DEMIR DEVRAIT AUSSI ABANDONNER SA NATIONALITE BELGE
Le 4 août 2017, la secrétaire d’État Zuhal Demir (N-VA), faisait savoir dans une interview accordée au journal De Morgen qu’elle abandonnait sa nationalité turque. La secrétaire d’Etat avait la double nationalité (belge et turque). Du point de vue du B.U.B., cette dame devrait plutôt abandonner sa nationalité belge.
En principe, le fait d’abandonner sa nationalité est une question tout à fait personnelle, ou cela devrait être le cas du moins. Mais madame Demir a fait en sorte de bien médiatiser sa décision. Selon elle, la Turquie serait en train de devenir un pays en régression avec un islamisme croissant. La position de la femme, la démocratie et le droit des minorités y seraient gravement menacés. Probablement elle vise surtout les Kurdes puisqu’elle est d’origine kurde. Les Kurdes composent environ 25 % de la population turque. Une appartenance qui n’a pas toujours été du plus grand repos. Il faut dire que depuis la création de la République turque en 1922, les Kurdes n’ont cessé de s’opposer au pouvoir central de, ce qui était jadis, l’Empire ottoman. Depuis lors, les désaccords n’ont cessé de grandir entre les deux opposants, et cela a eu pour cause d’énormes conflits entre les séparatistes kurdes et l’Etat turc. Entre 1984 et 2013, la lutte a dégénéré en une guerre civile — avec comme acteurs principaux le gouvernement à Ankara et les séparatistes du P.K.K. — qui a coûté la vie à de dizaines de milliers de gens.
« Le gouffre s’est trop creusé », d’après Demir, qui ne se reconnaît plus, selon ses dires, dans le pays où ses parents ont grandi. Peut-on en déduire qu’elle se reconnaissait dans l’image de la Turquie d’il y a quelques années ? La N-VA a toujours fait les yeux doux au P.K.K., qui est considéré par la Belgique et l’U.E. comme un organisation terroriste. Pour preuve, Mark Demesmaeker (N-VA), membre du parlement européen, n’a, dans ses discours, que fustigé les actes de violence commis par l’Etat Turc contre le P.K.K. et jamais la violence en sens inverse.
Beaucoup de Kurdes ont d’ailleurs toujours la nationalité turque, même s’ils ne se reconnaissent probablement non plus en leur patrie. Ont-ils également tort ?
En gardant sa nationalité belge, Demir nous dit implicitement qu’elle se reconnaît en la Belgique. Et pourtant son parti, la N-VA, souhaite clairement la fin de la Belgique (art. 1er des statuts de la N-VA). Ne devrait-elle pas, dans cette même optique, choisir entre la citoyenneté belge ou l’appartenance à un parti séparatiste ?
La réalité est toute autre que celle que Demir laisse percevoir. Elle fait perfidement usage d’une affaire entièrement personnelle pour faire plaisir à son arrière-ban d’extrême droite, qui est surtout présent dans les partis flamingants. De plus, elle ne renie pas sa nationalité turque parce qu’elle n’a plus d’affinités avec la Turquie, mais parce qu’elle n’y a jamais vécu et a été élevée en Belgique. C’est aussi ici qu’elle gagne bien sa vie, même si elle s’oppose à la Belgique. Et c’est bien le paradoxe de cette affaire.
Le B.U.B. est d’avis que chacun qui exerce un mandat politique en Belgique et qui prône la dissolution de la Belgique doit abandonner ce mandat. Dans le cas où le politicien ne le ferait pas, on devrait pouvoir lui retirer la nationalité belge dans le cadre d’un procès pénal.
Ainsi, l’article 233 du Code pénal interdit la concertation de mesures contraires aux lois ou à des arrêtés royaux, soit dans une réunion d’individus ou de corps dépositaires de quelque partie de l’autorité publique, soit par députation ou correspondance entre eux. Donc, déjà aujourd’hui, il être interdit aux conseillers communaux et provinciaux, aux échevins, aux membres du Collège provinciale, aux députés, aux Sénateurs, ainsi qu’aux ministres fédéraux, aux secrétaires d’État, aux membres des six parlements et gouvernements régionaux et communautaires d’élaborer des plans qui sont en conflit avec l’ordre constitutionnel.
Concrètement, peuvent donc être visés, l’élaboration d’une déclaration d’indépendance « flamande » ou « wallonne », la publication d’un livre ou un manifeste à ce sujet ou la tenue de conférences sur l’instauration du « confédéralisme », c’est-à-dire un traité entre des Etat indépendants, ce qui suppose la suspension de la Constitution, ce qui est strictement interdit par l’article 187 de la Constitution. Les politiciens mentionnés ne peuvent en aucun cas organiser des colloques à ce sujet ou y être présents. Il leur est également interdit de s’envoyer des emails ou de se réunir publiquement à ce propos.
La loi actuelle prévoit que les personnes coupables sont punies d’une peine d’emprisonnement d’un à six mois. Cette sanction devrait être appliquée aux mandataires séparatistes tout en allant de pair avec la privation de leurs droits civils et politiques. Dans le pire des cas, ils devraient aussi perdre leur nationalité belge. Les séparatistes doivent comprendre qu’ils ne sont pas payés par les Belges pour comploter contre eux, bien au contraire !
