Afbeelding – Image: De Luikse vrijwilligers vertrekken naar Brussel onder leiding van Charles Rogier in september 1830, door de Belgische schilder Charles Soubre, 1878 – Le départ des volontaires liégeois, conduits par Charles Rogier, vers Bruxelles en septembre 1830, par le peintre belge Charles Soubre, 1878; bron – source: http://arquebusiers.be/images/1830/depart-volontaires-liege-soubre1878gd.jpg
DE OPSTAND DEINT UIT
In het eerste deel zagen we hoe de Belgische Revolutie van 1830 begon met een opera. Dat moet dan ook het meest romantische begin van een revolutie zijn geweest in de hele mensheid. Wat daarna volgde was minder romantisch, maar wel glorierijk: één na één verzetten de Belgische steden en provincies zich tegen het Hollandse juk.
Te Brussel reageerde de burgerij geschokt op de volksopstand van 25 augustus 1830. Een burgerwacht van bijna 10.000 personen werd op de been gebracht om de massa in toom te houden. Het Nederlandse leger was immers niet in staat om de openbare veiligheid te garanderen. Binnen de twee dagen slaagde de burgerwacht onder leiding van baron van der Linden D’Hooghvorst erin om te Brussel de orde te herstellen. Maar de opstand deinde uit naar heel België. In Antwerpen riep de schrijver Hendrik Conscience de Belgen op om tegen de Nederlanders in opstand te komen en legde hij de klemtoon op de verschillende geschiedenis van de twee landen. De Lage Landen waren immers al sedert 1585 gescheiden alvorens ze in 1815 door het Congres van Wenen gedwongen werden om samen te smelten.
In Luik en Namen was de oproer erg omvangrijk. Bijna in alle Belgische steden, van Doornik in Henegouwen tot Venlo in Limburg, had de Nederlandse overheid de situatie niet meer onder controle. De burgerwachten handhaafden de orde en maakten van het machtsvacuüm gebruik om belastingen af te schaffen en de broodprijs te beperken, wat twee belangrijke twistappels waren.
Meerdere steden stuurden afgevaardigden naar Nederland om tegen het koninklijk gezag te protesteren, maar het staatshoofd stelde zich onbuigzaam op. Hij stuurde zijn zoon, de Prins van Nassau, naar Brussel om er op 1 september de Nederlandse orde te herstellen. Daar wachtte een vijandige menigte hem op. Een dag later al verliet hij de stad. België vroeg daarop de « bestuurlijke scheiding » tussen België en Nederland.
Gedurende drie weken was er een schemeroorlog alvorens de vijandelijkheden op 23 september 1830 uitbraken.
In een volgende tekst zal de B.U.B. de internationale context uiteenzetten waarin de Belgische Omwenteling plaatsvond. Voor de Belgische revolutionairen was die erg gunstig.
LA REVOLUTION SE REPAND
Dans notre premier texte, nous avons vu comment la Révolution belge de 1830 fut déclenchée par un opéra. Sans doute, il s’agit du plus romantique commencement d’une révolution dans l’Histoire de l’humanité. Ce qui s’est déroulé ensuite fut moins romantique mais tout de même glorieux : les villes et provinces belges, les unes après les autres, se révoltèrent contre l’oppression hollandaise.
A Bruxelles, la bourgeoisie fut choquée par la révolte populaire du 25 août 1830. Une garde civile de presque 10.000 personnes fut mobilisée pour contrôler la masse. L’armée hollandaise n’était en effet pas à même de garantir l’ordre public. En deux jours, la garde bourgeoise dirigée par le baron van der Linden D’Hooghvorst parvint à rétablir l’ordre à Bruxelles. Mais le soulèvement gagnait toute la Belgique. A Anvers, l’écrivain Henri Conscience motiva les Belges à se révolter contre les Hollandais en accentuant l’histoire différente des deux pays. Les Pays-Bas étaient en effet déjà scindés depuis 1585 jusqu’à leur réunion forcée décidée au Congrès de Vienne en 1815.
A Liège et Namur, l’insurrection fut particulièrement importante. Presque dans toutes les villes belges de Tournai dans le Hainaut à Venlo au Limbourg, l’autorité hollandaise ne sut plus y faire face. Les gardes bourgeoises maintinrent l’ordre public et en profitèrent pour supprimer des taxes et limiter le prix du pain, deux pommes de discorde importantes.
Plusieurs villes envoyèrent des délégués en Hollande pour protester auprès du pouvoir royal, mais le souverain se montra intransigeant. Il envoya son fils, le Prince d’Orange, à Bruxelles pour rétablir l’autorité hollandaise le 1er septembre 1830. Il fut accueilli par une foule hostile et quitta déjà la ville un jour plus tard. La Belgique demanda ensuite la « séparation administrative » de la Belgique et de la Hollande.
Pendant trois semaines une drôle de guerre s’installa avant l’éclatement des hostilités le 23 septembre 1830.
Dans le prochain texte, le B.U.B. exposera le contexte international de la Révolution belge, qui était très favorable aux révolutionnaires belges.
