Afbeelding – Image: De Zwitserse vlag – Le drapeau suisse (bron-source: https://www.theflagshop.co.uk/switzerland-flag-3ft-x-2ft.html)
PARTICRATIE HOUDT VAST AAN TAALFEDERALISTISCH PARADIGMA
Op 10 mei 2021 pleitte Joachim Coens, voorzitter van CD&V, in Het Laatste Nieuws voor een zogenaamd “Zwitsers” model voor België. Wie zijn voorstel nader bestudeert, merkt dat zijn staatsvisie geen enkel verband houdt met Zwitserland. Ze is daarentegen wél zeer anti-Belgisch.
Zwitserland is sedert 1848 een federale staat, bestaande uit 26 kantons, waarvan sommige meertalig zijn. Het land kent nationale partijen, een normenhiërarchie (de federale wetten staan boven de kantonale wetten), nationale media, een eengemaakt buitenlands beleid enz.. Coens wil niets van dat alles voor België, maar pleit voor een “positief samenwerkingsconfederalisme”, waarbij het federale (sic) niveau zich enkel nog over enkele “kerntaken” zou buigen. De gemeenschappen zouden zelfstandig beslissen wat die taken zijn.
In een confederatie – en in het model van Coens – zijn de lidstaten (hier: de gemeenschappen) inderdaad onafhankelijk en beslissen ze zelf wat ze nog samendoen. Kortom, de voorzitter van CD&V wil België afbreken en vervangen door een verdrag tussen een onafhankelijk “Vlaanderen”, “Wallonië” en de Duitstalige gemeenschap. Hij noemt dit een confederatie en verwijst zo naar de andere naam van Zwitserland. Dat land heet officieel ook de “Helvetische confederatie”, wat een loutere verwijzing naar het Zwitserse verleden is. Dit bedrog is het enige “Zwitserse” aan het separatistische voorstel van Coens.
Er zijn overigens twee factoren in zijn betoog waarmee de voorzitter van de CD&V zijn partij (of wat er nog van overblijft) isoleert en zelfs buiten spel zet. Allereerst vertrekt zijn model vanuit de gemeenschappen, terwijl andere particraten alleen de gewesten willen behouden. Ten tweede is zijn pleidooi zo radicaal dat hij op één lijn zit met de separatistische partij N-VA, die ook voor confederalisme pleit, alsook het ronduit separatistische “Vlaams” Belang. Opmerkelijk is wel dat Coens een voorstander van (nationale) referenda beweert te zijn. Ook over zijn eigen voorstel dan ?
De strijd van de B.U.B. lijkt op die van de Duitser Alfred Wegener die in het begin van de 20ste eeuw als buitenstaander – hij was meteoroloog en astronoom – een “aardverschuiving” in de geologie heeft veroorzaakt door het toen geldende paradigma van de steeds krimpende aarde door zijn nieuwe theorie van de continentenverschuiving aan te vallen. Niet alleen bestrijdt de B.U.B. inderdaad een door de particratie algemeen aanvaard paradigma, te weten de opsplitsing van België op basis van taalgrenzen, nl. het taalfederalisme, maar bovendien zijn wij buitenstaanders, d.w.z. geen lid van de particratie. De B.U.B. is er echter gerust in: uiteindelijk zal de waarheid van het unitarisme en het provincialisme zegevieren omdat er geen andere redelijke weg is die door de meeste Belgen aanvaard wordt.
De B.U.B. pleit ervoor om eindelijk een referendum te houden over de institutionele toekomst van België waarbij het unitarisme, dus een terugkeer naar een Belgische staat met een enkele regering en enkel parlement, een volwaardige optie is. Het is de snelste manier om aan het institutionele moeras en het wanbeheer van de particratie te ontkomen. Dat zou pas echt Zwitsers zijn !
LA PARTICRATIE S’ACCROCHE A SON PARADIGME DU FEDERALISME LINGUISTIQUE
Le 10 mai 2021, Joachim Coens, le président du CD&V, plaidait dans le journal Het Laatste Nieuws pour qu’on calque la Belgique sur le « modèle suisse». Si l’on étudie sa proposition de plus près, on remarque que sa vision étatique n’a aucun lien avec la Suisse. En revanche, elle est très antibelge.
La Suisse est un Etat fédéral depuis 1848, composé de 26 cantons, dont certains sont multilingues. Le pays connaît des partis nationaux, une hiérarchie de normes (les lois fédérales priment les lois cantonales), des médias nationaux, une politique étrangère unifiée, etc.. Coens ne veut rien de tout cela en Belgique. Il plaide en revanche pour un “confédéralisme de coopération positif”, où le niveau fédéral (sic) ne s’occuperait que de quelques “tâches essentielles”. Les communautés décideraient elles-mêmes de quelles tâches il s’agirait.
Dans une confédération – et dans le modèle de Coens – les Etats membres (ici: les communautés) sont en effet indépendants. Ces entités décideraient donc elles-mêmes ce qu’elles souhaitent faire ensemble. Autrement dit, le président du CD&V veut démanteler la Belgique et la remplacer par un traité entre une «Flandre» et une «Wallonie» indépendantes ainsi que la communauté germanophone. Il appelle cela une confédération, se référant ainsi au nom de la Suisse. Officiellement, ce pays s’appelle en effet aussi la «confédération helvétique», ce qui n’est pas plus qu’une référence au passé national. Ce leurre est la seule chose qui est «suisse» dans la proposition séparatiste de Coens.
Dans son argumentation, le président du CD&V utilise deux thèmes qui isolent, voire mettent hors-jeu son parti (ou ce qu’il en reste). Tout d’abord, son modèle a pour base les communautés, tandis que d’autres particrates ne veulent conserver que les régions. Deuxièmement, son plaidoyer est si radical qu’il s’inscrit dans la lignée du parti séparatiste N-VA, qui prône également le confédéralisme, ainsi que le parti ouvertement séparatiste « Vlaams » Belang. Il est toutefois remarquable que Coens se déclare favorable aux référendums nationaux. Aussi sur sa propre proposition alors ?
Le combat du B.U.B. ressemble à celui de l’allemand Alfred Wegener qui, au début du 20e siècle, en tant qu’ « outsider » – il était météorologue et astronome – a provoqué un « séisme » en géologie en attaquant le paradigme jusqu’alors dominant de la terre qui se rétrécit continuellement grâce à sa nouvelle théorie de la dérive des continents. Non seulement le B.U.B. combat un paradigme généralement accepté par la particratie, à savoir la division de la Belgique sur la base des frontières linguistiques, c’est-à-dire le fédéralisme linguistique, mais de plus nous sommes aussi des « outsider » dans la mesure où nous ne sommes pas membres de la particratie. Le B.U.B. est cependant relativement sûr de sa victoire : finalement, la vérité de l’unitarisme et du provincialisme prévaudra car raisonnablement parlant il n’existe pas de solution alternative qui est acceptée par la majorité des Belges.
Le B.U.B. plaide pour la tenue d’un référendum sur l’avenir institutionnel de la Belgique, dans lequel l’unitarisme, c’est-à-dire le retour à un État belge avec un seul gouvernement et un seul parlement, est une option à part entière. C’est le moyen le plus rapide pour sortir du marais institutionnel et de la malgouvernance de la particratie. Cela serait vraiment du suisse !