DEMIR ZOU OOK AFSTAND MOETEN DOEN VAN HAAR BELGISCHE NATIONALITEIT
Op 4 augustus 2017 gaf staatssecretaris Zuhal Demir (N-VA) in een interview met het dagblad De Morgen te kennen dat ze afstand zal doen van haar Turkse nationaliteit. De staatssecretaris bezat de dubbele nationaliteit (Belgische en Turkse). Volgens de B.U.B. zou de dame beter afstand doen van haar Belgische nationaliteit.
Op zich is afstand doen van een nationaliteit van een land waar men niet meer woont een loutere privé-kwestie, of zou dat toch moeten zijn. Maar Demir koos ervoor om veel ruchtbaarheid aan haar keuze te geven. Volgens Demir gaat het in Turkije de verkeerde kant op met de groeiende islamisering, de positie van de vrouw, de democratie en de rechten van minderheden. Daarmee bedoelt ze wellicht in de eerste plaats de Koerden aangezien ze van Koerdische afkomst is. Die bevolkingsgroep maakt ongeveer 25% uit van de totale Turkse bevolking. Sedert de stichting van de Turkse republiek in 1922 zijn de sporadische Koerdische opstanden tegen het centraal gezag van wat het Ottomaanse Rijk was, verergerd tot een doorlopend conflict tussen Koerdische separatisten en de Turkse staat. Tussen 1984 en 2013 ontaardde de strijd in een burgeroorlog – met als hoofdrolspelers de regering te Ankara en de separatisten (thans autonomisten) van de PKK – waarbij tienduizenden doden vielen.
“De kloof is te groot geworden”, meent Demir, die zich naar eigen zeggen “niet meer [herkent] in het land waar [haar] ouders zijn opgegroeid”. Herkende ze zich dan wel in het Turkije van enkele jaren geleden? De N-VA heeft alleszins steeds een vergoelijkende houding aangenomen tegenover de PKK, die zowel de EU als België als een terreurorganisatie beschouwen.
Zo werd door Europees Parlementslid Mark Demesmaeker (N-VA) enkel het geweld van de Turkse staat tegen de PKK aangeklaagd en nooit het omgekeerde geweld.
Er blijven ook veel Koerden achter met de Turkse nationaliteit. Hebben die volgens Demir dan ongelijk hoewel ze zich waarschijnlijk niet in hun land herkennen?
Als Demir de Belgische nationaliteit behoudt, wil dat dus volgens haar eigen redenering zeggen dat ze zich herkent in België. Maar net haar eigen partij wenst het einde van België (artikel één van de partijstatuten van de N-VA). Moet zij dan ook niet kiezen tussen ofwel Belgisch staatsburgerschap ofwel lidmaatschap van haar separatistische partij?
De werkelijkheid is heel anders dan Demir laat uitschijnen. Demir misbruikt deze privé-kwestie om haar extreemrechtse achterban te paaien, die vooral aanwezig is in flamingantische partijen. Bovendien geeft ze haar nationaliteit niet op omdat ze zich niet meer in Turkije herkent, maar omdat ze er nooit gewoond heeft en in België is opgegroeid. Het is ook hier dat ze goed haar boterham verdient, ook al is ze tegen België zelf. En dat is ook de paradox van deze kwestie.
De B.U.B. is van oordeel dat iedereen die in België een politiek mandaat heeft en tegen het voortbestaan van België ijvert, afstand moet doen van zijn ambt. Als deze persoon dat niet doet, moet hij of zij in het kader van een strafproces de Belgische nationaliteit kunnen verliezen.
Zo verbiedt artikel 233 van het Strafwetboek dat personen of lichamen die met enig gedeelte van het openbaar gezag bekleed zijn maatregelen beramen die in strijd zijn met wetten of met koninklijke besluiten, hetzij op een bijeenkomst van die personen of lichamen, hetzij door het zenden van afgevaardigden of van mededelingen aan elkaar. Vandaag is het dus reeds voor gemeente- en provincieraadsleden, schepenen, leden van de bestendige deputatie, Kamerleden, Senatoren, federale ministers en staatssecretarissen, alsook leden van de zes gewest- en gemeenschapsparlementen en –regeringen (“lichamen”) verboden om plannen te smeden die in strijd zijn met de grondwettelijke orde.
Zo’n plan kan bijvoorbeeld het uitdokteren zijn van een “Vlaamse” of “Waalse” onafhankelijkheidsverklaring, het schrijven van boeken of manifesten hieromtrent of het houden van studiedagen over de invoering van het “confederalisme”, d.w.z. een verdrag tussen onafhankelijke staten, hetgeen de opschorting van de Grondwet veronderstelt, wat expliciet verboden is door artikel 187 van de Grondwet. Genoemde politici mogen hieromtrent geen congressen organiseren of erop aanwezig zijn, zelfs geen e-mails naar elkaar sturen noch hierover openbaar vergaderen.
De huidige wet bepaalt dat de schuldigen gestraft worden met een gevangenisstraf van één tot zes maanden. Het is deze bepaling die op separatistische mandatarissen toegepast moet worden en gepaard moet gaan met het verlies van burgerlijke en politieke rechten. In het ergste geval zouden die personen ook hun Belgische nationaliteit moeten verliezen. De separatisten moeten maar eens leren dat zij niet betaald worden door de Belgen om tegen België te complotteren, integendeel!
