DE DOOR DE PARTICRATIE GEPLANDE HERVORMING VAN DE PROVINCIES ZOU BELGIË NOG INGEWIKKELDER EN NOG MINDER DEMOCRATISCH MAKEN
Zowel in het noorden als in het zuiden van België liggen de provincies onder vuur. De regeringspartijen van het zogenaamde “Vlaams” gewest beslisten in 2014 om het aantal provincieraadsleden te halveren en voeren die beslissing nu uit. Op 19 juni 2017 besloot het CDH de alliantie met de PS op alle regionale en communautaire niveaus van Franstalig België op te zeggen. Nieuwe meerderheden worden gezocht. In het licht daarvan lanceerde Ecolo een eisenbundel van een twintigtal punten, waaronder het afschaffen van de provincies. Op 26 juni 2017 aanvaardde ook de MR dit principe. Voor de B.U.B. is die evolutie nefast voor de eenheid van België.
Dit zijn de redenen:
1) Volgens Ecolo ligt “het veelvoud aan actoren en het te grote aantal instellingen aan de basis van meerdere ondoeltreffendheden, is het duur voor de bevolking en vormt het één van de pilaren van de baronniën”.
Paradoxaal genoeg, pleit deze vaststelling echter in het voordeel van de provincies. Die kunnen immers alle taken overnemen die vandaag door de gewesten, de gemeenschappen en de intercommunales uitgevoerd worden, voor zover de nationale staat ze niet beheert. Zo worden in één klap volgende instellingen opgeheven: het “Vlaams”, “Waals”, Brussels en Duitstalig parlement; het parlement van de “Franse” gemeenschap alsook de raden van de VGC, de FGC en de GGC en al de bijhorende regeringen. Het Belgisch politiek landschap wordt zo bovendien van zijn nefaste institutionele tweeledigheid, die het taalfederalisme veroorzaakt, ontdaan.
2) Sedert de zesde ( ! ) “staatshervorming” zijn de gewesten bevoegd om de provinciale instellingen af te schaffen, d.w.z. de provincieraad en de bestendige deputatie (nu : « collège provincial » in het « Waals » gewest), met uitsluiting van de gouverneur. Ze zijn echter niet bevoegd om de indeling van het grondgebied in provincies af te schaffen. Daarvoor is een grondwetswijziging in het federaal parlement nodig. Kortom, een regionaal parlement kan de provincies niet afschaffen.
3) Bovendien vindt de B.U.B. dat de afschaffing van de provinciale instellingen door de gewesten ongrondwettelijk is. Artikel 162 van de Grondwet bepaalt immers: “De wet verzekert […] 1° de rechtstreekse verkiezing van de leden van de provincieraden […]” alsook de bevoegdheden van de provincieraden. Welnu, indien de provinciale instellingen worden afgeschaft, worden ook de verkiezingen en de bevoegdheden van de provincieraden afgeschaft, wat manifest ongrondwettelijk is.
4) Om de provinciale structuren te wijzigen, laat staan af te schaffen is een bijzondere meerderheid vereist (66%) (1) In het “Vlaams” gewest beschikken de regeringspartijen (N-VA, CD&V en VLD) over die meerderheid. Ze hebben echter nog niet besloten om de provinciale instellingen af te schaffen, maar wel om het aantal provincieraadsleden te halveren en persoonsgebonden materies te communautariseren (behoudens het onderwijs). De ironie van het lot is dat het hier dezelfde partijen betreft die het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde wilden splitsen, onder het voorwendsel dat dit niet overeenstemde met de grenzen van het zogezegde “Vlaams”-Brabant (sic). Dit was één van de oorzaken van één van de zwaarste regeringscrisissen uit de Belgische geschiedenis. Welnu, als deze partijen de provincies dan toch zo belangrijk vinden, waarom willen ze ze dan verzwakken, ja zelfs afschaffen? Wat er ook van zij, in het “Waals” gewest heeft de PS – de partij die door de CDH en de MR uit de regering is gegooid – 30 van de 75 zetels. Zonder de PS is een 2/3de meerderheid dan ook onmogelijk.
5) Het is trouwens belachelijk om te stellen dat de afschaffing van de provinciale instellingen het grote aantal instellingen zal verminderen. Het tegendeel is zelfs waar. De ecologisten willen immers de vijf provinciale instellingen in het zuiden van België vervangen door een veelvoud aan bovengemeentelijke besturen ! Bovendien wil Ecolo 1° de intercommunales behouden; 2° een totale decumul van de mandaten doorvoeren. De afschaffing van de cumul zal echter het aantal politici onvermijdelijk de hoogte injagen. Alsof een totaal van 10.000 politici nog niet genoeg was. De “bovengemeentelijke besturen” zouden bovendien dezelfde bevoegdheden als de huidige provinciale instellingen hebben.
