UN EDITORIAL REMARQUABLE
Le 21 février 2017, le quotidien De Morgen publiait un excellent éditorial de la plume de son rédacteur en chef Bart Eeckhout (lien). Suite au conflit interminable entre la région bruxelloise et la région ‘flamande’ sur les normes de bruit et les trajets de vol (voir notre texte), le rédacteur qualifia, à juste titre, le fédéralisme et le confédéralisme comme une ‘bêtise institutionnelle‘.
Une telle forme de critique visant le fédéralisme linguistique aurait été impensable jusqu’à il y a peu. Comme cause, il cite les structures fédérales bancales ainsi que la répartition kafkaïenne des compétences. Personne ne peut prendre une décision finale et les multiples autorités de notre pays se querellent ouvertement et sans cesse.
Par conséquent, le rédacteur s’exclame : “voilà donc le résultat d’une l’autonomie poussée jusqu’à l’absurde des entités fédérées dans certains domaines (…) Et voilà le résultat de la création d’une architecture étatique rendue tellement énigmatique qu’une hiérarchie des normes et des lois est absente”. Et Eeckhout poursuit: “C’est la raison pour laquelle nous sommes tous pris dans un filet de petits intérêts particuliers (…) la seule issue est de centraliser à nouveau au niveau fédéral des compétences comme celles-ci. Ainsi, un gouvernement pourra mettre en balance tous les intérêts et prendre une décision qui est couverte par une majorité au sein du parlement fédéral” (en opposition avec le processus de décision non démocratique qui se déroule à huis clos dans des conférences interministérielles, note du B.U.B.).
Même si le B.U.B. ne souhaite pas mettre en oeuvre de demi-mesures fédéralistes, mais remplacer les réglons et les communautés par les provinces au sein d’une Belgique unitaire et renouvelée, nous apprécions le plaidoyer du rédacteur en chef de De Morgen pour renforcer l’Etat belge.
D’un côté, les flamingants réprouvent l’attitude de la région bruxelloise, qui veut unilatéralement renforcer ses normes de bruit, mais de l’autre côté, plaident pour le maintien, voire l’élargissement maximal de la souveraineté des régions. Le moindre que l’on puisse dire, c’est que cette prise de position ne témoigne pas de beaucoup de logique. De plus, la N-VA souhaite régionaliser les trajets de vol, comme si cela pouvait résoudre quelque chose, quod non et bien au contraire!
Contrairement à ce que prétend Eeckhout, une réfédéralisation ne nécessite pas la révision de la Consitution. Il suffit de revoir la Loi Spéciale sur la Réforme des Institutions de 1980 avec une majorité qualifiée dans les deux Chambres. Cela peut se dérouler faire encore durant cette législature.
Qu’est-ce qu’on attend donc pour réfédéraliser les normes de bruit, ou – mieux encore – le droit de l’environnement? Il n’y a que la bêtise du nationalisme linguistique qui peut l’empêcher.
EEN OPMERKELIJK EDITORIAAL
Op 21 februari 2017 verscheen in het dagblad De Morgen een uitstekend editoriaal van de hand van hoofdredacteur Bart Eeckhout (link). N.a.v. het aanslepend conflict tussen het Brussels en het ”Vlaams” gewest over de geluidsnormen en vliegroutes rond Zaventem (zie onze tekst), beschrijft de redacteur het federalisme en het confederalisme heel terecht als een ”institutionele zotternij”.
Dit soort kritiek op het taalfederalisme was tot voor kort ondenkbaar. Als oorzaak wijst hij op krakkemikkige federalistische structuren en een kafkaiaanse bevoegdheidsversnippering. Niemand kan een eindbeslissing vellen en al jaren rollen de vele overheden die ons land ”rijk” is, vechtend over de vloer.
De redacteur maakt zich dan ook kwaad: “dat komt er dus van als je de autonomie van de deelgebieden op sommige punten (…) zo absurd ver doordrijft. En dat komt ervan als je de staatsarchitectuur zo raadselachtig maakt dat er geen hiërarchie is van normen en wetten”. En Eeckhout vervolgt: “daarom zitten we nu met zijn allen verstrikt in een web van kleine, particuliere belangen” (…) “De enige uitweg is om bevoegdheden zoals deze weer op te tillen naar het federale niveau. Zodat een regering alle belangen kan afwegen en een beslissing kan nemen die gedekt is door een meerderheid in het federale parlement” (i.t.t. het ondemocratisch besluitvormingsproces achter gesloten deuren in de schoot van interministeriële conferenties, noot B.U.B.).
Hoewel de B.U.B. geen gemorrel in de federalistische marge wil, maar een vervanging van de gewesten en de gemeenschappen door de provincies in het kader van een vernieuwd unitair België, waarderen we het pleidooi van de hoofdredacteur van De Morgen voor een versterking van de Belgische staat.
De flaminganten daarentegen laken enerzijds de houding van het Brussels gewest, dat zijn geluidsnormen eenzijdig wil verstrengen en pleiten anderzijds voor het behoud van de gewestelijke soevereiniteit en zelfs voor een maximale uitbreiding ervan. Deze stellingname is, op zijn zachtst gezegd, niet bepaald consequent. Voorts pleit de N-VA zelfs voor een regionalisering van de vliegroutes, alsof dat iets gaat oplossen, quod non en integendeel!
In tegenstelling tot wat Eeckhout beweert, is er voor herfederaliseringen geen grondwetsherziening nodig. Het volstaat met een gekwalificeerde meerderheid in beide Kamers de bijzondere wet op de hervorming van de instellingen van 1980 te wijzigen. Dat kan nog tijdens deze legislatuur.
Waarop wacht men dan om minstens de bevoegdheid van de geluidsnormen, maar liefst het hele milieurecht, nu nog te herfederaliseren? Alleen taalnationalistische zotternij kan dit verhinderen.
