LE MOUVEMENT “FLAMAND” POURSUIT SON DECLIN
Dorénavant, la N-VA règle ses comptes internes également en public. Le B.U.B. en prend acte avec amusement mais également avec un certain intérêt.
En 2014, la N-VA avait obtenu 32,5 pourcents des votes en Belgique néerlandophone, atteignant ainsi son sommet électoral. Toutefois, le parti décida de participer à un gouvernement de centre-droite sans réforme de l’Etat. Cette démarche suscitait de vives critiques de la part de ce qui reste encore du mouvement ‘flamand’. En effet, avant les élections, la N-VA avait déclaré qu’elle ne participerait jamais à un gouvernement sans confédéralisme (une coopération volontaire entre plusieurs Etats indépendants par le biais d’un traité international). Afin de répondre à cette critique, le parti lança début 2016 ‘Objectief V‘ (Objectif V), un centre d’études sur le confédéralisme, sous la direction du chef de groupe du parti à la Chambre, Vuye et la parlementaire Wouters.
Dans une interview avec L’Echo du 14 septembre 2016, le président du parti, De Wever, déclarait cependant qu’il n’était pas envisageable pour la N-VA de gouverner avec le PS. Si l’électeur le permettait, il souhaiterait continuer avec la coalition actuelle. De manière implicite, De Wever déclarait ainsi qu’une nouvelle réforme de l’Etat n’était pas nécessaire après 2019.
Le président de la N-VA a ensuite encore essayé de nuancer ses propos, mais il ne voulait pas déclarer que son parti ne participerait pas à un gouvernement sans réforme de l’Etat ou sans confédéralisme.
Vuye et Wouters et dans leur sillage plusieurs organisations au sein du mouvement “flamand” ont réagi furibonds. La sortie de Vuye et de Wouters a eu comme conséquence qu’ils n’ont pas seulement été écartés du bureau du parti le 19 septembre mais qu’ils ont même démissionné en tant que membres de leur parti le 21 septembre et ceci après avoir simplement défendu la raison d’être du parti…
Cela démontre le caractère instable et hésitant du mouvement « flamand » actuel.
Le B.U.B. souligne également l’énorme couverture médiatique dont bénéficient ces évènements, bien que les séparatistes ne forment qu’une petite minorité au sein de la population, voire au sein de l’électorat de la N-VA. Comme observé à juste titre par La Libre Belgique (20.09.16), il ne s’agit que de 11 pourcents de son électorat. Ce nombre dépasse à peine la partie de leur électorat souhaitant un retour à une Belgique unitaire (7,5 pourcents).
Tout cela pourrait être un début d’un mouvement ‘flamand’ qui retourne vers une politique qui n’est plus anti-belge. Dans cette optique, la majorité numérique des soi-disant ‘Flamands’ (les Belges du Nord) serait utilisée afin d’imposer la volonté des néerlandophones sur celle des francophones ainsi que de mener une politique de droite (ce qui n’est toutefois pas si évident pour un mouvement séparatiste).
Selon l’éditorialiste Bart Eeckhoudt du Morgen (20.09.16), De Wever se réalise que le confédéralisme ne verra jamais le jour ‘dans sa vie politique‘. C’est pourquoi la N-VA devrait, selon son président, devenir un parti de droite normal. Dans un article intitulé ‘Chasse aux flamingants à la N-VA‘, La Libre Belgique décrit une N-VA qui met le confédéralisme aux oubliettes (LLB, 20.09.16).
Il est remarquable que même Geert Bourgeois (N-VA), le co-fondateur du parti et représentant traditionnellement la ligne dure déclarait que “le confédéralisme n’est plus une étape intermédiaire vers l’indépendance, mais que l”indépendance’ ‘flamande’ correspond à un confédéralisme “maximal” au sein de la Belgique” (Knack, 20.09.16).
Bien que cette définition du confédéralisme soit un peu plus correcte d’un point de vue juridique, il est toutefois remarquable que la N-VA admette pour la première fois de ne plus vouloir sortir du cadre belge… Dont acte.
Mais même dans ce cas-là se pose la question de savoir avec qui la N-VA envisage de réaliser ce confédéralisme vu que ses points de vue à ce sujet ne sont partagés par aucun parti (Journal-VRT, 19 heures du 19.09.16) et cela de moins en moins (voir le VLD qui proposa de réfédéraliser des compétences l’été passé !).
La Belgique connaît trois problèmes spécifiques: le nationalisme linguistique, le fédéralisme qui est construit dessus et la particratie. La Belgique a encore d’autres problèmes, mais ceux-là, elle les partage avec d’autres pays. Ces problèmes spécifiques sont étranges parce que la plupart des Belges ne veulent pas du nationalisme « flamand », de la particratie ou du fédéralisme. Notamment un excès de couverture médiatique en faveur des nationalistes “flamands” est responsable de cette distorsion.
Les Belges perdent leur temps et leur bien-être à cause de cette ineptie politico-communautaire. Les flamingants (et les wallingants) empoisonnent l’atmosphère et rendent une politique efficace impossible. Espérons donc que ce genre d’événements sonne le glas du nationalisme “flamand” anti-belge. Cent ans après la Première Guerre Mondiale, qui a vu l’émergence du nationalisme ‘flamand’ actuel, il est grand temps de tourner la page.
