EU: TERUGKEER NAAR DE BASIS
Op 25 maart 1957, 60 jaar geleden, werd het Verdrag van Rome getekend werd tussen België, Nederland, Luxemburg, West-Duitsland, Frankrijk en Italië. Dit werd op 25 maart 1957 met veel luister in Rome herdacht. Daarmee werd de EEG, de voorloper van de huidige EU in het leven geroepen. Momenteel staat de EU onder zware druk: er is de monetaire crisis, de Brexit, de migratiecrisis, de opkomst van anti-Europese partijen, de separatistische bewegingen in een aantal lidstaten en de vervreemding van de burgers die zich niet (meer) herkennen in de Europese instellingen. De B.U.B. denkt na over een radicale middenweg.
Volgens de B.U.B. moet de EU grondig worden hervormd.
Het is niet de roeping van de EU om een soort superstaat te worden. Vandaar dat we een militaire, sociale en fiscale unie afwijzen. Eventueel kan men echter de werking van het reeds bestaande eurocorps optimaliseren. De B.U.B. is voorstander van solidariteit tussen de lidstaten en een interne harmonisering van de eenheidsmarkt, maar past voor een Europese sociale zekerheid. Het is ook ondemocratisch dat de EU eerst nationale begrotingen nakijkt alvorens de nationale parlementen dit doen. De EU is immers geen staat. Overigens mag de Belgische overheid niet hetzelfde doen met de begrotingen van de gewesten en de gemeenschappen. Nochtans is hier geen enkele traditionele partij verontwaardigd over.
Ook dienen de bevoegdheden van de EU te worden herbekeken. De Unie moet zich niet met alles bezig houden. Het is aan de Europese burgers om te beslissen welke bevoegdheden best op Europees vlak behandeld worden, bij voorkeur via een referendum. De B.U.B. is wel voorstander van het behoud van een monetaire unie. Inzake immigratie dient de intra-Europese solidariteit verhoogd te worden door de oorlogsvluchtelingen eindelijk proportioneel te verdelen en geautomatiseerde controles (m.b.v. camera’s) aan de buiten- en binnengrenzen van de EU in te voeren. Tevens is het absurd dat daar waar de EU het meest nuttig kan zijn, namelijk op vlak van een eengemaakte wegcode, die Unie afwezig is (om nog maar te zwijgen van de nog absurdere gedeeltelijke splitsing van de wegcode in België).
De B.U.B. verzet zich ook tegen een EU van verschillende snelheden. Er moet gezocht worden naar de kleinste gemene deler en beslissingen moeten altijd met unanimiteit genomen worden. Anders creëert men ontevredenheid en ondermijnt men op termijn de EU zelf. De Brexit illustreert dat.
De B.U.B. zou ook voorstellen het Europees parlement, dat een dure en logge instelling vormt, hetzij af te schaffen, hetzij drastisch te herleiden in aantal leden en macht. Het huidige aantal van 751 parlementsleden ligt veel te hoog. Het is bovendien een dure instelling, waar lobbywerk en fraude hoogtij eerder regel dan uitzondering zijn.
De beslissingsmechanismen zijn dermate complex geworden dat het niet verwonderlijk is dat de burger er geen jota van begrijpt. Eventueel kunnen de taken van het Europees parlement door de Raad van ministers van de EU (de tweede tak van de Europese wetgevende macht) overgenomen worden.
De Europese Commissie moet ook gereduceerd worden tot een louter uitvoerend orgaan met een tiental leden. Zo komt de meeste macht bij de Raad en dus bij de staten te liggen. Het grote voordeel daarvan is dat de leiders van de lidstaten zo niet meer de schuld van hun eigen falen aan de Commissie kunnen geven.
Het Comité van de Regio’s, dat in 1994 opgericht werd, dient onmiddellijk te worden afgeschaft. Zijn taak staat immers haaks op de Europese eenmakingsgedachte omdat dat comité tot nefast gevolg heeft dat de rol van de regio’s versterkt wordt en die van de staten verzwakt.
De B.U.B. heeft ook ernstige vragen bij het buitenlands beleid van de EU. In tegenstelling tot wat men vaak hoort, staat de NAVO garant voor de vrede in Europa en niet de EU. Anderzijds lijkt deze ook slaafs het standpunt van de NAVO over te nemen. Met name de anti-Russische politiek (die overigens tegen de belangen van de EU zelf ingaat) illustreert dit.
Uiteindelijk komt dit voorstel waar de B.U.B. over nadenkt, overeen met de eerste optie die commissievoorzitter Juncker naar voor schuift voor de toekomst van de EU. Minder Europa voor het behoud ervan.
Een afgeslankte Unie is in wezen een economische Unie, gebaseerd op het Verdrag van Rome i.p.v. op latere omslachtige verdragen. Wellicht kan het Verenigd Koninkrijk op die manier opnieuw in de EU geïntegreerd worden. Een Unie zonder de Britten lijkt immers een verarming en zelfs contraproductief.
