HET FEDERALISME REMT DE BELGISCHE ECONOMIE EN WELVAART AF
De kost van het overheidsbeslag in België is buitensporig. Het federalisme zit er voor veel tussen. Philippe Godfroid, de baas van de « Union des Classes Moyennes » (UCM), kloeg in l’Echo dd. 30 juli 2016 de verspilling van overheidsmiddelen aan.
Zo draagt hij op onrechtstreekse wijze bij tot het debat aangaande het nut van het taalfederalisme. Die discussie maakt opgeld, niet enkel in de zakenwereld, maar ook in de geschreven pers en zelfs binnen sommige traditionele partijen, waar men eindelijk voor het eerst in vier decennia (massale) overdrachten van bevoegdheden van de deelstaten naar de centrale staat durft voor te stellen.
De B.U.B. is er nochtans zeker van dat de particraten het huidig institutioneel systeem zo lang mogelijk zullen behouden ondanks de gerechtvaardigde kritiek.
Godfroid : « In België wordt 53% van het BBP [B.U.B. : bruto binnenlands product ] besteed aan openbare diensten op een totaal BBP van ongeveer 458 miljard. In de buurlanden is dat minder dan 50%, en 3 tot 4%, bedraagt 15 miljard euro… ». De B.U.B. berekende al dat de prijs van het federalisme minstens 10 miljard euro per jaar aan directe en indirecte kosten bedraagt, maar waarschijnlijk ligt dit cijfer nog veel hoger.
De baas van de tegenhanger van Unizo vervolgt : « Onze openbare uitgaven worden helaas niet aan tunnels, gebouwen of een koninklijke bibliotheek gespendeerd… Wel om steeds meer te betalen voor het openbaar ambt. Onze uitgaven inzake infrastructuur bedragen slechts 2,9% van het BBP terwijl die in Frankrijk 4% en in Nederland 3,9% bedragen […] « Is dat houdbaar? Neen. Laten we het geknoei stoppen en enorme inspanningen leveren om bepaalde overheidskosten te drukken ».
Hoewel Godfroid het niet over het federalisme heeft, is de afschaffing van de gewesten en de gemeenschappen het eerste waar men aan kan denken, gelet op de buitenissige kost van dit systeem.
Waarop Godfroid besluit : « Als we 5 of 6% van het BBP in infrastuctuur zouden investeren, hadden we tunnels en wegen in goede staat [B.U.B. : zie o.a. de problematiek aangaande het onderhoud van de Brusselse tunnels, die al maanden en zelfs jaren zonder echte oplossing aansleept], nieuwe gebouwen [B.U.B. : denk ondermeer aan het Brussels Justitiepaleis dat al 20 jaar ( ! ) in de stellingen staat], rechtbanken die niet in vervallen staat zijn [B.U.B. : zie ook de erbarmelijke staat van sommige gevangenissen] en dat zou voor onze ondernemers werk opleveren. Zolang we dit niet verhelpen, is er geen uitweg uit onze bestuurlijke problemen. De kern van het fiscaal probleem bevindt zich ook op dat punt. Iedereen zou het toch eens moeten zijn om in heel België hetzelfde besparingsbeleid te voeren. Dat men bespaart op het personeel en grote investeringen doet ».
Senator Rik Daems (VLD) heeft ook het verband aangetoond tussen het stijgende overheidsbeslag en de staatshervormingen (De Morgen, 18.03.16).
De investeringen op niveau van de gewesten verhogen en tegelijkertijd de uitgaven op nationaal niveau verminderen lost daarentegen het probleem niet op. Daar het merendeel van de grote investeringen door de gewesten uitgevoerd worden, zouden deze entiteiten dus meer middelen vragen zou de centrale staat, die al zo weinig geld heeft, nog meer moeten besparen, wat onhoudbaar is en alleen de gewestoverheden ten goede zou komen. Zo zou eens te meer de Belgische staat benadeeld worden t.o.v. de gewesten (De Tijd, 22.07.16).
Het is dan ook onmogelijk vooruit te gaan zonder de federale structuur van het land af te schaffen.
In een tekst van 14 februari 2016 heeft de B.U.B. reeds alle nadelen van de ‘Belgische’ particratie opgesomd. Daar de Belgen de meest belaste burgers ter wereld zijn, is het minste wat ze mogen verwachten toch dat de openbare diensten naar behoren zouden werken. Maar dat is allesbehalve het geval en dat is schandalig en onaanvaardbaar.
Godfroid heeft dus zeker gelijk, maar van de particraten die nu aan de macht zijn, verwacht de B.U.B. niets. Ze hebben er integendeel alle belang bij om het systeem zoals het nu bestaat te behouden om hun vriendjes een postje te verschaffen. Dat is een trieste realiteit, maar we weten ook dat een referendum over het federalisme de zaken in beweging kan brengen.
