DE MEERDERHEID (MR-VLD, CDH, ECOLO) WOU ER ZELFS NIET OVER SPREKEN
Op de gemeenteraad van Ukkel van 5 september 2019 diende de voorzitter van de B.U.B. een tweetalig voorstel van motie in tegen het confederalisme (zie bijlage). Confederalisme is een verdrag tussen twee of meer onafhankelijke staten die zelf afspreken wat ze nog samen doen. Het impliceert separatisme en is dus een gevaar voor de Belgen en meer bepaald voor de Ukkelaars die in een tweetalige en Brabantse gemeente leven.
Het is duidelijk dat bezorgdheid uiten over de confederale plannen die sommige partijen koesteren een ook een aangelegenheid van gemeentelijk belang is, zoals bedoeld in artikel 162 van de Belgische Grondwet.
Elke Belgische gemeente schrijft zich immers in de constitutionele orde in. Als die laatste bedreigd wordt, is het niet alleen het recht, maar ook de plicht van de gemeenten op hierop te reageren en een standpunt in te nemen. Dat betekent dus helemaal niet dat “de gemeente zich zou belachelijk maken”, zoals burgemeester Boris Dilliès (MR) dat beweerde op de gemeenteraad van 5 september.
Nochtans kreeg het redelijke voorstel onmiddellijk heel wat luidruchtige tegenwind van de meerderheid samengesteld uit VLD, MR, CDH en Ecolo (zie video’s). Vervolgens werd de motie door diezelfde meerderheid onontvankelijk verklaard. Er mocht dus zelfs niet over gesproken worden. Dit is wel bijzonder hypocriet aangezien gemeenten moties aannemen over bijvoorbeeld de mensenrechten in Palestina of de opwarming van de aarde. Een gemeente zou dus gemachtigd zijn om te spreken over zaken die op Europees en internationaal niveau beslist worden, maar niet over aangelegenheden die gaan over de toekomst van de Belgen zelf?
Het viel ook op hoe met name Mevr. Fremault (CDH) onze voorzitter het woord wou ontzeggen om te voorkomen dat hij zijn voorstel van motie zou toelichten. Blijkbaar wil de particratie niet dat er over de nadelen van het confederalisme en over de grondwettelijkheid van een volksraadpleging m.b.t. de institutionele toekomst van België, zoals er in 1950 over de Koningskwestie een volksraadpleging werd gehouden, wordt gesproken. Mag een openbare mandataris zijn of haar eigen voorstel al niet meer toelichten? Ons is geen enkel regime bekend, tenzij misschien Noord-Korea, waar dragers van een openbaar ambt hun eigen voorstellen niet mogen bespreken.
De CDH heeft zich die avond als een anti-Belgische partij gedragen. Blijkbaar vindt deze partij dat men de omerta over de toekomst van België maar moet cultiveren. Meer ten gronde illustreerde deze zitting van de Ukkelse gemeenteraad eens te meer het gebrek aan debatcultuur in de Belgische politiek. Er zijn taboes zoals unitarisme en referenda die niet mogen besproken worden.
De Ukkelse meerderheid zat duidelijk verveeld met het voorstel van motie van de voorzitter van de B.U.B.. De gemeente mocht blijkbaar geen pro-Belgisch signaal uitzenden. De Belgische burgers moeten zwijgen en hun land overlaten aan incompetente particraten.
Er heerst een zwijgcultuur voor alles wat tegen het heersende, flamingantische, wallingantische of particratische discours ingaat. Toch een lichtpunt: de hele Ukkelse oppositie samengesteld uit Défi (ex-FDF), Ukkel Vooruit en, zowaar, de PS heeft het voorstel wel ondersteund. Dat was weliswaar niet genoeg voor de ontvankelijkheid, maar bewijst dat er, minstens op lokaal niveau, een pro-Belgisch en deels particratisch blok gevormd kan worden.
Overigens was het voor de eerste keer dat in een Belgische assemblee een debat (hoe beperkt ook) gevoerd werd over de onzin van confederalisme en de nood aan een volksraadpleging. Het was dus een nuttig voorstel van motie.
LA MAJORITE (MR-VLD, CDH, ECOLO) N’EN VOULAIT MEME PAS PARLER
Lors du conseil communal d’Uccle du 5 septembre 2019, le président du B.U.B. a introduit un projet de motion bilingue contre le confédéralisme (voir l’annexe). Le confédéralisme est un traité conclu entre deux ou plusieurs Etats indépendants qui conviennent de ce qu’ils font encore ensemble. Cela implique le séparatisme et constitue donc un danger pour les Belges et plus particulièrement pour les Ucclois vivant dans une commune bilingue et brabançonne.
Il est certain qu’exprimer des préoccupations au sujet des projets confédéraux de certains partis touche également à l’intérêt communal tel que visée à l’article 162 de la Constitution belge.
Chaque commune belge s’inscrit en effet dans l’ordre constitutionnel. Si ce dernier est menacé, les communes ont non seulement le droit, mais aussi le devoir de réagir et de prendre position. Cela ne signifie donc pas que “la commune se ridiculiserait”, comme l’a déclaré le bourgmestre Boris Dilliès (MR) au conseil communal du 5 septembre.
