HET TAALFEDERALISME WERKT DE CORRUPTIE IN DE HAND
Uit een doorlichting uitgevoerd door de Brusselse gewestregering blijkt dat Yvan Mayeur (PS), de burgemeester van Brussel, de hoofdstad van België, sedert 2014 zitpenningen ontving voor vergaderingen van de daklozenorganisatie Samusocial, eerst in de hoedanigheid van voorzitter, daarna als lid van het bureau. In 2015 en 2016 verkregen Mayeur en OCMW-voorzitster Pascale Peraïta zo zitpenningen ter waarde van 40.000 euro. Na de bekendmaking van het schokkend nieuws heeft Mayeur terecht ontslag genomen. Eens te meer wordt de wallingantische PS als een maffiapartij ontmaskerd.
Helaas betreft dit zoveelste schandaal slechts de top van de particratische ijsberg. Vele andere particraten zouden tevens ontslag moeten nemen – Siegfried Bracke (N-VA), Koen Kennis (N-VA) en Patrick Dewael (VLD) om slechts enkele bekende namen te noemen, daar ze zich schaamteloos verrijken of verrijkt hebben met belastinggeld en/of met dubieuze nevenposten zonder de minste meerwaarde aan te brengen. De recente schandalen rond Publifin, Publipart, de intercommunales (zie onze tekst) en Telenet (het bekleden van functies die zich op de grens van het wettelijke bevinden) tonen aan dat de hele Belgische particratie ernstig ziek is. Wie nog denkt dat alleen de PS schuldig is, heeft de laatste maanden niet goed opgelet.
Dit gezegd zijnde, is het verheugend om te zien hoe de PS, een partij die sedert 1970 aan elke “staatshervorming” heeft meegewerkt (tot 1978 als Franstalige vleugel van de BSP), zich verder in de vernieling rijdt.
Voor de B.U.B. is er overigens niet veel verschil tussen het stelen van giften die bestemd zijn voor armen, zoals in het geval van Samusocial, enzerzijds, en het stelen van belastinggeld anderzijds. In het eerste geval wordt er vrijwillig betaald. In het tweede geval gedwongen (laten we niet vergeten dat België mondiaal al de derde plaats bekleedt van landen waar de burgers het meest belast worden en in Europa zelfs koploper ter zake is). Het is moeilijk te zeggen wat erger is.
Volgens informatie die de B.U.B. heeft bekomen heeft slechts 10 tot 20% van de politici een echt werk. De meeste leven dus uitsluitend van de politiek en staan volledig ter beschikking van en worden volledig gecontroleerd door hun respectievelijke partijen. Gelet op het feit dat hun partij hen ook de verplichting oplegt om zich zo zichtbaar mogelijk op te stellen bij de burgers – zeker tijdens de verkiezingscampagne – stemmen de mensen uitgerekend voor hen terwijl het vaak om nietsnutten gaat. De gevolgen zijn uiteraard nefast voor het bestuur van de staat. Het is een vicieuze cirkel.
Daar het federale België teveel bestuursniveaus en bijgevolg teveel politici telt, is het overigens logisch dat het risico op corruptie verhoogt.
De cumuls moeten beperkt worden tot maximaal vijf politieke mandaten, waarvan hoogstens twee betaalde. De loutere afschaffing van de cumuls is geen oplossing aangezien dit voor nog meer politieke mandatarissen zou zorgen. De enige echte oplossing ligt in het schrappen van minstens de helft van de politieke mandaten door de afschaffing van het taalfederalisme en de ‚ontvetting‘ van de gemeenten.
