LA FAILLITE DE LA FEDERATION VLAWALLOBRU
Le ministre du budget fédéral, Guy Vanhengel, a tenu des propos osés et assez maladroits à propos de l’état financier de l’Etat belge. Il a dit que l’Etat était en faillite. Toutefois, il n’a pas tout à fait tort parce que notamment le fédéralisme linguistique coûte 10 milliards d’euros par an et pèse donc lourdement sur le budget de l’Etat.
Ses paroles sont exagérées car un Etat ne peut pas vraiment faire faillite, ce qui impliquerait qu’il soit liquidé. Ses propos peuvent en outre contraindre l’Etat belge de payer des intérêts plus élevés sur sa dette publique.
Vanhengel aurait dû préciser que le fédéralisme est extrêmement coûteux et que la Belgique ne peut (plus) se permettre d’entretenir 6 gouvernements et 6 parlements avec toutes leurs institutions, tous leurs mandats et tous leurs avantages (maisons flamandes, primes de vacances, missions à l’étranger, primes de départ etc.).
Néanmoins, le ministre avait raison de souligner le fait que les entités fédérées, c’est-à-dire les communautés et les régions, ne portent en rien la charge de la dette publique élevée malgré leurs compétences importantes.
Cette situation est évidemment intenable. On assiste à la faillite d’un système politique irresponsable, qui s’appelle le fédéralisme et qui n’a jamais été voulu par les Belges.
FAILLISSEMENT VAN DE FEDERATIE VLAWALLOBRU
De federale minister van begroting, Guy Vanhengel, heeft een gedurfde en onhandige uitspraak gedaan over de financiële toestand van de Belgische staat. Hij zei dat de staat failliet is. Nochtans heeft hij niet volledig ongelijk omdat o.a. het taalfederalisme 10 miljard euro per jaar kost en dan ook zwaar op de begroting weegt.
Dat is overdreven omdat een staat niet echt failliet kan gaan, wat zou inhouden dat hij vereffend wordt. Zijn uitspraak kan de Belgische staat bovendien dwingen tot het betalen van hogere intresten op de staatsschuld.
Vanhengel had moeten preciseren dat het federalisme verschrikkelijk duur is en dat België het zich niet (meer) kan permitteren 6 regeringen en 6 parlementen te onderhouden met al hun instellingen, mandaten en voordelen (Vlaamse huizen, vakantiegeld, buitenlandse missies, vertrekpremies etc).
Niettemin had de minister gelijk te onderstrepen dat de deelgebieden, namelijk gemeenschappen en gewesten, geen lasten van de torenhoge staatsschuld dragen ondanks hun belangrijke bevoegdheden.
Deze situatie is natuurlijk onhoudbaar. We maken het faillissement van een onverantwoordelijk politiek systeem mee, namelijk het federalisme, dat nooit door de Belgen werd gewild.