I.p.v. een structuur af te schaffen, roept men er nog een nieuwe in het leven. Het grootste verschil tussen de provinciale instellingen en deze “bovengemeentelijke besturen” is de verhoging van het democratisch deficit. Waar de provincieraden rechtstreeks verkozen worden, zouden deze bovengemeentelijke entiteiten immers bestaan uit burgemeesters van verschillende gemeenten. Onder de dekmantel van “politieke vernieuwing” wil de particratie dus het land nog ingewikkelder maken en het democratisch gehalte ervan nog verminderen… Men moet maar durven!
6) Helaas zijn vele Belgen geïntoxiceerd door de particratische media. Ze weten of ze begrijpen niet dat de negen historische provincies het verleden en de toekomst van België zijn, niet de gewesten en de gemeenschappen, die producten zijn van de politiek van de Duitse bezetter en het taalnationalisme. Door de provincies af te schaffen zal de schadelijke dialectiek tussen het totaal kunstmatige en particratische « Vlaanderen » en « Wallonië » alleen maar toenemen. Het behoud en de versterking van de negen provincies kunnen daarentegen het broodnodige evenwicht tussen de politieke betrekkingen in België herstellen.
7) Overigens verklaarde de Koning tijdens zijn bezoek aan het “Vlaams” parlement op 21 februari 2017 dat ”de provincies de hoekstenen van het land” waren (zie onze tekst). Luidens artikel 88 van de Belgische Grondwet valt deze uitspraak onder de verantwoordelijkheid van één of meerdere ministers. De MR kan derhalve, als partij van de eerste minister, nu moeilijk ijveren voor de afbraak van de provincies!
Voor de B.U.B. is de houding van Ecolo en van de MR absurd. De ideologie van Ecolo zou universalistisch moeten zijn (tenzij de bossen en rivieren door taalgrenzen afgebakend worden), maar is in werkelijkheid extreem-regionalistisch. Geen enkel zinnig mens kan immers in naam van de eenvoud en de democratisering de afschaffing van de provinciale instellingen en hun vervanging door een veelvoud van ondemocratische bovengemeentelijke entiteiten verdedigen. De absurditeit van het taalnationalisme loopt de spuigaten uit!
LA REFORME DES PROVINCES ENVISAGEE PAR LA PARTICRATIE RENDRAIT LA BELGIQUE ENCORE PLUS COMPLIQUEE ET ENCORE MOINS DEMOCRATIQUE
Tant au nord qu’au sud de la Belgique, les provinces sont en ligne de mire. Les partis du gouvernement de la soi-disant région “flamande” ont décidé en 2014 de réduire de moitié le nombre de conseillers provinciaux. Aujourd’hui, ils sont en train d’exécuter cette décision. Le 19 juin 2017, le CDH a fait sauter son alliance avec le PS à tous les niveaux régionaux et communautaires en Belgique francophone. On cherche actuellement de nouvelles majorités. Dans ce cadre, Ecolo a mis sur la table des négociations un cahier de revendications composé d’une vingtaine de points, dont la suppression des provinces. Le 26 juin 2017, le MR a également accepté ce principe. Pour le B.U.B., cette evolution est néfaste pour l’unité de la Belgique.
Voici les raisons:
1) Selon Ecolo “La multiplicité d’acteurs et le trop grand nombre d’institutions est à la source de nombreuses inefficacités, est coûteux pour la collectivité et est un des vecteurs des baronnies.”
Paradoxalement, ce constat plaide cependant en faveur des provinces. Celles-ci peuvent en effet reprendre toutes les tâches qui sont exécutées à l’heure actuelle par les régions, les communautés et les intercommunales, pour autant que l’Etat national ne les gère pas. Ainsi, on efface d’un seul coup les institutions suivantes: le parlement “flamand”, “wallon”, bruxellois et germanophone; le parlement de la communauté “française”, tout comme les conseils de la COCON, de la COCOF et de la COCOM et tous les gouvernements correspondants. De plus, le paysage politique belge abandonnerait ainsi la bipolarité institutionnelle néfaste, engendrée par le fédéralisme linguistique.
2) Depuis la sixième ( ! ) “réforme” de l’Etat, les régions peuvent abolir les institutions provinciales, c.-à-d. le conseil provincial et la députation permanente (appelée aujourd’hui « collège provincial » en région « wallonne»), à l’exception du gouverneur. Cependant, les régions ne sont pas compétentes pour supprimer la division du territoire en provinces. Cela nécessite une modification constitutionnelle au parlement fédéral. Bref, un parlement régional ne peut abolir les provinces.
3) En outre, le B.U.B. trouve que l’abolition des institutions provinciales par les régions serait inconstitutionnelle. En effet, l’article 162 de la Constitution stipule que “La loi consacre l’application des principes suivants : “1° l’élection directe des membres des conseils provinciaux […]” et leurs compétences. Or, si l’on abolit les institutions provinciales, les élections et les compétences des conseils provinciaux seraient également abolies, ce qui est manifestement inconstitutionnel.
