette Chambre existe déjà sous la forme de l’actuel Sénat. Si la N-VA était logique, elle devrait demander la suppression de la Chambre des Représentants.
Quoi qu’il en soit, l’abolition du Sénat serait une grande victoire pour les nationalistes linguistiques. Selon le B.U.B., il faut au contraire renforcer le Sénat.
5. Autres domaines politiques
Nous soulignons que les séparatistes ont déjà obtenu tout ce que l’on a décrit ci-dessus sans discuter des autres volets de l’accord de coalition (les soins de santé, la mobilité, la justice, la police, l’énergie, l’environnement, la migration, etc.). Il est très naïf de penser qu’ils ne feront pas de demandes ici. Qui plus est, les négociations sur un grand accord communautaire, qui ont été séparées de la formation du gouvernement, n’ont pas encore commencé.
Selon la N-VA, en plus des groupes de travail sur d’autres domaines politiques, un groupe de travail avait déjà été mis en place pour négocier la « structure de l’État », en vue de constituer un « gouvernement de redressement et de réforme d’ici le 20 septembre [2024] ». (lien).
L’intention de la N-VA est claire. Inciter les quatre autres partis à conclure un accord socio-économique global, afin qu’il leur soit plus difficile de refuser des concessions communautaires.
Tant les compétences que les institutions belges, seront scindés, satisfaisant ainsi pleinement les souhaits des flamingants et des wallingants. Ils sont, institutionnellement, les seuls gagnants de cette note.
Les personnes pro-belges en général (85% de la population) et les unitaristes en particulier (le plus grand courant politique en Belgique) n’obtiennent rien. C’est ainsi que les choses se passent depuis plus d’un demi-siècle, malgré toutes les belles promesses que l’on entend régulièrement de la part des partis traditionnels sur la refédéralisation (re-unitarisation) des compétences, l’introduction d’une hiérarchie des normes (permettant à l’Etat central de jouer le rôle d’arbitre dans les conflits entre les entités fédérées mêmes ou entre les entités fédérées et l’Etat « fédéral »), la levée de l’interdiction des listes bilingues à Bruxelles lors des élections régionales (superflues) ou d’une circonscription nationale.
Même la refédéralisation de la plus petite compétence (normes de bruit autour de l’aéroport de Zaventem) n’est pas négociable, sans parler de compétences telles que le Commerce Extérieur, l’Environnement ou les Soins de Santé. L’introduction de la Communauté Métropolitaine de Bruxelles, qui était censée rationaliser les compétences traversant la frontière linguistique du Brabant par le biais d’un accord de coopération et sur laquelle un accord politique a été conclu il y a 13 ans ( ! ) dans le cadre de la sixième “réforme” de l’État, n’a jamais vu le jour.
En effet, des choses déjà acquises sont revues à la baisse. Par exemple, le projet de rénovation du parc du Cinquantenaire pour marquer les 200 ans de l’indépendance de la Belgique n’aurait pas lieu. Bien entendu, cette décision est logique compte tenu de la position anti-belge de la N-VA.
Foto – Photo – Bild: Le Parc du Cinquentenaire – het Jubelpark – der Jubelpark; Bron – Source – Quelle: wikipedia
Le B.U.B. rappelle qu’il ne faut pas négocier avec les séparatistes et s’oppose à un gouvernement avec la N-VA et, plus généralement, à tout gouvernement qui veut démanteler les compétences et les institutions belges. D’ailleurs, la plus grande économie est une Belgique unitaire avec un seul gouvernement et un seul parlement. Toutefois, cela nécessite un référendum sur la structure de l’État, auquel les Belges ont enfin droit après près de 54 ans de bourde fédéraliste.
GETARNTE REGIONALISIERUNGEN, DIE DAS ENDE BELGIENS NÄHER BRINGEN
Am 22. August 2024 reichte der Formateur De Wever beim König seinen Rücktritt ein. Wie die B.U.B. in einem früheren Artikel berichtet hat (Link), hat ein Belgienhasser auf nationaler Ebene nichts zu suchen und schon gar nicht als potenzieller Premierminister. Die durchgesickerten Texte der fünf Parteien bestätigen, dass die vorgeschlagene Fünf-Parteien-Koalition (N-VA-CD&V-Les Engagés-MR-Vooruit) Belgien noch weiter abbauen wollte.
