LE SECRETAIRE D’ETAT FRANCKEN REAGIT DE FACON EXAGEREE A UNE CARICATURE – STAATSSECRETARIS FRANCKEN REAGEERT OVERDREVEN OP SPOTPRENT

BANDEN VAN N-VA MET COLLABORATIE ZIJN BEWEZEN 

Op 21 september 2017 reageerde staatssecretaris van Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) heftig op een cartoon van de jongeren van Ecolo waarop hij stond afgebeeld in een legeruniform van de Duitse Wehrmacht. De B.U.B. vindt de fotoshop zelf ook wat overdreven, maar dat Franken daarop klacht tegen de makers indiende gaat volgens ons te ver.

Los van zijn migratiebeleid dat men goed of slecht kan vinden, staat Theo Francken bekend als een staatssecretaris met een hard en niet onbesproken discours tegen vluchtelingen en vreemdelingen.  Zo wilde hij in augustus dit jaar mensen uit Afrika die op een Spaans strand aankwamen geen vluchtelingen noemen. “Vluchtelingen, laat me niet lachen” zei hij smalend op Twitter. Vorig jaar heeft hij zich ook verwoed verzet tegen een Syrisch gezin dat met een visum in België bij Belgen wou komen wonen. Hij lachte ook op Twitter met een cartoon waarop hij een zwarte bij het haar pakte. Zijn partij zette daarna bij het beeld de veelzeggende slogan: “Reanimeer de vrijheid van meningsuiting. Geef ons het recht om te beledigen.” Midden september 2017 gebruikte hij ook de term ‘opkuisen’ wanneer hij sprak over vluchtelingen die in het Brusselse Maximiliaanpark verbleven. Dat vonden vele mensen ongepast voor een staatssecretaris.

Op 21 september 2017 kreeg hij het deksel op de eigen neus door een karikatuur van de jongeren van Ecolo waarop hij als een Duitse soldaat van de tweede wereldoorlog staat afgebeeld. Deze afbeelding leidde zelfs tot het theatrale verlaten van de Kamer van Volksvertegenwoordigers door de voltallige N-VA-fractie op dezelfde dag. Theo Francken kondigde aan klacht in te dienen tegen de makers.

De B.U.B. vindt de reactie van de staatssecretaris op de spotprent overdreven.

1. De band tussen de N-VA en de collaboratie is wetenschappelijk bewezen, o.a. door de eminente historicus Lode Wils die in december 2012 in De Standaard verklaarde dat de N-VA de erfgenaam is van de collaboratie.
2. Theo Francken is een vooraanstaande politicus van de N-VA die bijna elke dag in de media komt en telkens wanneer hij het wenst. Hij kan zich dus voldoende verweren tegen aanklachten die hij onterecht vindt.
3. Politieke mandatarissen hebben macht en moeten dus meer tegen kritiek kunnen dan een gewone burger.
4. Zijn hard taalgebruik past niet bij een staatssecretaris van de nationale regering. Misschien past dat in een nutteloze gewestregering, maar niet op nationaal vlak.
5. Eddy Desmet, de ex-schooldirecteur van Ronse die zich verzette tegen de politiek van de overbodige minister Homans (N-VA) in september 2015 had geen recht op een klacht van Homans zelf, wel op één van onbekende, lokale N-VA-mandatarissen. Blijkbaar hebben kleine garnalen als Desmet geen recht op veel aandacht. Een franstalige, linkse partij (die de B.U.B. absoluut niet in het hart draagt) brengt meer en risicoloze publiciteit op.
6. Het indienen van een klacht door een bekende politicus is een zwaktebod. We hadden liever een weerlegging van de spotprent gehoord, maar blijkbaar was dat te moeilijk.
7. De slogan “Je suis Charlie” geldt blijkbaar alleen voor extreemrechts. Dat had men dan wel eerder kunnen zeggen…

Ook al doet de staatssecretaris van asiel en migratie misschien goed werk,  zijn taalgebruik en klacht tonen aan dat hij een kleine meneer is, die alleen uit is op zelfprofilering. Net zoals zijn partij trouwens.