Men dient ook voor ogen te houden dat sommige mandaten, zoals gemeente- of provincieraadslid, zeer slecht betaald zijn. Die politici krijgen alleen zittingspenningen. Het is dan ook redelijk dat aan die mensen toegelaten wordt dat ze ook een ander betaald politiek mandaat uitoefenen. Anders komen er, zoals gezegd, nog meer politici en werkt men ook de corruptie in de hand. Maar, we herhalen het, bovenal moet het aantal mandaten met minstens 50% omlaag (en dat zegt alleen de B.U.B.). Nu zijn er in België zo’n 10.000 politici terwijl ons land er maar zo’n 4 tot 5.000 nodig heeft in de 589 gemeenten, de 9 provincies, de nationale regering en het nationaal parlement. Kleine gemeenten kunnen een gemeenteraad van slechts 5 leden hebben. Er mogen geen politici meer zijn in intercommunales of andere, dikwijls nutteloze agentschappen, zoals er zovele bestaan. Een voogdij-overheid (staat, provincie of gemeente) volstaat.
Volgens Brussels minister Bianca Debaets (CD&V), die reageerde op het Samusocial-schandaal, gedraagt Brussel-Stad zich als “een staat in de staat”. De B.U.B. antwoordt hierop dat het Brussels gewest natuurlijk geen staat is, maar een overbodig gewest. En Brussel-stad zou de 19 gemeenten moeten omvatten met één degelijke, tweetalige burgemeester die door de Brabantse gouverneur en de nationale regering gecontroleerd wordt. Het is alleszins opmerkelijk dat politici nooit zeggen dat het “Vlaams” en het “Waals” gewest zich als staten-in-een-staat gedragen. Nochtans doen deze anti-Belgische constructies dit 100 maal meer dan de gemeenten in het Brussels gewest…
De pers spreekt in de Samusocial-zaak plots over ‘achterkamerpolitiek’. Maar al de zes staatshervormingen werden zo doorgevoerd : ze werden achter gesloten deuren onderhandeld door partijvoorzitters. Toen zag de pers er nochtans geen graten in…
Het probleem van het profitariaat en de corruptie in de Belgische politiek is algemeen. Zowat elke particraat is er ook van op de hoogte. De enige manier om terug tot een gezond staatsbestuur te komen is door de afschaffing van de particratie en het taalfederalisme. Zoniet blijft het rommelen in de marge en wordt aan de bevolking de valse indruk gegeven dat men iets aan de problematiek wil doen.
LE FEDERALISME LINGUISTIQUE FAVORISE LA CORRUPTION
Il ressort d’un audit, effectué par le gouvernement de la région bruxelloise, qu’Yvan Mayeur (PS), le bourgmestre de Bruxelles, la capitale de la Belgique, a reçu depuis 2014 des jetons de présence pour des réunions de l’organisation des sans-abri Samusocial, d’abord en sa qualité de président, puis en tant que membre du bureau. En 2015 et en 2016, tant Mayeur que Pascale Paraïta, la présidente du CPAS, ont ainsi reçu des jetons de présence d’une valeur de 40.000 euros. Après l’annonce de cette nouvelle choquante, Mayeur a démissionné à juste titre. Une fois de plus, le PS wallingant est démasqué comme un parti mafieux.
Il est un fait réjouissant que le PS, un parti qui a collaboré à toutes les “réformes” de l’Etat depuis 1970 (jusqu’en 1978 comme aile francophone du PSB), s’autodétruit davantage.
Malheureusement, le cas Mayeur n’est que le sommet de l’iceberg particratique. Beaucoup d’autres particrates, tels que Siegfried Bracke (N-VA), Koen Kennis (N-VA) et Patrick Dewael (VLD) pour ne citer que quelques noms connus, devraient démissionner également parce qu’ils profitent ou ont profité sans vergogne de deniers publics et/ou occupent des emplois publics douteux sans apporter la moindre plus-value. Les scandales récents de Publifin, Publipart, des intercommunales (voir notre texte) et l’occupation de fonctions à la limite de la légalité démontrent que toute la particratie belge est gravement malade. Celui qui pense encore qu’il n’y a que le PS qui est coupable n’a pas été attentif ces derniers mois.