Voor de B.U.B. is een institutioneel status quo geen optie. We moeten zo snel mogeliik naar een unitaire staat evolueren. Alle Belgen, behoudens de particratie – die doet alsof ze van niets weet -, zijn het daarmee eens.
LE FEDERALISME FREINE L’ECONOMIE ET LA PROSPERITE BELGES
Le coût de la fonction publique en Belgique est exorbitante. Le fédéralisme y est pour beaucoup. Philippe Godfroid, le patron de l’Union des Classes Moyennes (UCM) a fustigé dans l’Echo du 30 juillet 2016 le gaspillage de deniers publics.
Ainsi, Godfroid contribue de manière indirecte au débat sur l’utilité du fédéralisme linguistique. En effet, cette discussion fait son chemin, non seulement dans le monde d’affaires, mais également dans la presse écrite et même au sein de quelques partis traditionnels, où pour la première fois en quatre décennies, on ose enfin proposer de transferts massifs de compétences des entités fédérées vers le niveau central.
Le B.U.B. est pourtant sûr que les particrates garderont le plus longtemps possible le système institutionnel actuel malgré toutes les critiques justifiées.
Godfroid : « En Belgique, on consomme 53% du PIB [B.U.B. : product intérieur brut] dans la fonction publique sur un PIB d’environ 458 milliards. Les pays voisons sont en dessous de 50%, et 3 à 4%, c’est 15 milliards d’euros… ».
Le B.U.B. a déjà calculé que le fédéralisme coûterait au moins 10 milliards d’euros par année en frais directs et indirects, mais probablement, le chiffre est encore plus élevé.
Le patron du pendant d’Unizo poursuit : « Nos dépenses publiques, ce n’est hélas pas pour des tunnels, des bâtiments, une bibliothèque royale… C’est pour payer toujours plus en fonction publique. Nos dépenses d’infrastructure, ce n’est que 2,9% du PIB alors que celles de la France sont de 4% et celles des Pays-Bas de 3,9%. […] « Est-ce que c’est tenable ? Non. Arrêtons de chipoter et faisons des efforts énormes en matière de réduction du coût de certaines dépenses publiques ».
Godfroid ne mentionne pas le fédéralisme, mais vu le coût exorbitant de ce système institutionnel, la suppression des régions et communautés est la première chose à laquelle on peut penser.
Et Godfroid conclut : « Si on avait 5 ou 6% du PIB investis en infrastructures, on aurait des tunnels et des routes en bon état [B.U.B. : voyez notamment les problèmes d’entretien des tunnels à Bruxelles, problème qui traîne déjà depuis des mois, voire des années, sans réelle solution], de nouveaux bâtiments [B.U.B. : rappelez-vous notamment le Palais de Justice de Bruxelles entouré d’échafaudages depuis 20 ans ( !)], des tribunaux qui ne tombent pas en ruine [B.U.B. : sans oublier l’état lamentable de certaines prisons] et ça donnerait du travail à nos entrepreneurs. Tant qu’on ne corrige pas cela, on ne sortira pas de nos problèmes de gestion. Le nœud de la fiscalité, il est là aussi. Il faudrait quand même que tout le monde se mette d’accord pour mener la même politique de rigueur partout en Belgique. Qu’on économise sur le personnel et qu’on fasse de grands investissements. »
Le Sénateur Rik Daems (VLD) a aussi démontré la corrélation entre l’augmentation des dépenses publiques et les réformes de l’Etat (De Morgen, 18.03.16).
En revanche, augmenter les investissements au niveau régional tout en diminuant les dépenses au niveau national ne résoudra pas le problème des dépenses publiques. Vu que la plupart des grands investissements se font au niveau des régions, celles-ci réclameraient donc davantage de moyens et en même temps, l’Etat central déjà désargenté devrait économiser encore plus, ce qui serait intenable et profiterait uniquement au pouvoir régional (De Tijd, 22.07.16).
Il est dès lors impossible d’avancer sans supprimer la structure fédérale du pays.
Dans un texte du 14 février 2016, le B.U.B. a déjà énuméré tous les maux de la particratie « belge ». Puisque les Belges sont les citoyens les plus taxés du monde, le moindre qu’ils puissent espérer est un fonctionnement efficace des services publics. En Belgique, on en est pourtant loin ! C’est scandaleux et inacceptable.
Godfroid a donc certainement raison, mais le B.U.B. n’espère rien des particrates au pouvoir. Au contraire, ils ont tout intérêt à garder le système tel qu’il est pour « caser leur copains ». C’est une triste réalité, mais nous savons aussi qu’un référendum sur le fédéralisme pourra faire bouger les choses.
Pour le B.U.B. le statu quo institutionnel n’est pas une option. Il faut évoluer au plus vite vers un Etat unitaire. Tous les Belges, sauf la particratie – qui fait la sourde oreille -, sont d’accord.
