POURQUOI LES NATIONALISTES FLAMANDS NE BOYCOTTERONT PAS LES ELECTIONS EUROPEENNES
Cette semaine, nous avons appris que les bourgmestres flamingants en périphérie bruxelloise (disons les nationalistes flamands en général), ne boycotteront pas les prochaines élections européennes, contrairement aux élections fédérales précédentes du 10 juin 2007, bien que la circonscription électorale de Bruxelles-Hal-Vilvorde ne soit toujours pas scindée. Nous nous demandions donc quelles pourraient bien être les raisons de ce revirement soudain.
La première raison est sans doute la peur de « l’Europe ». Les nationalistes flamands entretiennent en effet une relation tendue avec les autorités de l’Union européenne et du Conseil de l’Europe en raison du fait que l’autorité « flamande » ait pris ces derniers temps des décisions qui vont à l’encontre de la démocratie, des droits de l’Homme et de l’égalité. Ainsi, l’autorité « flamande » refuse de nommer les trois candidats bourgmestre élus en périphérie bruxelloise puisqu’ils ont osé envoyer des lettres de convocation bilingues à leurs électeurs dans des communes officiellement… bilingues ! Ainsi, ces candidats bourgmestre n’ont pas violé une loi, mais une « circulaire » d’un ministre (Peeters) ayant quitté sa fonction depuis longtemps… De plus, cette même autorité « flamande » a décrété des mesures discriminatoires autour de Bruxelles pour taquiner les Belges francophones et bilingues: lier l’achat d’un terrain à la connaissance linguistique, l’interdiction de panneaux en français, le refus d’enfants francophones dans les plaines de jeu etc. Les responsables ont déjà été réprimandés par la Commission européenne et le Conseil de l’Europe. A juste titre, les bourgmestres flamingants craignent que la patience européenne atteigne ses limites si ils décident de boycotter également les élections européennes. Ils savent aussi que l’adhésion de l’hypothétique république de Flandre à l’Union européenne serait impossible et que le tracement de la frontière autour de Bruxelles leur serait préjudiciable si ils ne se plient pas aux exigences européennes. La peur est donc de mise dans le camp ultra minoritaire des nationalistes flamands.
Une seconde raison est le fait que l’arrêt de la Cour d’arbitrage (actuellement la cour constitutionnelle) du 26 mai 2003 (n° 73/2003) n’avait trait qu’aux élections fédérales de la Chambre des Représentants et non aux européennes. Il n’empêche que la nature de la « discrimination » dénoncée par la Cour est exactement la même : les Brabançons « flamands » seront toujours traités de façon inégale d’après qu’ils habitent à Louvain ou à Hal et Vilvorde. Bien sûr, cette argumentation ne manque pas d’hypocrisie car la Cour sait bien que les Bruxellois n’ont même pas droit à une province et que les Anversois et les Liégeois (on vise ici les habitants de ces villes) n’ont même pas droit à leur propre région ou circonscription électorale. Enfin, nous ne mentionnerons pas les exemples nombreux d’inégalités discriminatoires entre les Belges à cause du fédéralisme et de la particratie. Cela nécessiterait tout un livre, que nous sommes d’ailleurs encore en train de terminer. Notre point est que les flamingants se comportent de façon très hypocrite. En Belgique, ils sont encore en mesure de rugir de temps en temps comme de vieux lions, mais au niveau européen, ils sont réduits à de vieux matous.
Une dernière raison, plus implicite, est le fait que les nationalistes flamands sont sans doute conscients du fait, sans l’avouer cependant, que la Cour d’arbitrage n’ait pas imposé la scission de BHV, mais qu’il faille essayer de trouver une solution à la suite de la création des circonscriptions provinciales au niveau fédéral en 2003. Or, cette solution est aisée : la formation d’une circonscription électorale brabançonne, aux côtés d’une circonscription nationale. Cela peut se faire dans le cadre d’une nouvelle région du Brabant remplaçant la région Bruxelles-Capitale et indépendante des régions flamande et wallonne. Bien entendu, il serait encore mieux de supprimer purement et simplement les régions et de rétablir les 9 provinces et circonscriptions électorales.
