DE PLANTENTUIN VAN MEISE : HET SYMBOOL VAN DE RAMP VAN HET TAALFEDERALISME
De Belgische Unie roept de prachtige nationale plantentuin van België in Meise uit als het symbool van de ramp van het taalfederalisme. Door juridisch-politiek-communautair getouwtrek staat dit prachtig sieraad van het unitaire België immers te verkommeren tot een veld met een hoop schroot.
De Nationale Plantentuin van België is een van de grootste plantentuinen in de wereld. De plantentuin werd opgericht tijdens de Franse Revolutie. Deze tuin was gelegen op de ‘Hofberg’ in Brussel en werd door de eerste directeur vanaf 1797 ‘Le Jardin Botanique de Bruxelles’ genoemd (Bron: Wikipedia). In 1939 verhuisde de Nationale Plantentuin naar het Domein van Bouchout in Meise, waar reeds sinds de Middeleeuwen een mooi kasteel stond en een prachtige serre (“Balatkas”) sinds 1853. Het schitterende Plantenpaleis dateert van het expojaar 1958.
In 2000 besliste de Regering Verhofstadt de plantentuin aan de Vlaamse gemeenschap over te dragen mits een aantal voorwaarden. Na het Lambermontakkoord bereikten de “Vlaamse” en de “Waalse” overheid hierover een akkoord in 2001. De wetenschappelijke verzameling, het herbarium en de bibliotheek zouden evenwel eigendom van de federale overheid blijven, maar in bruikleen worden gegeven aan de Vlaamse overheid. De Franse gemeenschap mocht, voor haar rekening, enkele wetenschappers in Meise tewerkstellen… De racistische slogan “Walen buiten” werd zo bijna perfect toegepast.
Door allerlei interpretatieverschillen over het akkoord, raakte de situatie echter geblokkeerd. De paritair samengestelde wetenschappelijke raad van de plantentuin zou een beslissing moeten nemen over de verdeling van het wetenschappelijke patrimonium.
Als gevolg van het institutionele imbroglio investeert de federale overheid niet meer in de Plantentuin en lijden de infrastructuur en de werking van de Plantentuin steeds meer onder de communautaire patstelling.
Volgens de laatste berichten in de pers zou een college van internationale experts (!) nu een methode moeten vastleggen om de eigenaar te bepalen van de delen van het wetenschappelijk patrimonium van de Nationale Plantentuin van Meise, aangezien het opstellen van een volledige inventaris van het patrimonium te lang zou duren.
Het is de bedoeling dat een ontwerp van samenwerkingsakkoord wordt voorgelegd aan het Overlegcomité van de verschillende regeringen in ons land.
Uit dit relaas blijkt de absurditeit van het Belgische taalfederalisme. Dit op nationalistische leest geschoeide federalisme is kafkaiaans ingewikkeld en polariseert onze Belgische samenleving tussen zogenaamde “Vlamingen” en “Walen”. Het gevolg is de totale blokkering van de werking van de Belgische Staat en de verloedering van ons nationaal patrimonium.
Voor de B.U.B. is deze toestand onaanvaardbaar. Het unitaire België dient zo snel mogelijk hersteld te worden. De schitterende plantentuin van Meise toont immers tegelijkertijd de goede werking van het vroegere unitaire België aan. Hieraan ontbrak alleen de officiële tweetaligheid.
LE JARDIN BOTANIQUE DE MEISE: LE SYMBOLE DE LA CATASTROPHE DU FEDERALISME LINGUISTIQUE
L’Union belge proclame le magnifique Jardin Botanique national de Belgique à Meise comme le symbole de la catastrophe du fédéralisme linguistique. En raison de querelles juridico-politico-communautaires, ce joyau de la Belgique unitaire sera bientôt réduit à un champ de ferraille.
Le Jardin Botanique de Belgique constitue l’un des plus grands jardins botaniques du monde. Il fut fondé lors de la Révolution française et était d’abord situé Montagne de la Cour à Bruxelles. Le premier directeur le nomma ‘Le Jardin Botanique de Bruxelles’ depuis 1797 (Source: Wikipedia). En 1939, le Jardin Botanique déménagea vers le Domaine de Bouchout à Meise, où se trouvait déjà un beau château depuis le moyen âge et une magnifique serre (la “Balatserre”) depuis 1853. Le superbe Palais des Plantes date de l’année de l’expo 1958.
le château de Bouchout, het kasteel van Bouchout; photo, foto Wikipedia
En 2000, le Gouvernement Verhofstadt décida de transférer le jardin botanique à la Communauté flamande à certaines conditions. Après les accords du Lambermont, les autorités “flamande” et francophone atteignirent un accord à ce propos en 2001. La collection scientifique, l’herbarium et la bibliothèque resteraient cependant la propriété du niveau fédéral, mais seraient prêtés à l’autorité flamande. La Communauté “française” pouvait, à son compte, employer quelques collaborateurs à Meise… Le slogan raciste « Wallons dehors » a ainsi été appliqué de façon presque parfaite.
Toutefois, en raison de divergences d’interprétation de l’accord, la situation est actuellement bloquée. Le conseil scientifique du jardin botanique, paritairement composé, devrait prendre une décision sur la répartition du patrimoine scientifique. Entre-temps, suite à l’impasse institutionnelle, l’autorité fédérale n’investit plus dans le Jardin Botanique et l’infrastructure ainsi que le fonctionnement du Jardin souffrent de plus en plus du marasme politico-communautaire.
Selon les dernières nouvelles dans la presse, un collège d’experts internationaux (!) devrait maintenant fixer une méthode pour déterminer le propriétaire des morceaux du patrimoine scientifique du Jardin Botanique Nationale de Meise puisque la rédaction d’un inventaire complet du patrimoine prendrait trop de temps.
Un projet d’accord de collaboration devrait être soumis au Comité de concertation entre les différents gouvernements de notre pays.
Il résulte de cette histoire que le fédéralisme linguistique belge est une absurdité. Ce fédéralisme, basé sur des idées nationalistes, est d’une complexité kafkaïenne et polarise notre société belge en opposant la tribu des « Flamands » à celle des « Wallons ». La conséquence est le blocage total du fonctionnement de l’Etat belge et le délaissement de notre patrimoine national.
Pour le B.U.B., cette situation est inacceptable. La Belgique unitaire doit être rétablie aussitôt que possible. Le magnifique Jardin Botanique de Meise démontre en effet que la Belgique unitaire d’antan fonctionnait merveilleusement bien. Il n’y manquait que le bilinguisme officiel.
