LE B.U.B. CITE L’ETAT ET EXIGE DES ELECTIONS TRANSPARENTES
Le 26 mai 2019 auront lieu les élections pour le parlement européen, le parlement ‘’fédéral’’ et – malheureusement – également pour les nombreux parlements régionaux et communautaires que compte notre petit pays. Le résultat est déjà plus ou moins connu à l’avance. Et pour cause : un parti comme la N-VA reçoit plus de couverture médiatique en une heure que le B.U.B. en 17 années. De plus, chaque recomptage par une instance indépendante est impossible. De telles situations sont condamnées par ‘’nos’’ politiciens lorsqu’elles se produisent ailleurs, mais sont encouragées par eux en Belgique. Le B.U.B. engage des actions judiciaires contre ces pratiques honteuses et antidémocratiques.
Le B.U.B. a, depuis 2003, participé à neuf élections et cela à tous les niveaux. En mai 2019, notre parti déposera de nouveau au moins quatre listes pour les élections ‘’fédérales’’. Lors des élections de 2009, de 2014 et de 2018, nous avons constaté des irrégularités au niveau du vote électronique. Le 29 novembre 2018, le B.U.B. a envoyé une lettre recommandée au premier ministre, demandant de mesures afin d’empêcher que de tels faits se répètent. Toutefois, ce courrier est resté sans réponse malgré un rappel en janvier.
Sur base de la Constitution et de la CEDH, le B.U.B. formule quelques exigences qui sont à la fois très minimalistes et raisonnables. Les résultats du scrutin doivent d’abord être publiés au fut et à mesure du déroulement du scrutin et ensuite de façon intégrale après le scrutin par bureau de vote (et non seulement par bureau électoral principal).
Les bulletins de vote doivent (pouvoir) être recomptés manuellement par des citoyens ou par des témoins au niveau du scrutin électronique.
En outre, il faut créer une commission électorale indépendante. Celle-ci ne peut être liée aux partis politiques. Elle organisera les élections, proclamera les résultats et traitera des plaintes éventuelles.
Le gouvernement ‘’fédéral’’ doit en outre faire usage de sa compétence sur les médias publics, conformément à l’article 6 de la Loi spéciale du 8 août 1980, afin de mentionner cinq fois à la radio publique et cinq fois à la télévision publique (VRT-RTBF) les listes de tous les partis politiques participant aux élections ‘’fédérales’’’. Cela doit se faire entre le 26 mars et le 26 mai 2019.
Encore sur base de l’article 6 de la LSRI du 8 août 1980, le gouvernement ‘’fédéral’’ doit garantir que des panneaux d’affichage soient disponibles dans toutes les communes du Royaume réservant un espace minimal pour permettre aux partis qui ne sont pas représentés au parlement d’y placer ou faire placer au moins une affiche A2.
Le B.U.B. ne demande donc pas de tribune libre et encore moins un traitement égal. Nous ne demandons que des élections démocratiques, transparentes et contrôlables, tout comme l’Etat belge l’exige du Congo ou de la Russie.
Si le tribunal rejette ces demandes minimales du B.U.B., les élections en Belgique auront perdu toute leur crédibilité.
DE B.U.B. DAGVAARDT DE STAAT EN EIST TRANSPARANTE VERKIEZINGEN
Op 26 mei 2019 zijn er verkiezingen voor het Europees, ‘’federaal’ en – helaas ook – voor de talloze deelstaatparlementen die ons kleine land telt. De uitslag ligt ongeveer bij voorbaat vast. Een partij als de N-VA komt immers op één uur tijd meer in de media dan de B.U.B. op 17 jaar. Elke hertelling door een onafhankelijk orgaan is onmogelijk. Dergelijke toestanden worden door ‘’onze’’ politici veroordeeld in andere landen, maar actief door hen gepromoot in België. De B.U.B. onderneemt gerechtelijke stappen tegen deze schandalige en ondemocratische praktijken.
De B.U.B. nam deel aan negen verkiezingen sedert 2003 en dit op alle niveaus. In mei 2019 zal onze partij opnieuw minstens vier lijsten voor de „federale” verkiezingen neerleggen. Wij stelden onregelmatigheden vast bij de elektronische stemming van de verkiezingen van 2009, 2014 en 2018. Op 29 november 2018 stuurde de B.U.B. een aangetekend schrijven naar de eerste minister met de vraag om maatregelen te nemen om herhaling van deze feiten te verhinderen. Deze brief bleef evenwel zonder gevolg ondanks een rappel in januari.
Op basis van de Grondwet en het EVRM formuleert de B.U.B. een aantal zeer minimalistische en redelijke eisen. De resultaten van de stembusgang moeten eerst tijdens de stembusgang gradueel worden gepubliceerd en daarna globaal per stembureau (en niet louter per hoofdkiesbureau).
Stembiljetten bij elektronisch stemmen moeten handmatig door burgers of getuigen (kunnen) herteld worden.
Bovendien moet er een onafhankelijke kiescommissie komen, die niet-partijpolitiek gebonden is. Zij organiseert de verkiezingen, kondigt de resultaten af en behandelt eventuele klachten.
De ‘’federale’’ overheid moet bovendien van haar openbare omroepbevoegdheid die vermeld staat in artikel 6 van de bijzonder wet van 8 augustus 1980 gebruik maken om vijf maal op de openbare radio en vijf maal op de openbare omroep (VRT-RTBF) de lijsten van alle politieke partijen die deelnemen aan de ‘federale’ verkiezingen te vermelden. Dit moet gebeuren tussen 26 maart en 26 mei 2019.
Nog op basis van artikel 6 van de BWHI van 8 augustus 1980 moet de ‘federale’ overheid ervoor zorgen dat er in elke gemeente van het Rijk aanplakborden komen met een minimale ruimte om het partijen die niet in het parlement vertegenwoordigd zijn mogelijk te maken daar minstens een affiche A2 te plaatsen of te laten plaatsen.
De B.U.B. vraagt dus geen vrije tribunes, laat staan gelijkheid van behandeling. We vragen enkel democratische, transparante en controleerbare verkiezingen, net als de Belgische staat die vraagt van Congo of Rusland.
Indien de rechtbank deze minimale eisen van de B.U.B. verwerpt, zullen de verkiezingen in België al hun geloofwaardigheid verloren hebben.