LES LIENS DE LA N-VA AVEC LA COLLABORATION SONT PROUVES 

Le 21 septembre 2017, le secrétaire d’Etat pour l’asile et l’immigration Theo Francken (N-VA) a réagi de façon véhémente à un cartoon des jeunes d’Ecolo sur lequel il était dressé en uniforme de la Wehrmacht allemande. Le B.U.B. trouve le photoshop aussi un peu exagéré, mais le fait que Francken dépose plainte contre les auteurs va selon nous trop loin.  

Indépendamment de sa politique de l’immigration que l’on peut approuver ou désapprouver, Theo Francken est connu comme un secrétaire d’Etat qui tient un discours musclé et controversé à propos des réfugiés et des étrangers. Ainsi, il ne voulait pas qualifier de réfugiés des gens arrivés cet été sur une plage espagnole. « Réfugiés, ne me laissez pas rire », disait-il de façon moqueuse sur Twitter.  L’année passée, il s’est aussi opposé catégoriquement contre une famille syrienne qui voulait venir vivre avec un visa chez des Belges en Belgique. Il s’est aussi moqué sur Twitter d’un cartoon sur lequel figurait un Noir qu’il prenait par les cheveux. Son parti avait ensuite accompagné l’image du slogan parlant : « Réanimez la liberté d’expression. Donnez-nous le droit d’insulter. »  A la mi-septembre 2017, il a aussi utilisé le terme « nettoyer » en parlant de réfugiés qui séjournaient dans le parc Maximilien à Bruxelles. Bon nombre de gens trouvaient cela inadapté à un secrétaire d’Etat.

Le 21 septembre 2017, il a subi le retour de manivelle par une caricature des jeunes d’Ecolo sur laquelle il figure comme un soldat allemand de la deuxième guerre mondiale. Cette image a même motivé la fraction complète de la N-VA à quitter la Chambre des Représentants le même jour. Theo Francken a annoncé porter plainte contre les auteurs.

Le B.U.B. trouve la réaction du secrétaire d’Etat à la caricature exagérée.

1. Le lien entre la N-VA et la collaboration est scientifiquement prouvé, notamment par l’éminent historien Lode Wils  qui déclarait en décembre 2012 dans le Standaard que la N-VA est l’héritière de la collaboration.
2. Theo Francken est un homme politique bien connu de la N-VA qui apparaît presque tous les jours dans les médias et chaque fois qu’il le souhaite. Il est donc suffisamment en mesure de se défendre contre des accusations qu’il estime non fondées.
3. Les mandataires politiques ont du pouvoir et doivent donc plus supporter la critique que de simples citoyens.
4. Son langage dur ne convient pas à un secrétaire d’Etat du gouvernement national. Peut-être qu’il convient à un gouvernement régional inutile, mais non sur le plan national.
5. Eddy Desmet, l’ex-directeur d’école de Renaix qui s’est opposé contre  la politique de l’inutile ministre Homans (N-VA) en septembre 2015 n’avait pas droit à une plainte de Homans elle-même, mais à une déposée par des mandataires inconnus et locaux de la N-VA. Apparemment, de petits poissons comme Desmet n’ont pas droit à trop d’attention. Un parti francophone et de gauche (que le B.U.B. n’aime absolument pas) rapporte plus de publicité sans risque.
6. Le dépôt d’une plainte par un politicien connu est un signe de faiblesse. On aurait préféré entendre une réfutation de la caricature, mais c’était apparemment trop difficile.
7. Il semble que le slogan « Je suis Charlie » ne vaut que pour l’extrême-droite. On aurait pu le dire plus tôt…

Même si le secrétaire d’Etat pour l’asile et l’immigration fait peut-être du bon boulot, son langage et sa plainte démontrent qu’il est un petit monsieur, qui ne vise qu’à faire sa pub. Tout comme son parti d’ailleurs.