Op 11 november 1918 eindigde de eerste grote slachting van de 20e eeuw, die naderhand bekend zou worden als de Eerste Wereldoorlog. In een golf van tomeloos imperialisme, aangevuurd door een virulent nationalisme grepen de grote staten van Europa elkaar naar de keel. Het resultaat was de instorting van vier keizerrijken, ettelijke miljoenen doden, onherstelbare (culturele) schade en littekens die de voedingsbodem zouden worden voor een nieuwe oorlog.
Een natie heeft symbolen nodig, en daarom is het goed dat we niet vergeten elk jaar op 11 november te herdenken wat nu iets minder dan 85 jaar geleden gebeurde. Tenslotte kan men steeds leren uit het verleden en ervoor zorgen dat oude fouten niet meer gemaakt worden. De bittere realiteit die de frontsoldaten jaren na elkaar ervoeren valt in geen woorden samen te vatten. Wij hebben hier niet voldoende ruimte om over andere aspecten van de ‘grote oorlog’ dieper in te gaan. Nog steeds is het een pijnlijke herinnering dat vele Nederlandstalige soldaten onheus behandeld werden, omwille van het Franstalig karakter van het Belgisch leger. Vanaf 1917 werd de taalstrijd harder gevoerd, enerzijds door een- zij het beperkte- collaboratie in bezet België, en anderzijds door de Frontbeweging, door jonge Nederlandstalige intellectuelen gevormd, die voor haar rechten vocht. Het uitvloeisel van dit alles zou enerzijds zijn de stemming van de taalwetten in de daaropvolgende decennia, en de volledige gelijkberechtiging van het Nederlands, wat goed is, maar anderzijds ook een Vlaamse beweging die zich mateloos radicaliseerde. Dit laatste bracht haar vanaf de jaren dertig in extreem-rechts vaarwater, waar ze vandaag nog steeds inzit.
Vandaag wordt er uit allerlei kringen wederom harde taal gesproken. K. De Gucht, voorzitter van de VLD is de mening toegedaan dat Vlaanderen zelfstandig verder kan, dat de sociale zekerheid geregionaliseerd moet worden etc… Vlaams minister-president Dewael pleit voor de oprichting van een ‘Vlaams front’, bestaande uit alle Vlaamse partijen om de volgende ronde staatshervormingen door te voeren. Staatshervormingen die- dixit de N-VA- niet de hervorming van België voor ogen hebben, maar wel de vorming van een Vlaamse staat.
Hoe ver deze ‘staat’ wel afligt van het leven van de gewone burger (de N-VA zou amper de kiesdrempel halen, en bij de kiezers van het VB komt, volgens een recente enquête, het communautaire niet eens in top-vijf voor van redenen waarvoor men erop stemt) was al langer genoegzaam bekent. Onlangs nog hield staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking Boutmans een pleidooi om de materie één te houden, waarbij tevens dient opgemerkt te worden dat àlle organisaties inzake Ontwikkelingssamenwerking tégen de splitsing zijn. Het is dus een typisch ‘Belgo-politiek’ probleem. Wanneer deze splitsing erdoor zou komen, zou dit werkelijk een aanfluiting zijn van de democratische spelregels. Is daar niet voor gevochten geweest?
Alone he staggered on until he found
Dawn’s ghost that filtered down the shafted stair
To the dazed, muttering creatures underground
Who hear the boom of shells in muffled sound.
At last, with sweat of horror in his hair,
He climbed through darkness to the twilight air,
Unloading hell behind him step by step.
(S.Sassoon, westfront, omstreeks 1916)