DE NEERGANG VAN DE “VLAAMSE” BEWEGING GAAT VERDER
De N-VA vecht haar interne ruzies nu ook openlijk uit. De B.U.B. neemt er geamuseerd, maar toch ook met enige interesse akte van.
In 2014 behaalde de N-VA 32,5 procent van de stemmen in het ”Vlaams” gewest, waardoor ze op haar electorale hoogtepunt stond. Nochtans besliste de partij in een centrum-rechtse regering zonder staatshervorming te stappen. Deze zet leverde de N-VA vanuit wat nog overblijft van de ”Vlaamse” beweging veel kritiek op. Vóór de verkiezingen had de N-VA immers gezegd nooit in een regering te stappen zonder ‘confederalisme’ (een losse unie van onafhankelijke staten aaneengehouden door een internationaal verdrag). Om tegemoet te komen aan die kritiek werd o.l.v. de fractieleider in de Kamer van de partij, Vuye en kamerlid Wouters begin 2016 “Objectief V”, een studiecentrum voor confederalisme gelanceerd.
In een interview met L’Echo van 14 september 2016 verklaarde de partijvoorzitter De Wever echter dat de N-VA nooit met de PS zou samen regeren. Indien de kiezer het toeliet, zou de huidige coalitie doorgezet worden. Daarmee stelde hij impliciet dat een staatshervorming na 2019 niet hoefde.
De partijvoorzitter heeft daarna die woorden nog proberen te nuanceren, maar dat hij niet in een regering zou stappen zonder staatshervorming of confederalisme, wou hij niet gezegd hebben.
Vuye en Wouters en in hun kielzog verschillende organisaties binnen de ”Vlaamse” beweging reageerden furieus. De uithaal van Vuye en Wouters zorgde ervoor dat ze niet alleen uit het partijbestuur geschorst werden op 19 september jl., maar dat ze zelfs als partijleden ontslag namen op 21 september nadat ze gewoon de bestaansreden van hun partij verdedigd hadden…
Dat wijst eveneens op het onstabiel en weifelend karakter van de huidige “Vlaamse” beweging.
De B.U.B. wijst op de enorme media-aandacht die deze gebeurtenissen krijgen hoewel de separatisten bij de bevolking en zelfs bij de N-VA-kiezers een kleine minderheid vormen. Het gaat slechts om 11 procent van hun electoraat, zoals La Libre Belgique (20.09.16) terecht in herinnering bracht. Dit aantal ligt nauwelijks hoger dan de N-VA-kiezers die een unitair België willen (7,5 procent).
Dit alles zou een begin kunnen zien van een ‘Vlaamse’ beweging die terugkeert naar een niet-anti-Belgische opstelling, waarin de numerieke meerderheid van de zogenaamde ‘Vlamingen’ (Noord-Belgen) in België gebruikt zou worden om de wil van de Nederlandstaligen aan de Franstaligen op te leggen en tevens een rechts beleid te voeren (dat laatste is wel niet zo evident voor een separatistische beweging).
Volgens de editorialist Bart Eeckhoudt (De Morgen, 20.09.16) beseft De Wever dat confederalisme er ‘in zijn politieke levenstijd‘ nooit komt en dus moet de N-VA, volgens zijn voorzitter, maar een gewone rechtse partij worden. Ook La Libre Belgique had het in een artikel getiteld ‘Chasse aux flamingants à la N-VA‘ (‘heksenjacht op de flaminganten in de N-VA’) over hoe de N-VA het confederalisme in de prullenbak smeet (LLB, 20.09.16).
Opmerkelijk is hoe zelfs Geert Bourgeois (N-VA), mede-oprichter van de partij en traditioneel iemand van de harde lijn, verklaarde dat ”confederalisme geen tussenstap meer is naar onafhankelijkheid, maar dat de ‘Vlaamse’ ‘onafhankelijkheid’ ondubbelzinnig samenvalt met een ‘maximaal’ ingevuld confederalisme, binnen België‘ (Knack, 20.09.16). Die definitie van confederalisme is juridisch wel enigszins correcter, maar het is toch opvallend dat de N-VA voor het eerst toegeeft het Belgisch kader niet meer te willen verlaten… Waarvan akte.
Maar ook dan stelt zich de vraag met wie de N-VA dit confederalisme hoopt te realiseren omdat geen enkele andere partij haar standpunten hieromtrent deelt (VRT-journaal, 19 uur d.d. 19.09.16) en dit hoe langer hoe minder (zie de VLD die in de zomer voorstelde om bevoegdheden te herfederaliseren !).
België kent drie specifieke problemen: het taalnationalisme, het federalisme dat erop gebouwd is en de particratie. België heeft ook nog andere problemen, maar die deelt het met andere landen. Die specifieke problemen zijn vreemd want de meeste Belgen moeten niets weten van “Vlaams”-nationalisme, particratie en federalisme. Ondermeer een overdaad aan media-aandacht voor de “Vlaams”-nationalisten speelt een belangrijke rol bij deze scheeftrekking.
De Belgen verliezen hun tijd en hun welvaart door die politiek-communautaire onzin. Flaminganten (en wallinganten) verzieken de sfeer en maken een efficiënt beleid onmogelijk. Laten we dan ook hopen dat dit soort voorvallen het verval van het anti-Belgisch ‘Vlaams’-nationalisme inluiden. Honderd jaar na de Eerste Wereldoorlog, de oorsprong van het huidige “Vlaams”-nationalisme, is het hoog tijd om een bladzijde om te slaan.