Cependant, la proposition de motion a immédiatement suscité un tollé dans la majorité composée du MR, du VLD, du CDH et d’Ecolo (voir les vidéos). Elle a aussi été déclarée irrecevable par cette même majorité. Donc, on ne pouvait même pas en parler. Ceci est particulièrement hypocrite sachant que des communes adoptent par exemple des motions sur les droits de l’homme en Palestine ou sur le réchauffement climatique. Une commune serait donc autorisée à s’exprimer sur des sujets décidés au niveau européen voire international, mais non sur des sujets concernant l’avenir des Belges eux-mêmes?
Il était également frappant de constater qu’en particulier Mme Fremault (CDH) tentait d’interdire à notre président de prendre la parole pour expliquer sa proposition de motion. Apparemment, la particratie ne veut pas qu’on parle des inconvénients du confédéralisme ni de la constitutionnalité d’un référendum sur l’avenir institutionnel de la Belgique, à l’instar du référendum tenu en 1950 sur la Question royale. Un mandataire public ne peut-il plus expliquer sa propre proposition? A notre connaissance, il n’existe aucun régime – à l’exception peut-être de celui de la Corée du Nord – où les titulaires d’un mandat public ne sont pas autorisés à parler de leurs propres propositions…
Ce soir-là, le CDH s’est comporté comme un parti antibelge. Apparemment, ce parti estime qu’il faut cultiver l’omerta sur l’avenir de la Belgique. Autrement dit, cette session du conseil communal d’Uccle a une nouvelle fois illustré l’absence de culture de débat dans la politique belge. Il existe des tabous tels que l’unitarisme et les référendums qui ne peuvent pas être abordés.
La majorité uccloise était clairement gênée par la proposition de motion du président du B.U.B.. Apparemment, la commune ne peut envoyer un message pro-belge. Les citoyens belges doivent se taire et abandonner leur pays à des particrates incompétents.
Tout ce qui va à l’encontre du discours flamingant, wallingant ou particratique se heurte à une fin de non-recevoir. Malgré cela, il y avait tout de même un point positif : l’entièreté de l’opposition uccloise, composée de Défi, Uccle en Avant et même le PS, a soutenu la proposition. Certes, cela n’était pas suffisant pour la recevabilité, mais prouve quand même la possibilité de former un bloc pro-belge et quasi-particratique, du moins au niveau local.
C’était également la première fois qu’un débat, certes limité, a eu lieu au sein d’une assemblée belge sur l’absurdité du confédéralisme et le besoin d’une consultation populaire. La proposition de motion était donc utile.
MOTIE TEGEN HET CONFEDERALISME
Vooral sinds de verkiezingen van 26 mei 2019 eisen sommige extremisten in België de invoering van het confederalisme. Confederalisme is een bond tussen onafhankelijke Staten. Per definitie kan een confederale staat niet bestaan. Confederalisme impliceert dus separatisme als voorafgaandelijke stap.
Deze ongrondwettelijke, drastische en anti-Belgische evolutie is niet de wens van het overgrote deel van de Belgen noch van het overgrote deel van de verkozenen. We weten trouwens dat de enkele confederaties die bestonden zoals de Verenigde Belgische Staten na de Brabantse omwenteling (1789 – 1790), Oostenrijk-Hongarije (1867 – 1918), de Verenigde Arabische staten (1958 – 1961) of het Gemenebest van Onafhankelijke Staten (GOS) tussen o.a. Rusland en Oekraïne (1991 – ?) in rook zijn opgegaan. Andere hebben zich tot federale staten omgevormd zoals de Verenigde Staten in 1789 of Zwitserland in 1848. We weten ook dat de leden van een confederatie die op elk moment naar eigen goeddunken kunnen verlaten. We weten ook dat wanneer een deelstaat zich van een lidstaat van de Europese Unie afscheurt zonder zich bij een andere lidstaat aan te sluiten, deze deelstaat automatisch de Unie verlaat. De Brexit en in mindere mate de Catalaanse kwestie hebben ons een voorsmaakje gegeven van de chaos die ons dan te wachten staat.
Om vier redenen kan deze cruciale institutionele kwestie de gemeente Ukkel niet onberoerd laten:
- Ten eerste is onze gemeente officieel tweetalig en bevindt ze zich in het hart van Brabant en België. Het confederalisme zou onze taalgemeenschappen tegen elkaar opzetten en zou onze gemeente van haar Brabants hinterland en de rest van het Belgische grondgebied afsnijden. Dat is niet de wens van de grote meerderheid van de Ukkelaars.
- Onze gemeente heeft ook het Handvest van Gastvrije Gemeente goedgekeurd. Het is dan ook logisch onze gehechtheid aan het harmonieus samenleven van de taalgemeenschappen van onze Gemeente in het kader van de Belgische Staat te bevestigen.
- De Gemeente Ukkel is een ondergeschikt bestuur van België. Ze is aan de Grondwet onderworpen en dient ze dus na te leven.
