PARTICRATEN STEKEN TERRORISTEN EEN HANDJE TOE – LES PARTICRATES DONNENT UN COUP DE MAIN AUX TERRORISTES

Geens, Michel en Jambon (foto/photo PHOTONEWS)
Geens, Michel en/et Jambon (foto/photo PHOTONEWS)

MINISTERS MEDEVERANTWOORDELIJK VOOR DE AANSLAGEN

De buitenlandse pers heeft al een tijdje gesnapt hoe slecht België georganiseerd is en bestuurd wordt. Maar nu beginnen ook de Belgen te beseffen door welke incompetente politici ze geregeerd worden. Ministers Geens en Jambon zijn de laatste voorbeelden van het onverbeterlijke particratische geklungel. 

Volgens de Turkse overheid (23.03.2016) was de Belgische overheid op de hoogte van het feit dat een door Turkije naar België teruggestuurde Syrië-strijder, Ibrahim El Bakraoui, die mee de aanslag op de luchthaven van Zaventem pleegde, potentieel gevaarlijk was. De minister van Justitie, Koen Geens, heeft met deze informatie niets gedaan. De broer van de terrorist, Khalid El Bakraoui, die zich in de Brusselse metro opblies, was in 2011 tot 5 jaar gevangenisstraf veroordeeld wegens een gewapende overval, maar kwam al in 2013 vrij. Dat laatste is weliswaar niet meer de schuld van de minister van justitie sinds de hervorming van het strafuitvoeringsbeleid (een speciale commissie beslist nu over vervroegde vrijlating), maar door de overbevolking van de gevangenissen worden steeds meer criminelen vervroegd vrijgelaten, wat dan wel weer de verantwoordelijkheid van de minister is. Bovendien moet vervroegde vrijlating altijd een uitzonderlijke maatregel blijven terwijl het nu routine is. Dat is een collectieve verantwoordelijkheid van de particratie, m.i.v. het parlement.

Jan Jambon, de minister van binnenlandse zaken (nu in de volksmond Jan BOM genoemd), had al wegens de terreurdreiging na de aanslagen in Parijs openbare plaatsen zoals luchthavens en stations beter moeten laten bewaken, o.a. door bagagecontrole of minstens visuele controles, zoals in andere Europese luchthavens al lang het geval is. Dat heeft hij niet gedaan ondanks de officiële dreigingsniveaus van 3 en 4. Dat is schuldig verzuim. Hij verkaarde ook na de arrestatie op 15 maart van Salah Abdeslam, die de aanslagen in Parijs organiseerde, en vlak voor de aanslagen in Brussel, dat “Molenbeek nu opgekuist was” dankzij hem. Dat bleek een grote vergissing en die tast zijn geloofwaardigheid nog meer aan.

Geens en Jambon verdienen dan ook niet beter dan ontslagen te worden. Blijkbaar waren ze daar zelf van overtuigd en hebben ze op 24 maart zogezegd aan de eerste minister hun ontslag aangeboden, die dat ontslag onmiddellijk geweigerd heeft. Beide heren kennen wel de Belgische grondwet niet want de ministers moeten hun ontslag aanbieden aan de Koning (artikelen 96 en 106 van de Grondwet). Het was waarschijnlijk niet meer dan een wansmakelijke show om hun politiek hachje te redden. Toch maakt dit twee zaken duidelijk: deze ministers zijn mede-aansprakelijk voor de gruwelijke aanslagen van Brussel en verdienen hun ontslag wegens incompetentie. Er hebben trouwens al ministers voor minder ontslag moeten nemen, zoals ministers Vanden Lanotte en De Clerck bij de ontsnapping van pedofiel Marc Dutroux in 1998.

De zogezegde oppositie zal deze keer de ministers echter niet te hard aanpakken – ze heeft nog niet eens hun ontslag gevraagd – omdat de rest van de particratie mee aansprakelijk is voor de slechte toestand van de federale staatsfinanciën, de gebrekkige integratie van bepaalde vreemdelingen, het lakse gevangenisbeleid en de vervagende nationale identiteit van de Belgen, m.i.v. de nieuwe. Want hoe moeten de immigranten zich nu voelen: Belg, “Vlaming”, “Waal”, Brusselaar of Duitstalige? In welk land of gemeenschap moeten ze zich precies integreren? Die onzekerheid zorgt voor een identiteitscrisis waardoor vooral jonge immigranten door criminele organisaties zoals IS kunnen aangetrokken worden.

Bovendien snappen de particraten nog altijd niet dat hun federalisme het bestuur in België totaal versnippert en elk overzicht onmogelijk maakt. De federale/nationale diensten zoals justitie en politie zijn al jaren ondergefinancierd omdat er teveel geld naar nutteloze gewesten en gemeenschappen gaat. Ook daardoor worden criminelen en terroristen geholpen. De B.U.B. klaagt deze wantoestand al jaren aan en wordt daar nu ook in gevolgd door de buitenlandse pers, zoals een recent artikelen in de Guardian en The Independent nog duidelijk maakten. M.a.w. de aansprakelijkheid van de particratie is collectief.