Der formateur hatte eine 56-seitige sozioökonomische „Supernote“ (über den Arbeitsmarkt, die Verbraucherpolitik, die Steuerreform und die Renten) verfasst, die bis zu dreimal überarbeitet wurde (Link). Am Ende scheiterten die Verhandlungen an einem Konflikt zwischen dem MR einerseits und Vooruit andererseits, vor allem über die so genannte Kapitalertragssteuer.
Laut De Standaard (27. August 2024) widersprechen sowohl Vooruit als auch CD&V, dass das Werk reif für eine Einigung sei. „Das sieht so aus, als hätte der Studiendienst der N-VA etwas parat, um Bouchez [dem MR-Vorsitzenden, B.U.B.] zu widersprechen, der die N-VA als Steuerpartei darstellte“, so eine anonyme Quelle. Wie dem auch sei, wir sollten nicht naiv sein. Es gibt vier Parteien, die mit – wir betonen es – einer separatistischen Partei verhandeln.
Dementsprechend enthielt die Note eine Reihe von Punkten, die auf eine erhebliche Schwächung des belgischen Staates abzielten.
So sollte nicht nur der Senat abgeschafft werden, sondern auch die Arbeitsmarktpolitik sowie die Entwicklungszusammenarbeit und die Wissenschaftspolitik (weitgehend) aufgeteilt werden. Die Verhandlungen über die Bereiche Auswärtige Angelegenheiten, Gesundheitswesen, Polizei, Justiz, Mobilität, Energie, Umwelt usw. sollten erst noch beginnen oder beendet werden. Schließlich gäbe es neben der „Supernote“ noch 11 weitere Noten (Link).
1. Der Arbeitsmarkt
a) Die Überwachung der Arbeitslosen
Seit der sechsten “Staatsreform” sind die Regionen (und die deutschsprachige Gemeinschaft) für die Überwachung der Verfügbarkeit von Arbeitslosen und die Verhängung von Sanktionen in diesem Zusammenhang zuständig. Der normative Rahmen (Arbeitsrecht) ist jedoch föderal geblieben. Nach der „Supernote“ würde sich dies ändern. Insbesondere sollen die Arbeitsverwaltungen der Teilgebiete die Kriterien für eine angemessene Beschäftigung, die Verfügbarkeit von Arbeitssuchenden und die Höhe der Sanktionen selbst bestimmen und kontrollieren.
Die künftige Fünf-Parteien-Regierung plant also eine durchgängig „asymmetrische“ Politik, bei der die Teilgebiete die nationalen Gesetze selbst ausfüllen.
Die (wackelige) Rechtsgrundlage dafür scheint uns Artikel 92bis des Sondergesetzes zur Verwaltungsreform (SZW) vom 8. August 1980 zu sein. Darin ist unter anderem festgelegt, dass der Föderalstaat, die Regionen und die Gemeinschaften Kooperationsvereinbarungen über die gemeinsame Ausübung ihrer eigenen Befugnisse abschließen können. Da es für eine „ordentliche“ Staatsreform keine 2/3-Mehrheit mehr gibt, scheint dieses Vorgehen eine der letzten Möglichkeiten für Regionalisten und Separatisten zu sein. Eine ähnliche Technik wurde bereits angewandt, als während der Covid-Pandemie regional unterschiedliche Ausgangssperren eingeführt wurden.
Bereits vor mehr als zehn Jahren, anlässlich der sechsten “Staatsreform”, schrieb der B.U.B.: “Außerdem bedeutet die Aufspaltung der Kontrollkompetenz, dass die Situation vor Ort unterschiedlich sein kann, was Druck auf die Einheitlichkeit des belgischen Arbeitsrechts ausüben wird, was zweifellos die Absicht der Sprachnationalisten ist” (siehe diesen Link). Heute stellt sich heraus, dass diese Vorhersage völlig richtig war!
b) Die Ausnahmen von der Verfügbarkeit
Aber es gibt noch mehr. Schon heute sind die Teilgebiete für einige Ausnahmen von der Verfügbarkeit für arbeitslose Leistungsempfänger zuständig (vorbehaltlich einer einstimmigen Stellungnahme des nationalen Ministerrats). In De Wevers „Supernote“ ist zu lesen, dass die „Teilgebiete“ die Kriterien für die „Ausnahmen von der Verfügbarkeit von Arbeitssuchenden“ (vollständig) selbst bestimmen können. Die Autonomie der Teilgebiete wird also auch hier stark erweitert.
Wir weisen darauf hin, dass diese Maßnahmen, wenn sie umgesetzt werden, durch ein ordentliches Gesetz oder einen königlichen Erlass geregelt werden. Eine nachfolgende Regierung kann sie daher sofort wieder rückgängig machen.