- Om het democratisch principe te respecteren ongeacht de toekomstige evolutie moet onze Gemeente aandringen op het organiseren van een referendum of volksraadpleging in België over het afschaffen van onze Grondwet of het wijzigen van de staatsvorm. Artikel 33 van de Grondwet bepaalt dat alle machten voortvloeien uit de Natie. De Natie, dat zijn de Belgische burgers. Wanneer men op drastische wijze de structuur van de Staat hervormt, moet men zeker de Belgen en wat ons in het bijzonder betreft, de Ukkelaars, raadplegen, zoals dat in andere democratische Staten gedaan wordt, zoals Nederland, Frankrijk, Groot-Brittannië of Zwitserland en zelfs in onze eigen gewesten, provincies en gemeenten en dit zelfs voor veel minder belangrijke kwesties.
Om deze redenen neemt de Gemeenteraad de volgende principes aan:
- Hij verzet zich tegen elke staatshervorming die het confederalisme zou invoeren.
- Hij bevestigt haar gehechtheid aan het harmonieus samenleven van de taalgemeenschappen van onze Gemeente in het kader van de Belgische Staat.
- Hij eist dat de Belgen en dus eveneens de Ukkelaars via een referendum of volksraadpleging geconsulteerd worden over de eventuele afschaffing van de Grondwet of elke wijziging van de staatsvorm van België.
De Gemeenteraad beslist deze motie mee te delen aan de Eerste Minister alsook aan de voorzitters van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en van de Senaat.
MOTION CONTRE LE CONFEDERALISME
Certains extrémistes en Belgique, surtout depuis les élections du 26 mai 2019, réclament l’instauration du confédéralisme. Celui-ci constitue une union d’Etats indépendants. Par définition, un Etat confédéral ne peut exister. Le confédéralisme implique donc le séparatisme comme étape préalable.
Cette évolution anticonstitutionnelle, drastique et antibelge n’est pas le souhait de la grande majorité des Belges ni de la grande majorité des élus. On sait d’ailleurs que les quelques confédérations qui ont existé comme les Etats-Unis Belgiques après la Révolution brabançonne (1789 -1790), l’Autriche-Hongrie (1867 – 1918), les Etats arabes unis (1958 – 1961) et la Communauté des Etats Indépendants (CEI) entre notamment la Russie et l’Ukraine (1991 – ?) ont disparu dans les ténèbres de l’Histoire. D’autres se sont transformées en Etats fédéraux comme les Etats-Unis en 1789 ou la Suisse en 1848. On sait aussi que les membres d’une confédération peuvent la quitter à tout moment comme bon leur semble. Nous savons également qu’une entité qui se sépare d’un Etat membre de l’Union européenne sans rejoindre un autre Etat membre quitte automatiquement l’Union. Le Brexit et dans une moindre mesure la question catalane nous ont donné un avant-goût du chaos que cela peut provoquer.
Pour quatre raisons, la commune d’Uccle ne peut rester insensible à cette question institutionnelle de la plus haute importance :
- D’abord, notre commune est officiellement bilingue et se trouve au cœur du Brabant et de la Belgique. Le confédéralisme monterait nos communautés linguistiques l’une contre l’autre et couperait notre commune de son arrière-pays brabançon et du reste du territoire belge. Ce n’est pas le souhait de la grande majorité des Ucclois.
- Par ailleurs, notre Commune a adhéré à la Charte de commune hospitalière. Il est donc logique de confirmer notre attachement au vivre ensemble harmonieux des communautés linguistiques de notre Commune dans le cadre de l’Etat belge.
- La Commune d’Uccle est un pouvoir subordonné de la Belgique. Elle est soumise à la Constitution belge et doit donc la respecter.
- Pour respecter le principe de la démocratie et quelle que soit l’évolution future, la Commune doit insister sur la tenue d’un référendum ou d’une consultation populaire en Belgique sur l’abrogation de notre Constitution ou la modification de la structure étatique. L’article 33 de la Constitution dispose que tous les pouvoirs émanent de la Nation. La Nation, ce sont tous les citoyens belges. Lorsqu’on modifie de façon drastique la structure de l’Etat, il faut impérativement consulter les Belges et en ce qui nous concerne en particulier, les Ucclois, comme cela se fait dans d’autres Etats démocratiques comme la France, les Pays-Bas, le Royaume-Uni ou la Suisse, voire dans nos propres régions, provinces et communes et ceci même pour des questions beaucoup moins importantes.
Pour ces raisons, le Conseil communal adopte les principes suivants :
- Il marque son opposition à toute réforme de l’Etat qui conduirait au confédéralisme.
- Il confirme son attachement au vivre ensemble harmonieux des communautés linguistiques de notre Commune dans le cadre de l’Etat belge.
- Il exige que les Belges et donc aussi les Ucclois soient consultés via référendum ou consultation populaire sur l’abolition éventuelle de la Constitution ou toute modification de la forme étatique de la Belgique.
Le Conseil communal décide de transmettre cette motion au Premier Ministre ainsi qu’aux présidents de la Chambre des Représentants et du Sénat.