Vandaag zagen we wederom in het Vlaams “Parlement” de roep naar meer bevoegdheden, constitutieve autonomie, fiscale hefbomen… opstijgen bij monde van de meerderheid. Men kan zich afvragen of men in deze “Raad” die de illustere Jean-Luc Van Den Brande, goeroe van het Vlaamse gedachtengoed en voorganger van excellentie Patrick Dewael, omdoopte tot “Parlement”, nog wel iets anders doet dan dit soort kluchten te verkopen. Bovendien, en even erg, wil men de Grondwet, regelgever van onze Rechtsstaat tot een vodje papier reduceren door Artikel 195 voor herziening vatbaar te maken.
De zin van dit alles is niet moeilijk te vatten, het is de dwaze machtswellust van politici die comfortabel in hun kooi kwetteren als ongevoederde vogeltjes die eigenlijk haviken zijn, hongerend naar meer. De Belgische staat moet voor hen zover hervormd worden tot ze een louter hol, juridisch begrip geworden is, met de taalgrens als demarcatielijn van de Heilige Oorlog tussen Noord en Zuid. Hoe absurd dit is wees een studie van De Standaard nogmaals uit. De provincie Vlaams-Brabant is economisch even sterk dan haar zuiderbuur die gekneld zit in een relatief armer Gewest. Binnen het Vlaamse gewest zijn dan weer de streken Limburg en het zuiden van Oost-Vlaanderen minder welvarend. Maar ook in het Waalse landsdeel is er een grote pluriformiteit: Namen is in volle economische heropbloei, terwijl Henegouwen nog steeds achterophinkt, samen met Luxemburg (agrarisch en meer gericht op het Groothertogdom).
Maar nee, in België is de taalgrens de splitsingslijn die voor eeuwig rijk en arm bepaalt. Binnen de Gewesten mogen geen verschillen bestaan. Een ander verhaal was dat onlangs ‘wetenschappelijk’ aangetoond was dat ‘Vlamingen’ 20% harder werken dan ‘Walen’. Naast het absurde ethnocentrische, overgesimplifieerde van deze vergelijking stelt men zich uiteraard geen vragen bij de soms verouderde infrastructuur in het zuiden. Om aan de echte problemen te ontkomen, belandt men in een eenvoudig discours dat tweeledig is en geen rekening houdt met interregionale recompensaties, transnationale of intraregionale (dis)conjuncturen en stratificatieverschillen tussen de bevolkings(groepen). Er is enkel Noord en Zuid, Brussel en de Oostkantons bestaan niet, de transfers zijn hoger dan ooit en de Staat moet verder hervormd worden.
Geheel in de logica van het Vlaams Blok redeneren de traditionele zelfgenoegzame Vlaamse (meerderheids)partijen tegen hun eigen ideologie in met een bijna ziekelijke hang naar doorgedreven simplisme. Als er één bevoegdheidspakket in dit land homogeen is, is het wel het waanzinnige splitsingsdenken, gedragen door pseudo-economische en pseudo-wetenschappelijke theorieën. Op hun weg naar Vlaamse verzelfstandiging effenen de partijen in het noorden niet alleen het pad naar een Vlaams Blok, sterker dan ooit, maar ook naar het FDF en naar het RWF (Rassemblement Wallonie-France). Dit stemt uiteraard niet tot nadenken bij politici wier ambities vaak niet verder reiken dan het opsnuiven van het bedwelmende parfum van één ambtstermijn. De juiste politiek?
Nationalisme is hoe dan ook verdoken racisme. Stigmatiseren van een bevolkingsgroep, de eigen voorop zetten is een politiek voeren van neo-racialisme. Tegen het federale denken, dat in se gericht is om deze maatschappij op te blazen, is de enige stap die men kan zetten materies herfederaliseren en de Gewesten voor eens en voor altijd af te schaffen. Wie weigert de Gewesten af te schaffen, opent de deur om de Staat te begraven.