UE: RETOUR A LA BASE
Le 25 mars 1957, il y a 60 ans, le Traité de Rome fut signé par la Belgique, les Pays-Bas, le Luxembourg, l’Allemagne de l’Ouest, la France et l’Italie. Ceci a été commémoré avec beaucoup de pompe à Rome le 25 mars 2017. Ainsi fut créée la CEE, le précurseur de l’actuelle UE. Actuellement, l’UE est sujette à une énorme pression: il y a la crise monétaire, le Brexit, la crise des immigrants, la montée en puissance des partis politiques anti-européens, les mouvements séparatistes dans quelques pays membres et l’aliénation des citoyens qui ne se reconnaissent (plus) dans les institutions européennes. Le B.U.B. réfléchit à un compromis radical.
Selon le B.U.B. il faut réformer profondément l’UE.
Celle-ci ne doit pas devenir une espèce de super-Etat. C’est pourquoi l’on rejette une Union militaire, sociale et fiscale. Eventuellement, l’on peut cependant optimaliser le fonctionnement de l’eurocorps préexistant. Le B.U.B. est partisan de la solidarité entre les Etats-Membres et de l’harmonisation interne du marché unique, mais s’oppose à une sécurité sociale européenne. Il est également anti-démocratique que l’UE contrôle d’abord les budgets nationaux avant que les parlements nationaux ne le fassent. L’UE n’est en effet pas un Etat. De plus, le gouvernement belge ne peut faire de même avec les budgets des régions et des communautés. Cependant, aucun parti politique traditionnel ne s’en offusque.
Il faut également revoir les compétences de l’UE. Celle-ci ne doit pas s’occuper de tout. Ce sont les citoyens européens qui doivent décider quelles compétences doivent être attribuées au niveau européen, de préférence par référendum. Le B.U.B. est cependant partisan du maintien de l’union monétaire. En ce qui concerne l’immigration, la solidarité intra-européenne doit être augmentée en répartissant enfin de façon proportionnelle les réfugiés de guerre et en instaurant des contrôles automatisés (par caméras) aux frontières intérieures et extérieures de l’Union européenne. En même temps, il est absurde de devoir constater que là où l’UE peut être la plus utile, notamment au niveau d’un Code de la route unifié, elle est absente (pour ne pas mentionner le cas encore plus absurde de la scission partielle du Code de la route en Belgique).
Le B.U.B. s’oppose également à une UE à plusieurs vitesses. Il faut chercher le plus petit dénominateur commun tout en prenant les décisions toujours par unanimité. Sinon, l’on crée du mécontentement qui sape l’UE même. Le Brexit l’illustre bien.
En outre, le B.U.B. proposerait d’abolir le parlement européen ou du moins d’en réduire drastiquement le nombre de membres et le pouvoir. Le nombre actuel de 751 parlementaires est en effet trop élevé. Il s’agit en outre d’une institution dispendieuse où le lobbying et la fraude sont plus la règle que l’exception.
Les mécanismes de décision sont devenus tellement complexes qu’il n’est pas étonnant que le citoyen n’y comprenne plus rien. Eventuellement, les tâches du parlement européen pourront-elles être reprises par le Conseil des ministres de l’UE (la deuxième branche du pouvoir législatif européen).
La Commission européenne doit aussi être réduite à un organe purement exécutif composé d’une dizaine de membres. Ainsi, la majorité des pouvoirs se trouveraient auprès du Conseil et donc des Etats. Le grand avantage en est que les dirigeants des Etats-Membres ne pourront ainsi plus rejeter la faute de leur propre échec sur la Commission.
Le Comité des Régions, créé en 1994, doit immédiatement être supprimé. Son rôle est en effet diamétralement opposé à l’idée d’unification européenne parce que ce comité a comme effet néfaste de renforcer le poids des régions et de diminuer celui des Etats.
Le B.U.B. se pose également des questions sur la politique extérieure de l’UE. Contrairement à ce que l’on entend souvent, c’est l’OTAN qui est le gardien de la paix en Europe et non l’UE. D’autre part celle-ci semble suivre servilement la ligne de l’OTAN. La politique russophobe (qui est d’ailleurs opposée aux intérêts de l’UE même) en est une illustration.
Finalement, cette proposition à laquelle le B.U.B. réfléchit, s’apparente à la première option avancée par le président de la commission Juncker pour l’avenir de l’UE. Moins d’Europe pour garantir son maintien.
L’Union réduite est en essence une Union économique basée sur le Traité de Rome et non sur les traités postérieurs, qui sont trop complexes. Ainsi sera-t-il peut-être possible de réintégrer le Royaume Uni dans l’UE. Une Union sans les Britanniques semble en effet un appauvrissement et peut s’avérer même contreproductive.