2. Drakonische Kürzungen für den Zentralstaat um föderale Ministerien zu Spalten
Der belgische Staat verfügt heute nur noch über 17,4 Milliarden Euro, um alle Bereiche außer der sozialen Sicherheit zu verwalten. Aus der Presse erfährt man, dass die Budgettabellen, die der „Supernote“ beigefügt waren, Einsparungen von nicht weniger als 1,8 Milliarden Euro ( ! ) für den Staatsapparat vorsehen. Alle Ressorts mit Ausnahme der Sicherheitsbereiche wären davon betroffen.
Insbesondere werden Einsparungen von nicht weniger als 1,07 Milliarden Euro bei den „gemischten Zuständigkeiten“ erwartet. Dabei handelt es sich um Zuständigkeiten, in denen sowohl der „föderale“ Staat als auch die „Teilgebiete“ tätig sind.
Wir wissen bereits, dass die Budgets für Entwicklungszusammenarbeit und Wissenschaftspolitik um die Hälfte gekürzt werden sollen, wodurch 869 Milliarden Euro eingespart werden. Es ist noch nicht bekannt, welche anderen Kompetenzen angestrebt werden, aber wir wissen, dass die Absicht besteht, auf diese Weise weitere 138 Milliarden Euro einzusparen.
Mit einem viel kleineren Budget wären diese Ressorts nicht mehr in der Lage, ihre Aufgaben angemessen zu erfüllen. Diese Unterfinanzierung würde dann auf zynische und hinterhältige Weise dazu genutzt werden, den Teilstaaten mehr Macht zu verleihen. Oder, wie es im Text der Haushaltstabelle wörtlich heißt, „stärkere Beteiligung der Teilstaaten an gemischten Zuständigkeiten“ (im niederländischen Text heißt es „teilweise Übertragung gemischter Zuständigkeiten auf die Teilstaaten“). Laut RTBF (27. August 2024) soll damit insbesondere der Zuschuss Belgiens an die Europäische Weltraumorganisation (ESA) gemeint sein. Unterdessen fürchten die renommierten nationalen wissenschaftlichen Einrichtungen um ihr Überleben (De Standaard, 28. August 2024).
Das nationalistische Ziel ist klar: den Weg für die vollständige Abspaltung dieser Abteilungen zu ebnen.
3. Weitere Einsparungen beim Zentralstaat
Heute werden der SNCB und Infrabel jährlich 3,2 Milliarden Euro zugewiesen (Link). Für die SNCB würde dieser Betrag auf läppische 200 Millionen Euro „abgebaut“ werden.
Bis vor kurzem erhielt BPost eine jährliche Subvention von 170 Millionen Euro für den Zeitungsvertrieb (Link). Dieser Betrag wurde bereits auf 50 Millionen Euro reduziert und soll nun abgeschafft werden. Beliris, ein nationaler Fonds, der für Renovierungs-, Bau- oder Restaurierungsprojekte zuständig ist, muss auf 30 % seines Budgets verzichten.
Die N-VA lässt sich also nicht spalten, will sie in Stücke schneiden, um sie dysfunktional zu machen und dann zu erklären, dass sie „nicht funktioniert“.
4. Die Abschaffung der Senat
In der Haushaltstabelle ist auch die Abschaffung des Senats aufgeführt. Diese absurde und antibelgische Maßnahme wird fast keine Einsparungen bringen. Die Institution kostet 40 Millionen Euro pro Jahr, während die künftige Regierung 13,5 Milliarden Euro einsparen will. Das sind weniger als 0,003% des einzusparenden Betrags. Die Spargeschichte ist also nur ein Vorwand, um belgische Institutionen zu zerschlagen.
Dass der Senat so wenig kostet, hat damit zu tun, dass die Institution seit der fast vollständigen Konföderalisierung dieses Gremiums im Jahr 2014 fast ausschließlich aus Parlamentariern anderer Parlamente (vor allem der Regionen und Gemeinschaften) besteht.
