HERFEDERALISERING MILIEUBELEID ONVERMIJDELIJK
In december 2009 werden de Belgen door de media ingelicht over twee milieurampen die zich in Belgische rivieren zouden hebben voorgedaan : één in de Zenne en de andere in de Dender. De aanklacht kwam telkens uit dezelfde hoek en was van dezelfde aard: het Vlaams gewest beschuldigde respectievelijk het Brussels en het Waals gewest ervan de vervuiling niet tijdig te hebben gemeld. Toeval? Opgezet spel ? Misverstand? Eén zaak is zeker: de splitsing van het Belgisch milieubeleid was een grote vergissing en dient dringend ongedaan gemaakt te worden.
Voor herfederalisering van het milieubeleid bestaan minstens vijf goede argumenten:
1) De splitsing is absurd: milieu stopt niet aan de taalgrens. Rivieren en wegen lopen er gewoon over heen. Lucht en lawaai kennen evenmin grenzen, vooral niet in een landje van 30.000 km² waar de meeste rivieren van zuid naar noord stromen. Tussen de verschillende gewestelijke milieuadministraties wordt er bovendien geen of te weinig expertise uitgewisseld. In een land van 10 miljoen inwoners, evenveel als Londen, is dat problematisch: er zijn gewoon niet voldoende mensen met evenveel competentie om zo’n luxueus en complex systeem staande te houden.
2) De splitsing is inefficiënt. Er bestaan nu immers drie overheden, één per gewest, die het milieu beheren en in de gaten houden. Dit zorgt noodzakelijkerwijze voor communicatieproblemen en spanningen zoals in casu, met als gevolg nodeloze ruzies, intergewestelijke gerechtelijke procedures, halfslachtige oplossingen enz.
3) De splitsing is duur. Alle noodzakelijke instanties werden verdrievoudigd. Zo ontbreekt soms geld voor een degelijke en coherente aanpak van de milieuvervuiling. In tijden van economische crisis, zoals nu, is deze verspilling nog minder gegrond.
4) De splitsing moedigt nalatigheid aan. Wat voor zin heeft het immers dat politici zich inspannen voor een proper milieu als alleen de kiezers van een ander gewest last van de vervuiling ondervinden? Vooral op vlak van lucht- en watervervuiling is dat een risico.
5) Milieu is reeds grotendeels een Europese bevoegdheid. De gewesten doen meestal niets anders dan het omzetten van Europese milieurichtlijnen in de regionale wetgeving. Er is dan ook geen reden om milieu op intern Belgisch vlak gesplitst te houden.
Wij kunnen geen enkele zinnige reden bedenken om de milieupolitiek in België niet onmiddellijk te herfederaliseren. Zou het kunnen dat de Belgen alleen om nationalistische redenen met deze onzinnige splitsing opgescheept zitten? De vraag stellen, is ze beantwoorden.
LA REFEDERALISATION DE LA POLITIQUE DE L’ENVIRONNEMENT EST DEVENUE INEVITABLE
En décembre 2009, les Belges ont été informés par les médias de deux catastrophes écologiques qui se seraient produits dans des rivières belges : la première dans la Senne et la seconde dans la Dendre. L’accusation venait chaque fois du même côté et était de même nature : la région flamande accusait respectivement la région bruxelloise et la région wallonne de ne pas avoir signalé la pollution à temps. Était-ce un hasard ? Un coup monté ? Un malentendu ? Une chose est sûre : la scission de la politique de l’environnement belge constitue une grande erreur et doit être annulée d’urgence.
Pour la refédéralisation de la politique de l’environnement, il existe au moins cinq bons arguments :
1) La scission est absurde : l’environnement ne s’arrête pas à la frontière linguistique. Les rivières et les routes la franchissent sans difficulté, surtout dans un petit pays de 30.000 km² où la plupart des fleuves et rivières traversent les frontières régionales du sud vers le nord. En outre, on n’échange pas ou trop peu d’expertise entre les administrations environnementales des régions. Dans un pays de 10 millions d’habitants, autant qu’à Londres, ceci est problématique : il n’y a tout simplement pas suffisamment de gens à compétence égale pour faire fonctionner un tel système luxueux et compliqué.
2) La scission est inefficace. Il existe en effet déjà trois autorités, une par région, qui gèrent et surveillent l’environnement. Ceci provoque nécessairement des problèmes de communications et des tensions comme en l’espèce, avec comme conséquence des disputes inutiles, des procédures judiciaires intra-régionales, des solutions insuffisantes etc.
3) La scission est chère. Toutes les instances nécessaires ont été multipliées par trois. Ainsi, il manque parfois de l’argent pour une approche globale et cohérente de la pollution environnementale. En période de crise économique, comme maintenant, ce gaspillage de deniers publics est encore moins justifié.
4) La scission encourage la négligence. A quoi sert-il que les politiciens s’efforcent en faveur d’un environnement plus sain si uniquement les électeurs d’une autre région subissent les conséquences néfastes de la pollution ? Surtout sur le plan de la pollution de l’air et de l’eau, ce risque existe.
5) L’environnement est déjà en grande partie une compétence européenne. La plupart du temps, les régions ne font que transposer des directives européennes dans la législation régionale. Par conséquent, il n’existe aucune raison de garder l’environnement scindé sur le plan national belge.
Par ailleurs, nous ne trouvons aucun argument valable pour ne pas refédéraliser immédiatement la politique de l’environnement en Belgique. Ne serait-ce en raison de motifs purement nationalistes que les Belges se trouvent confrontés à cette scission ridicule ? Poser la question, c’est y répondre.
TAALFEDERALISME DOODT – LE FEDERALISME LINGUISTIQUE TUE //19 Dec 2009