WAAROM DE VLAAMS-NATIONALISTEN DE EUROPESE VERKIEZINGEN NIET ZULLEN BOYCOTTEN
Deze week bereikte ons het bericht dat de Vlaams-nationalistische burgemeesters van de Brusselse rand (zeg maar de Vlaams-nationalisten in het algemeen), in tegenstelling tot de vorige federale verkiezingen van 10 juni 2007, de volgende Europese verkiezingen niet zullen boycotten hoewel de tweetalige kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde nog steeds niet gesplitst werd. We vroegen ons dan ook af wat de redenen van deze plotse ommekeer zouden kunnen zijn.
De eerste reden is ongetwijfeld de schrik voor “Europa”. De Vlaams-nationalisten hebben immers problemen met de overheden van de Europese Unie en de Raad van Europa. Dit komt omdat de “Vlaamse” overheid de afgelopen tijd beslissingen heeft genomen, die ingaan tegen de democratie, de mensenrechten en de gelijkheid. Zo weigert de “Vlaamse” overheid drie verkozen kandidaat-burgemeesters in de Rand rond Brussel te benoemen omdat ze het gewaagd hebben tweetalige oproepingsbrieven te versturen naar hun kiezers in officieel tweetalige gemeenten ! Hiermee hebben deze kandidaat-burgemeesters geen wet overtreden, maar een “omzendbrief” van een minister (Peeters) die al lang niet meer in functie is… Bovendien heeft diezelfde Vlaamse overheid taaldiscriminerende maatregelen afgekondigd in de Brusselse Rand om de Franstalige en tweetalige Belgen aldaar het leven zuur te maken: het linken van het kopen van bouwgrond aan taalkennis, het verbieden van Franstalige opschriften, het weigeren van Franstalige peuters in speeltuinen etc. Hiervoor werden de verantwoordelijken reeds door de Europese Commissie en de Raad van Europa op de vingers getikt. De Vlaams-nationale burgemeesters vrezen dan ook (terecht) dat het Europese geduld volledig op gaat geraken als zij nu ook nog eens de Europese verkiezingen gaan boycotten. Ze weten ook dat het E.U.-lidmaatschap van hun hypothetisch Vlaams republiekje onmogelijk zou zijn en dat het bepalen van de nieuwe staatsgrens voor hen nadelig zou zijn als ze niet buigen voor de Europese eisen. Het uiterst minoritaire Vlaams-nationale kamp zit dan ook met de schrik in de broek.
Een tweede reden is het feit dat het arrest van het Arbitragehof (thans Grondwettelijk Hof) van 26 mei 2003 (nr. 73/2003) alleen betrekking had op de federale verkiezingen van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en niet op de Europese. Maar dat neemt niet weg dat de door het Hof aangehaalde “discriminatie” exact dezelfde is: de “Vlaams”-Brabanders zullen nog altijd ongelijk behandeld worden naarmate ze in Leuven of Halle en Vilvoorde wonen. Natuurlijk is die argumentatie ook erg hypocriet vanwege het Arbitragehof want het weet heel goed dat de Brusselaars niet eens recht hebben op een provincie en de Antwerpenaars en Luikenaars (we hebben het hier over de inwoners van deze steden) niet eens op een eigen gewest en eigen kieskring. Enfin, we gaan hier niet de talloze voorbeelden opsommen van de discriminerende ongelijkheden tussen de Belgen die het taalfederalisme en de particratie met zich meebrengen. Daarvoor is een heel boek nodig, dat we overigens aan het afwerken zijn. Ons punt is dat de flaminganten wel heel hypocriet bezig zijn. In België kunnen ze nog af en toe grommen als oude leeuwen, maar op Europees niveau zijn het stokoude katers.
Een laatste, meer impliciete reden is het feit dat de Vlaams-nationalisten zeer goed weten, maar niet willen toegeven, dat het Arbitragehof niet gezegd heeft dat BHV moet gesplitst worden, maar wel dat er naar een oplossing dient gezocht te worden na de invoering van de provinciale kieskringen in 2003. Wel, die oplossing is eenvoudig: maak – naast een nationale kieskring – één Brabantse kieskring in het kader van een Brabants gewest, dat het Brussels gewest vervangt en los staat van het Vlaams en het Waals gewest. Nog beter zou uiteraard zijn de gewesten meteen af te schaffen en de 9 provincies én kieskringen in eer te herstellen.