Diese Konföderalisierung war eine Folge der sechsten „Staatsreform“, die von den „flämischen“ Nationalisten gewünscht wurde. Seit den berüchtigten Gemeinschaftsbeschlüssen des „flämischen“ Parlaments vom 3. März 1999 forderten sie einen Senat, der „so weit wie möglich auf der Grundlage der Föderalstaaten aufgebaut werden sollte, um das Verfassungsrecht und das Verhältnis zwischen Föderation und Teilgebiete mitzugestalten“ (Link). Die Abschaffung des derzeitigen Senats steht im Widerspruch zu dieser sprachnationalistischen Überlegung. Es stimmt jedoch, dass der Kongresstext der N-VA zum Konföderalismus die Abschaffung des belgischen Parlaments und die Schaffung einer nicht gewählten belgischen Kammer vorsieht, die von den föderalen Einheiten ernannt wird und aus 50 Mitgliedern besteht (Link, S. 49-50). Nun, diese Kammer gibt es bereits in Form des derzeitigen Senats. Wenn die N-VA logisch wäre, müsste sie auf die Abschaffung der Repräsentantenkammer drängen.
In jedem Fall wäre die Abschaffung des Senats ein großer Sieg der Sprachnationalisten. Die B.U.B. hingegen ist der Meinung, dass der Senat gestärkt werden sollte.
5. Andere Politikbereiche
Wir weisen darauf hin, dass die Separatisten dies bereits eingebracht haben, ohne die anderen Teile des Koalitionsvertrags (Gesundheit, Mobilität, Justiz, Polizei, Energie, Umwelt, Migration usw.) zu diskutieren. Es ist sehr naiv zu glauben, dass sie hier keine gespaltenen Forderungen stellen werden. Und dann müssen die Verhandlungen über ein großes institutionelle Reform, die von der Regierungsbildung getrennt wurden, erst noch beginnen….
Nach Angaben der N-VA wurde neben Arbeitsgruppen zu anderen Politikbereichen bereits eine Arbeitsgruppe eingesetzt, die über die „Struktur des Staates“ verhandeln soll, um bis zum 20. September [2024] eine „Sanierungs- und Reformregierung“ zu bilden (Link).
Die Absicht der N-VA ist klar. Die anderen vier Parteien zum Abschluss eines umfassenden sozioökonomischen Abkommens zu bewegen und es ihnen dann schwerer zu machen, gemeinschaftliche Zugeständnisse zu verweigern.
Sowohl die Kompetenzen als auch die Institutionen Belgiens werden aufgespalten, wodurch die Wünsche der Flaminganten und Wallinganten voll und ganz erfüllt werden. Sie sind institutionell gesehen die einzigen Gewinner dieser Note.
Die pro-belgischen Menschen im Allgemeinen (85% der Bevölkerung) und die Unitaristen im Besonderen (die größte politische Strömung in Belgien) gehen leer aus. So läuft es seit mehr als einem halben Jahrhundert, trotz all der schönen Versprechungen, die man regelmäßig von den traditionellen Parteien über die Reföderalisierung (Re-Unitarisierung) der Kompetenzen, die Einführung einer Normenhierarchie (die es dem Zentralstaat ermöglicht, bei Konflikten zwischen den Teilstaaten selbst oder zwischen den Teilstaaten und dem „föderalen“ Staat als Schiedsrichter zu fungieren), die Aufhebung des Verbots zweisprachiger Listen in Brüssel bei (überflüssigen) Regionalwahlen oder eines nationalen Wahlkreises hört.
Selbst die Reföderalisierung der kleinsten Kompetenz (Lärmnormen um den Flughafen Zaventem) ist nicht verhandelbar, ganz zu schweigen von Kompetenzen wie Außenhandel, Umwelt oder Gesundheitsversorgung. Die Einführung der Metropolitanregion Brüssel, die die Kompetenzen, die die Sprachgrenze von Brabant überqueren, durch ein Kooperationsabkommen rationalisieren sollte und über die vor 13 Jahren ( ! ) im Rahmen der sechsten Staats „reform“ eine politische Einigung erzielt wurde, kam nie zustande.
Tatsächlich werden bereits erreichte Dinge nach unten korrigiert. So würde beispielsweise die geplante Renovierung des Jubelparks anlässlich des 200. Jahrestags der belgischen Unabhängigkeit nicht stattfinden. Natürlich ist diese Entscheidung angesichts der antibelgischen Haltung der N-VA logisch.
Die B.U.B. bekräftigt, dass man nicht mit Separatisten verhandeln sollte, und spricht sich gegen eine Regierung mit der N-VA und generell gegen jede Regierung aus, die belgische Befugnisse und Institutionen abbauen will. Außerdem ist die größte Rettung ein einheitliches Belgien mit einer einzigen Regierung und einem einzigen Parlament. Dies würde jedoch ein Referendum über die Staatsstruktur erfordern, auf das die Belgier nach fast 54 Jahren sprachföderalistischer Stümperei endlich ein Recht haben.