4) Pour modifier ou abolir les structures provinciales, une majorité qualifiée est nécessaire (66%) (2). En région “flamande”, les partis qui composent le gouvernement (N-VA, CD&V et VLD) disposent de cette majorité. Ils n’ont cependant pas encore supprimé les institutions provinciales, mais ils ont décidé de diminuer de moitié les membres des conseils provinciaux ainsi que de régionaliser les matières personnalisables des provinces (hormis l’enseignement). L’ironie du sort veut qu’il s’agit des mêmes partis qui voulaient scinder l’arrondissement électoral de Bruxelles-Hal-Vilvorde sous le prétexte que celui-ci ne correspondait pas aux frontières du Brabant dit “flamand” (sic). C’était une des causes d’une des plus graves crises gouvernementales de l’histoire de la Belgique. Or, si ces partis trouvent que les provinces sont tellement importantes, pourquoi veulent-ils les affaiblir, voire les supprimer? Quoi qu’il en soit, le PS, le parti largué par le CDH au niveau régional et par le MR au niveau national, possède en région “wallonne” 30 des 75 sièges. Par conséquent, il n’est pas possible d’atteindre une majorité de 2/3 sans le PS.
5) Il est en outre ridicule d’affirmer que la suppression des institutions provinciales va diminuer le nombre d’institutions. Bien au contraire. Les écologistes veulent en effet remplacer ces cinq institutions provinciales au sud de la Belgique par une multitude de structures supracommunales ! Qui plus est, Ecolo veut 1° maintenir les intercommunales; 2° le décumul intégral des mandats. Or, par la suppression du cumul, le nombre de politiciens va inévitablement augmenter. Comme si plus de 10.000 politiciens au total n’était pas encore suffisant. En outre, les “collectivités supracommunales” géreraient les mêmes compétences que les institutions provinciales actuelles. Au lieu de supprimer une instance, on en ajoute donc une nouvelle ! La plus grande différence entre les institutions provinciales et ces “collectivités supracommunales” se situe au niveau de leur caractère démocratique. Les conseils provinciaux sont élus directement tandis que les entités supracommunales seraient composées de bourgmestres de différentes communes. Sous le couvert du « renouveau politique », la particratie veut donc complexifier davantage le pays et diminuer la démocratie… Il faut oser !
6) Hélas, beaucoup de Belges sont intoxiqués par les médias particratiques. Ils ne savent ou ne comprennent pas que les neuf provinces historiques sont l’avenir de la Belgique, non les régions et les communautés, qui sont des produits de la politique de l’occupant allemand et du nationalisme linguistique. En supprimant les provinces, on ne fait qu’augmenter la dialectique nuisible entre une “Flandre” et une “Wallonie” tout à fait artificielles et particratiques. Le maintien et le renforcement des neuf provinces peuvent en revanche restaurer l’équilibre tant nécessaire des rapports politiques en Belgique.
7) En outre, le Roi a déclaré lors de sa visite au parlement “flamand” le 21 février 2017 que les “provinces sont les pierres angulaires du pays” (voir notre texte). Selon l’article 88 de la Constitution belge, un ou plusieurs ministres sont responsables de cette affirmation. C’est pourquoi il est difficile pour le MR, le parti du premier ministre, de souhaiter maintenant l’affaiblissement des provinces !
Le B.U.B. estime que l’attitude d’Ecolo et du MR est absurde. Ecolo devrait avoir une idéologie universaliste (à moins que les forêts et les rivières ne s’arrêtent aux frontières linguistiques), mais en réalité, il s’agit d’un parti extrêmement régionaliste. Aucune personne sensée ne peut en effet défendre au nom de la simplicité et de la démocratisation la suppression des institutions provinciales et leur remplacement par une multitude d’entités supracommunales anti-démocratiques. L’absurdité du nationalisme linguistique dépasse toutes les bornes !
(1) Zie DOC. 1127 Vlaams Parlement (2016-2017) – Nr. 1, 28 maart 2017 (2016-2017)
Ontwerp van bijzonder decreet houdende wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011. (Aangaande o.a. de halvering van het aantal provincieraadsleden en de inperking van hun bevoegdheden, B.U.B.). Vgl. DOC. 670 (2015-2016) – Nr. 1 24 februari 2016 (2015-2016) Voorstel van bijzonder decreet van Ingrid Pira, Björn Rzoska en Bart Caron houdende bevordering van regionale samenwerking en gefaseerde ombouw van de provincies tot stads- en streekgewesten. (Op m.n. p. 8 van dit niet-aangenomen decreet wordt voorzien in een afschaffing van de provincies, B.U.B.).
(2) Voir DOC. 1127 du Parlement flamand (2016-2017) – N° 1, 28 mars 2017 (2016-2017)
Ontwerp van bijzonder decreet houdende wijziging van het Provinciedecreet van 9 december 2005 en van het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011. (Concernant e.a. la réduction de moitié du nombre de conseillers provinciaux et la limitation de leurs compétences, B.U.B.). A comparer avec DOC. 670 du parlement flamand (2015-2016) – N° 1 24 février 2016 (2015-2016) Voorstel van bijzonder decreet van Ingrid Pira, Björn Rzoska en Bart Caron houdende bevordering van regionale samenwerking en gefaseerde ombouw van de provincies tot stads- en streekgewesten. (On prévoit notamment à la p. 8 de ce décret rejeté l’abolition des provinces, B.U.B.)