Selon le B.U.B., il n’y a pas beaucoup de différence entre voler de l’argent destiné aux pauvres, comme dans le cas de Samusocial, d’une part et voler l’argent du contribuable d’autre part. Dans le premier cas, on paie volontairement, dans le deuxième cas, on est obligé de payer (n’oublions pas que la Belgique est déjà le troisième pays le plus taxé au monde et le pays le plus taxé en Europe). Difficile à dire ce qui est pire.
Selon des informations obtenues par le B.U.B., à peine 10 à 20% des politiciens exercent un réel métier. La plupart d’entre eux vivent donc exclusivement de la politique et sont entièrement au service et sous le contrôle de leurs partis respectifs. Vu qu’ils ont aussi l’obligation imposée par leur parti de se rendre visibles auprès des citoyens, surtout en période électorale, c’est pour eux que les gens votent, tandis qu’il s’agit souvent de ‘bons-à-rien’. Évidemment cela entraîne des conséquences néfastes au niveau de l’administration de l’Etat. C’est un cercle vicieux.
Par ailleurs, vu que la Belgique compte trop de niveaux de pouvoir et, par conséquent, trop de politiciens, il est logique que le risque de corruption augmente.
Les cumuls doivent être limités à maximum cinq mandats publics dont seulement deux sont payés. La suppression pure et simple des cumuls n’est pas la solution parce que cela augmenterait encore le nombre de mandataires politiques. La seule vraie solution est l’élimination d’au moins la moitié des mandats politiques par la suppression du fédéralisme linguistique et le dégraissage des communes.
Il convient aussi de garder à l’esprit que certains mandats, comme conseiller communal ou provincial, sont très mal payés. Ces politiciens ne reçoivent que des jetons de présence. Il est dès lors raisonnable de permettre à ces gens d’exercer encore un autre mandat politique rémunéré. Sinon, il y aura, comme déjà dit, encore plus de politiciens et on favorise la corruption. Toutefois, nous le répétons, il est primordial de réduire le nombre de mandats d’au moins 50% (et il n’y a que le B.U.B. qui le dit). Maintenant, il existe en Belgique environ 10.000 politiciens tandis que notre pays n’en a besoin que de 4 à 5.000 dans les 589 communes, les 9 provinces, le gouvernement national et le parlement national. Les petites communes peuvent avoir un conseil communal de seulement 5 membres. Il ne doit plus y avoir de politiciens dans les intercommunales ou dans d’autres agences, souvent inutiles, comme il y en a tant. Une autorité de tutelle (Etat, province ou commune) suffit.
Bianca Debaets (CD&V), ministre au ‘gouvernement’ bruxellois, a déclaré en réaction au scandale de Samusocial que Bruxelles-Ville se comporte comme “un Etat dans l’Etat”. Le B.U.B. y répond que la région bruxelloise n’est évidemment pas un Etat, mais une région superflue. Et Bruxelles-Ville devrait comprendre les 19 communes dotée d’un seul bourgmestre compétent et bilingue contrôlé par le gouverneur brabançon et le gouvernement national. En revanche, les politiciens ne disent jamais que les régions « flamande » et « wallonne » se comportent comme des Etats dans l’Etat bien que ces constructions antibelges le fassent 100 plus que les communes de la région bruxelloise…
Quant à la presse, elle parle dans l’affaire de Samusocial soudainement de “politique en coulisses”. Mais toutes les six réformes de l’Etat furent concoctées d’une telle manière: elles ont été négociées à huis clos par les présidents de parti. A l’époque, la presse n’y voyait pourtant aucun mal…
Le problème du profitariat et de la corruption est omniprésent dans la politique belge. Presque chaque particrate en est au courant. La seule manière de revenir à une gestion saine de l’Etat est la suppression de la particratie et du fédéralisme linguistique. Sinon, on continuera à prendre des mesurettes au cas par cas en donnant à la population belge la fausse impression qu’on prend le problème à bras-le-corps.