Voor de B.U.B. hebben de particraten van rechts en links – voor zover dit onderscheid nog een zin heeft in een particratie – alle krediet verspeeld en dus ook hun geloofwaardigheid. Zij zijn onwaardig om ons mooi, meertalig landje te leiden. Ze zijn alleen nuttig voor zichzelf en voor terroristen, die ze een handje toesteken. Het is walgelijk !

 

LES MINISTRES SONT CORESPONSABLES DES ATTENTATS

La presse internationale a déjà compris depuis un certain temps que la Belgique est très mal organisée et gérée. Mais maintenant aussi les Belges commencent à se réaliser qu’ils sont gouvernés par des politiciens incompétents. Les ministres Geens et Jambon sont les derniers exemples du cafouillage particratique, qui semble incorrigible.  

Selon les autorités turques (23.03.2016), les autorités belges étaient au courant du fait qu’un combattant en Syrie renvoyé en Belgique par la Turquie, Ibrahim El Bakraoui, qui a participé à l’attentat à l’aéroport de Zaventem, était potentiellement dangereux. Le ministre de la Justice, Koen Geens, n’a rien fait de ces renseignements. Le frère du terroriste, Khalid El Bakraoui, qui s’est fait exploser dans le métro bruxellois, avait été condamné en 2011 à 5 ans d’emprisonnement en raison d’un braquage à main armée, mais il a déjà été libéré en 2013. Ce dernier fait n’est bien entendu pas la faute du ministre depuis la réforme de la politique d’exécution des peines (une commission spéciale décide maintenant de la libération anticipée), mais en raison du surpeuplement des prisons, de plus en plus de criminels sont libérés avant terme, ce qui relève en revanche bel et bien de la responsabilité du ministre. En outre, la libération anticipée doit toujours rester une mesure exceptionnelle tandis que c’est devenu une routine maintenant. Il s’agit d’une responsabilité collective de la particratie, y compris du parlement.

Jan Jambon, le ministre de l’intérieur (qu’on appelle aussi Jan BOM dans le langage populaire) aurait dû mieux faire surveiller les lieux publics, comme les aéroports et les gares en raison de la menace terroriste après les attentats de Paris, notamment par des contrôles des bagages ou à tout le moins des contrôles visuels, comme c’est déjà le cas depuis longtemps dans d’autres aéroports européens. Il ne l’a pas fait malgré les niveaux d’alerte 3 et 4. C’est de la négligence coupable. Il a aussi déclaré après l’arrestation le 15 mars de Salah Abdeslam, qui a organisé les attentats de Paris, et peu avant les attentats de Bruxelles, que “Molenbeek était maintenant nettoyé” grâce à lui. Cela s’avérait une grave erreur, ce qui le décrédibilise encore plus.

Geens et Jambon ne méritent donc pas mieux que d’être révoqués. Apparemment, ils en étaient eux-mêmes convaincus parce que le 24 mars, ils ont soi-disant offert leur démission au premier ministre, qui a aussitôt refusé cette dernière. Les deux messieurs ne connaissent cependant pas la constitution belge parce que les ministres doivent offrir leur démission au Roi (articles 96 et 106 de la Constitution). Ce n’était sans doute pas plus qu’un show politique dans le but de sauver leur mandat politique. Toutefois, il en résulte deux constats : ces ministres sont coresponsables des attentats cruels commis à Bruxelles et ils méritent leur démission en raison de leur incompétence. D’ailleurs, d’autres ministres ont déjà dû démissionner pour moins, comme les ministres Vanden Lanotte et De Clerck après l’évasion du pédophile Marc Dutroux en 1998.

Cette fois-ci, la soi-disant opposition n’attaquera pas trop fort les ministres – elle n’a même pas encore réclamé leur démission – parce que le reste de la particratie est également responsable du mauvais état des finances fédérales, de l’intégration incomplète de certains étrangers, de la politique d’incarcération laxiste et d’une identité nationale qui s’estompe auprès des Belges, y compris les nouveaux. En effet, comment les immigrants doivent-ils se sentir: belge, “flamand”, “wallon”, bruxellois ou germanophone? Dans quel pays ou communauté doivent-ils s’intégrer exactement? Cette incertitude se traduit par une crise d’identité ce qui favorise l’attrait d’organisations criminelles comme l’EI, surtout auprès de jeunes immigrés. 

Qui plus est, les particrates ne comprennent toujours pas que leur fédéralisme éparpille totalement la gouvernance de la Belgique et qu’il la rende incompréhensible. Les services fédéraux/nationaux comme la justice et la police sont sous-financés depuis des années parce que trop d’argent part vers les régions et communautés superflues. Cela favorise le travail des criminels et des terroristes. Le B.U.B. dénonce ce dysfonctionnement déjà depuis des années et la presse internationale lui emboîte maintenant le pas, comme des articles récents dans le Guardian et The Independent l’ont encore démontré. En d’autres termes, la responsabilité de la particratie est collective.

Pour le B.U.B., les particrates de gauche et de droite – pour autant que cette différenciation a encore un sens dans une particratie – ont perdu leur crédibilité et partant leur autorité. Ils sont indignes de diriger notre beau petit pays multilingue. Ils ne sont utiles que pour eux-mêmes ainsi que pour les terroristes, à qui ils donnent un coup de main. C’est horrible !