FEDERALISME VERERGERT OPNIEUW MILIEURAMP
Na de intergewestelijke milieuramp bij de afbraakwerken van de vroegere Brusselse fabriek Buda Marly in 2003 en de stroomopwaartse vervuiling van de Maas voltrok zich weer eens nationale milieuramp, die deels te wijten is aan de splitsing van het milieubeleid in België. Het ironische van de zaak is dat net een Ecolo-minister van het Brussels gewest mee aan de oorsprong van de catastrofe ligt…
Sinds 2007 heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest eindelijk een gloednieuwe waterzuiveringsinstallatie voor Brussel-Noord om het rioolwater van de almaar groeiende Brusselse bevolking te zuiveren. De installatie wordt voor rekening van het Brussels gewest door het Franse bedrijf Aquiris uitgebaat. Wat bleek echter op zaterdag 12 december 2009 ? De installatie – al naargelang van de bron – zou sinds enkele dagen (sinds dinsdag 8 december) tot zelfs 2,5 week niet meer functioneren met als gevolg dat het Brussels rioolwater opnieuw alle pas hersteld leven in de Zenne gedood heeft én ook verder stroomafwaarts in Brabant en Antwerpen, in Rupel en Schelde voor dood en verderf zorgt.
Volgens “Vlaams” milieuminister Joke Schauvliege begonnen de problemen reeds op 25 november: “de lozing was al sinds 25 november aan de gang.” Toch werd de Vlaamse gemeenschap daar pas van op de hoogte gesteld op 9 december en de bevolking werd via de media pas geïnformeerd op 12 december, 2,5 week na het begin van de problemen. Het voltallige centraal comité van de communistische partij van de Sovjet-Unie draait zich om van jaloezie in haar graf. Zelfs de Sovjet-dictatuur kon destijds milieurampen maar enkele dagen stil houden.
Werken er dan op de medianieuwsdiensten alleen nog lezers van Belgaberichten ? Of werden de journalisten op één of andere manier het zwijgen opgelegd ?
Maar vooral: had de Brusselse milieuminister niet veel eerder de alarmklok moeten luiden ? Waarom heeft zij gewacht tot Bond Beter Leefmilieu (BBL) het probleem naar buiten kon brengen en Aquiris op dinsdag een bijzonder vage mededeling naar de Brusselse overheid zond, mededeling die op vrijdag 11 december bij BBL belandde.
In deze mededeling stelde Aquiris volgens De Standaard alleen dat het station werd stilgelegd ‘om de installatie te beschermen en het personeel niet bloot te stellen aan onaanvaardbare risico’s’. Verder was bij Aquiris niemand bereikbaar voor commentaar.
Pas op maandag 14 december zou er ter plaatse een eerste controle worden uitgevoerd ! Dient het personeel van Acquiris in die omstandigheden niet stante pede opgevorderd te worden ? Wat bepaalt het contract tussen het gewest en Aquiris in geval van problemen?
Dit brengt ons weer eens tot de dubbele gedachte dat de particratie niet in staat is dit land te leiden en milieu een bevoegdheid is die best zo snel mogelijk geherfederaliseerd wordt vóór de splitsing ervan nog meer milieuschade aanricht. Dat is trouwens de logica zelf aangezien de natuur en dus ook de milieuvervuiling geen grenzen kennen.
LE FEDERALISME AGGRAVE DE NOUVEAU UNE CATASTROPHE ECOLOGIQUE
Après la catastrophe écologique interrégionale en 2003 lors des travaux de démolition de l’ancienne usine bruxelloise désaffectée Buda Marly, il s’est produit une nouvelle catastrophe environnementale sur le plan national, qui est partiellement due à la scission de la politique de l’environnement en Belgique. L’ironie de l’affaire, c’est qu’une ministre Ecolo se trouve à la base de cette catastrophe…
Depuis 2007, la région Bruxelles-Capitale a enfin mis en service une station d’épuration des eaux flambant neuve pour Bruxelles-Nord afin d’assainir les eaux usées de la population bruxelloise croissante. L’installation est exploitée pour compte de la région bruxelloise par la firme française Aquiris. Mais qu’a-t-on entendu le 12 décembre 2009 ? Selon la source de l’information sur laquelle on se base, l’installation ne fonctionnerait plus depuis quelques jours (depuis le 8 décembre), voire depuis 2 semaines et demie avec comme conséquence que les eaux usées bruxelloises ont détruit toute la faune récemment rétablie dans la Senne et auraient également causé un massacre écologique plus en aval dans le Brabant et en province d’Anvers dans le Rupel et l’Escaut.
Selon la ministre « flamande » de l’environnement, Joke Schauvliege, les problèmes auraient déjà débuté le 25 novembre : « le déversement est déjà en cours depuis le 25 novembre. » La communauté n’a pourtant été mise au courant que le 9 décembre et la population n’a été avertie que le 12 décembre via les médias, 2,5 semaines après le début des problèmes. L’entier Comité central du parti communiste de l’Union soviétique devrait y prendre un exemple. Même la dictature soviétique ne pouvait pas taire de telles catastrophes écologiques pour plus de quelques jours.
Est-ce que les rédactions des médias ne se basent plus que sur les messages de Belga ? Ou est-ce que les journalistes ont été réduits au silence d’une façon ou d’une autre ?
Mais surtout : est-ce que la ministre de l’environnement bruxelloise n’aurait pas dû alerter la presse et les citoyens bien plus tôt ? Pourquoi a-t-elle attendu le moment où la « Bond Beter Leefmilieu » a pu rendre la nouvelle publique et où Aquiris a sorti un communiqué de presse sibyllin qui a atterri chez BBL le vendredi 11 décembre ?
Dans ce communiqué de presse, Aquiris n’a fait qu’affirmer que la station avait été mise à l’arrêt « afin de la protéger ainsi que le personnel contre des risques inacceptables ». Pour le reste, personne chez Aquiris ne pouvait fournir plus de renseignements.
Seulement lundi le 14 décembre, un premier contrôle serait effectué sur place ! Est-ce que le personnel d’Aquiris ne doit pas être réquisitionné sur le pied ? Que prévoit le contrat entre la région et Aquiris en cas de problème ?
Ceci nous amène une nouvelle fois au double constat que la particratie n’est pas en mesure de diriger notre pays et que l’environnement est une compétence qui devrait être refédéralisée au plus vite avant que sa scission ne cause encore plus de dommage environnemental. C’est d’ailleurs du bon sens puisque la nature et donc aussi la pollution ne connaissent pas de frontières.
